Regeling Archeologieparticipatie 2019–2020

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 juni 2019;

besluit:

vast te stellen de Regeling Archeologieparticipatie 2019–2020.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. actieve archeologieparticipatie:

activiteiten op het gebied van archeologie die door een archeologievrijwilliger of cultuurmaker in de vrije tijd worden uitgevoerd of beoefend;

b. Algemeen Subsidiereglement:

Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

c. archeologievrijwilliger:

persoon die in zijn of haar vrije tijd actief is als deelnemer op het gebied van archeologie en zich daarmee inzet voor het beschermen, behouden en zichtbaar maken van het archeologisch erfgoed;

d. bestuur:

het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

e. cultuurmaker:

persoon die in zijn of haar vrije tijd actief is als deelnemer op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media;

f. Fonds:

stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

g. Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, de BES-eilanden, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Artikel 2. Doel

Met deze regeling stimuleert het Fonds actieve archeologieparticipatie waardoor wordt bijgedragen aan publieksverbreding in de archeologie.

Artikel 3. Wie kan aanvragen

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een in Nederland gevestigde stichting of vereniging met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die zich inzet voor archeologie, actieve archeologieparticipatie of -cultuurparticipatie.

Artikel 4. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1. De aanvrager kan subsidie aanvragen voor een project gericht op verschillende vormen van archeologieparticipatie, waarbij de archeologievrijwilliger en/of cultuurmaker actief aan de slag gaat met archeologie.

  • 2. Het project heeft een maximale looptijd van twee jaar en start uiterlijk binnen zes maanden na subsidieverlening.

  • 3. Het project start niet eerder dan 13 weken na indiening van de aanvraag.

Artikel 5. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 900.000.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt minimaal € 1.000 en maximaal € 25.000 per project.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:5 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend door het Fonds of door één van de andere publieke cultuurfondsen;

    • b. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van de aanvraag reeds worden uitgevoerd;

    • c. de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere of terugkerende activiteiten dan wel redelijkerwijs gefinancierd kunnen worden uit het reguliere (taakstellings) budget van de aanvrager.

  • 2. Subsidie kan worden geweigerd als een aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Subsidie kan worden geweigerd als het plan niet, of niet voldoende aansluit bij het doel van de regeling.

Artikel 8. Voorwaarden en beperkingen

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. er sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond; en

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren.

  • 2. De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de totale voor subsidie in aanmerking komende projectkosten.

  • 3. De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 4. Slechts direct aan het project gerelateerde kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5. De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van het project.

  • 6. 20% van de subsidie van het Fonds mag worden ingezet voor materiële investeringen die benodigd zijn voor het project.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht tot kennisdeling van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt.

  • 2. De subsidieontvanger werkt overeenkomstig de principes van de Governance Code Cultuur.

HOOFDSTUK 2. AANVRAAG

Artikel 10. Indieningstermijnen

Een aanvraag kan worden ingediend van maandag 8 juli 2019 tot en met vrijdag 18 december 2020.

Artikel 11. Indieningsvereisten

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project en een sluitende begroting.

Artikel 12. Beoordelingscriteria

  • 1. Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit;

    • c. bijdrage aan publieksverbreding in de archeologie.

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag te voldoen aan alle criteria.

Artikel 13. Beoordelen aanvragen

Het Fonds beoordeelt de aanvragen en het bestuur besluit over de aanvragen.

Artikel 14. Beoordelingswijze

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen.

Artikel 15. Beslistermijn

Het bestuur beslist binnen 13 weken nadat een aanvraag is ontvangen.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een aanvrager van bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Algemeen subsidiereglement

Voor zover deze regeling daar niet in voorziet zijn de bepalingen uit het Algemeen Subsidiereglement van toepassing.

Artikel 18. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond, blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Archeologieparticipatie 2019–2020.

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, H.G.G.M. Verhoeven directeur-bestuurder

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Aanleiding

In de cultuurbrieven Cultuur in een Open Samenleving (maart 2018) en Erfgoed Telt (juni 2018) benadrukt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de verbindende kracht van erfgoed. Erfgoed vertelt een verhaal over het verleden en de veranderingen door de tijd heen, en kan daarmee een vertrekpunt bieden voor hoe we vormgeven aan de toekomst. Het kabinet ziet het als een belangrijke uitdaging om alle inwoners bij erfgoed te betrekken en investeert daarom ook op het terrein van archeologieparticipatie. Deze inzet van middelen is kracht bijgezet door de aangenomen motie (32 820 - nr. 264, september 2018) van Tweede Kamerlid Beckerman c.s., waarin wordt verzocht om samen met archeologen en vrijwilligers te onderzoeken hoe er een breder publiek bij de archeologie betrokken kan worden. Het Fonds voor Cultuurparticipatie is gevraagd om in dit kader een stimuleringsmaatregel vorm te geven die bijdraagt aan een breder publiek dat participeert in de archeologie.

De kracht van cultuur is het vertrekpunt bij alles wat het Fonds doet. Cultuur geeft mensen de mogelijkheid om zichzelf te laten zien en horen, om vorm en betekenis te geven aan een veranderende omgeving. Archeologen onderzoeken archeologische vondsten, zoals sporen, overblijfselen en voorwerpen, om meer te weten te komen over de menselijke aanwezigheid in het verleden. Onze bodem is een groot archief dat als informatiebron kennis geeft over de geschiedenis en een referentiekader biedt voor de toekomst. Actieve publieksparticipatie in de archeologie kan via verschillende vormen worden gestimuleerd en daarmee bijdragen aan publieksverbreding.

Het Fonds heeft aan het veld gevraagd welke behoefte er ligt met betrekking tot ondersteuning van archeologieparticipatie en hoe een breder publiek actief kan worden betrokken bij archeologie. Uit de veldraadpleging is de behoefte gebleken aan nieuwe vormen van betrokkenheid van het publiek die het accent verleggen van publiekspresentaties naar publieksparticipatie. Dus van bekijken – ook wel: passieve publieksbetrokkenheid, zoals het bezoeken van een tentoonstelling of opgraving, of door het bijwonen van een lezing – naar zelf actief meedoen.

2. Inhoud van de regeling

Met de regeling Archeologieparticipatie 2019–2020 stimuleert het Fonds actieve participatie en publieksverbreding in de archeologie. Dit doet het Fonds door projecten te ondersteunen waardoor archeologie op actieve wijze kan worden beoefend, beleefd, ervaren en/of gebruikt als bronmateriaal door de deelnemers in de vrije tijd. Dat kan leiden tot nieuwe vormen van archeologieparticipatie, waarmee een breder en divers samengesteld publiek wordt aangesproken en de doorontwikkeling van publiekspresentaties naar publieksparticipatie in de archeologie wordt gestimuleerd. Actief meedoen in de archeologie kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door in de vrije tijd zelf als archeologievrijwilliger aan de slag te gaan. Dit gebeurt al op zekere schaal, maar hierbinnen is ruimte voor publieksverbreding. Of, via projecten waarin deelnemers door actief te participeren de relevantie van een archeologische vondst of vindplaats voor de kennis over het verleden en het heden kunnen beleven en daarmee archeologie in al zijn facetten ervaart. Net zo goed kan archeologisch erfgoed als inspiratie of bronmateriaal worden gebruikt, waarbij het dient als vertrekpunt voor het maken van cultuur, met als resultaat een kunstzinnige uiting of creatie. Van belang is dat de archeologievrijwilliger of cultuurmaker als deelnemer centraal staat.

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2

Met deze regeling stimuleert het Fonds actieve participatie van archeologievrijwilligers en cultuurmakers aan activiteiten waarbij archeologie wordt beoefend, beleefd en ervaren en/of als bronmateriaal wordt gebruikt om cultuur mee te maken en waardoor wordt bijgedragen aan publieksverbreding in de archeologie.

Artikel 3

De inzet voor archeologie, actieve archeologieparticipatie en/of - cultuurparticipatie blijkt uit het projectplan van de aanvrager.

Artikel 4

Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor projecten waarin het publiek zelf in de vrije tijd actief deelneemt aan activiteiten waarbij archeologie wordt beoefend, beleefd en ervaren en/of als bronmateriaal wordt gebruikt om cultuur te maken. Hiermee staan de deelnemers (de archeologievrijwilligers en/of cultuurmakers) centraal en vormen zij het vertrekpunt voor de actieve participatie. Van belang is dat er sprake is van publieksverbreding: een nieuw of breder publiek dat actief wordt betrokken bij archeologie. Dat kan door nieuwe doelgroepen aan te spreken, al dan niet door nieuwe vormen van archeologieparticipatie.

Voorbeeldprojecten

Gedacht kan worden aan projecten waarbij de deelnemers op verschillende niveaus zelf als archeoloog aan de slag zijn: de deelnemers graven, onderzoeken, conserveren en reconstrueren, vanuit een bottom-up aanpak, samen met professionals of onder begeleiding van een archeoloog.

Of aan projecten waarbij deelnemers door actief deel te nemen, de relevantie van een archeologische vondst of vindplaats voor onze kennis over het verleden en het heden kunnen beleven. Bijvoorbeeld via workshops waar deelnemers met materiaal in handen ervaren hoe het is om actief met archeologie bezig te zijn. Of door het nabootsen van historische situaties, het uitbeelden van een historische periode of het (digitaal) herbouwen van archeologische opgravingen door deelnemers. Van belang is dat er altijd een directe link is met de archeologische vondst en/of vindplaats.

Ook kan gedacht worden aan projecten waarbij archeologie wordt aangereikt als historisch bronmateriaal waar deelnemers vanuit actieve betrokkenheid een eigen perspectief op kunnen ontwikkelen en cultuur mee kunnen maken. Bijvoorbeeld jongeren die hun eigen filmpjes of podcasts maken over archeologie en archeologische vondsten en wat dat voor hen betekent. Of buurtbewoners die creatief aan de slag gaan met archeologie, waarbij ze samen met een beeldend kunstenaar en archeoloog een monument maken over de betekenis van een archeologische vondst of vindplaats vroeger en nu in de wijk. Maar ook cultuurmakers die zelf games ontwikkelen aan de hand van archeologisch materiaal.

Projecten zoals rondleidingen, speurtochten, (interactieve) presentaties, (eind)publicaties die zich zonder actieve participatie van deelnemers uitsluitend richten op publiekspresentatie, komen niet voor subsidie in aanmerking. Dit geldt ook voor educatieve projecten in schoolverband, informatie- en lesmateriaal en onderhoud en beheer van archeologische monumenten en vondsten.

Artikel 7

Gezien het stimuleringskarakter van de regeling kunnen in de aanvraag geen activiteiten worden opgevoerd die reeds tot de reguliere activiteiten van de aanvrager kunnen worden gerekend.

Artikel 8

Voor subsidie komen alleen projectkosten in aanmerking die relevant zijn in het licht van het doel van deze regeling. Tot deze projectkosten behoren alleen de investeringen die direct op de realisatie van het project zijn gericht, zoals de inzet van inhoudelijk en organisatorisch personeel en de huur van ruimtes om de projectactiviteiten te realiseren. Lasten die op enigerlei wijze tot de normale exploitatiekosten kunnen worden gerekend, zoals vaste huur, aanschaf van inventaris en investeringen die niet direct op de realisatie van de activiteiten zijn gericht komen niet voor ondersteuning in aanmerking.

Maximaal 20% van de subsidie van het Fonds mag worden besteed aan materiële investeringen, zoals de aanschaf van apparatuur of instrumenten.

Artikel 9

De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de uitwisselingsbijeenkomsten van het Fonds volgend op de uitvoering van het project. Het Fonds organiseert gedurende de looptijd van de regeling meerdere uitwisselingsbijeenkomsten.

Artikel 11

De subsidieaanvraag bestaat uit de volgende documenten:

  • 1. Een volledig ingevuld digitaal aanvraagformulier

  • 2. Een projectplan

  • 3. Een volledig ingevulde (model)begroting

Aanvraagformulier

Via ons digitaal aanvraagsysteem MijnFonds dient het aanvraagformulier Archeologieparticipatie 2019–2020 te worden ingevuld.

Projectplan

Het projectplan van maximaal 5.000 woorden dient in ieder geval de volgende onderdelen te bevatten:

Inhoud, doelstellingen en doelgroep van het project

  • Beschrijf de inhoud, de doelstelling(en) en de opzet van het project. Daarbij wordt duidelijk gemaakt hoe archeologie door de deelnemers wordt beoefend, beleefd en ervaren en/of als bronmateriaal wordt gebruikt om cultuur mee te maken. Geef daarbij aan hoe de deelnemers binnen het project centraal staan;

  • Geef aan hoe dit project bijdraagt aan publieksverbreding in de archeologie en hoe nieuwe deelnemers worden bereikt en aangetrokken;

  • Geef aan hoe wordt omgegaan met eventuele archeologische vondst(en) en/of archeologisch monumenten waarmee deelnemers aan de slag gaan, hoe van toepassing zijnde wet- en regelgeving wordt nageleefd, wie eventueel voor het beheer van het archeologisch materiaal verantwoordelijk is en welke afspraken er zijn gemaakt voor het gebruik ervan.

Organisatorische werkwijze

  • Beschrijf de taak- en rolverdeling;

  • Geef aan wat de planning is van het project;

  • Geef een toelichting op de begroting (de begroting is een bijlage bij de aanvraag). Geef een overzicht van de inkomsten en uitgaven en maak een verbinding met de activiteiten in het projectplan.

Begroting

Aanvragers kunnen een eigen begroting indienen. We verzoeken om de modelbegroting te gebruiken. De begroting moet sluitend zijn.

Artikel 12

Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. Inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling: bij dit criterium beoordeelt het Fonds of de inhoud en de aanpak van het project bijdragen aan actieve archeologieparticipatie in de zin van het beoefenen, beleven of ervaren en/of als bronmateriaal gebruiken van archeologie om cultuur mee te maken.

  • b. Organisatorische kwaliteit: binnen dit criterium wordt beoordeeld of sprake is van een helder en realistisch plan van aanpak, met een duidelijke doelstelling, activiteiten die zijn gericht op het bereiken van het doel en een haalbare planning. Ook wordt beoordeeld of de rollen, taken en verantwoordelijkheden voor de uitvoering helder worden belegd en hoe wordt omgegaan met van toepassing zijnde wet- en regelgeving dan wel afspraken zijn gemaakt over het gebruik van archeologisch materiaal. Daarnaast wordt beoordeeld of de begroting inzichtelijk, redelijk en dekkend is, en aansluit bij de activiteiten.

  • c. Bijdrage aan publieksverbreding in de archeologie: binnen dit criterium wordt beoordeeld hoe het project bijdraagt aan publieksverbreding in de archeologie, door het betrekken van nieuwe doelgroepen, al dan niet door nieuwe vormen van archeologieparticipatie.

Alleen aanvragen die voldoen aan elk van de beoordelingscriteria, komen in aanmerking voor subsidie. Indien het subsidieplafond nog niet is bereikt, wordt de subsidie toegewezen. Aanvragen die niet aan alle beoordelingscriteria voldoen, worden afgewezen.

Artikel 14

De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van ontvangst. Op basis van volgorde van binnenkomst (datum en tijdstip) worden de aanvragen opgenomen in een lijst. Een onvolledige aanvraag kan binnen een redelijke termijn worden aangevuld. De datum van aanvulling geldt dan als de datum van binnenkomst van de aanvraag.

Artikel 17

In het Algemeen Subsidiereglement zijn regels opgenomen die van toepassing zijn op alle subsidies die het Fonds verstrekt. Deze regels gaan bijvoorbeeld over de subsidieverlening, verantwoording en bevoorschotting.

Naar boven