TOELICHTING
1. Inleiding
In deze wijziging van de Regeling spoorverkeer zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
– Het introduceren van een beter zichtbare en meer eenduidige uitvoeringsvorm van het
huidige Stopbord en van het nieuwe Opdrachtbord.
-
– Het doorvoeren van enkele uniformeringen en verwijderen van enkele inconsistenties
bij de nummering en naamgeving van seinen in de huidige bijlage 4 van de Regeling
spoorverkeer.
-
– Het formaliseren van enkele verbeteringen in met name de zichtbaarheid van enkele
seinen in de huidige bijlage 4 van de Regeling spoorverkeer.
-
– Enkele tekstuele verduidelijkingen, toevoegingen en correcties.
2. Vervanging het Stopbord en de introductie van het Opdrachtbord
Met onderhavige regeling is de geleidelijke vervanging van het huidige zogenaamde
Stopbord door een zowel qua zichtbaarheid als éénduidigheid verbeterd Stopbord gerealiseerd.
Na verwijdering van alle Stopborden van het oude type zal deze ook uit de Regeling
spoorverkeer worden verwijderd. Daarnaast is het zogenaamde Opdrachtbord geïntroduceerd.
Het doel hiervan is om het aantal stoptonend sein passages, met name op de zogenaamde
Niet Centraal Bediende Gebieden (NCBG’s), terug te dringen.
3. Overige wijzigingen
Met deze regeling zijn enkele uniformeringen doorgevoerd in de Regeling spoorverkeer.
Daarnaast zijn er enkele inconsistenties bij de nummering en naamgeving van de seinen
in de huidige bijlage 4 van de Regeling spoorverkeer verwijderd. Daarmee is beoogd
meer eenduidigheid voor met name machinisten en treindienstleiders te realiseren om
zo de kans op miscommunicatie tussen hen te verkleinen en daarmee de spoorveiligheid
te verbeteren. Voorts zijn met de onderhavige regeling enkele verbeteringen geformaliseerd
in met name de zichtbaarheid van enkele seinen in bijlage 4 van de Regeling spoorverkeer.
Daarbij zijn tevens enkele tekstuele verduidelijkingen, toevoegingen en correcties
aangebracht.
4. Handhaafbaarheids- en uitvoerbaarheidstoetsen
Deze wijziging van de Regeling spoorverkeer is aan de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) en ProRail voorgelegd voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets.
De versie van de wijzigingsregeling die was voorgelegd voor een uitvoerbaarheids-
en handhaafbaarheidstoets, bevatte tevens wijzigingsonderdelen die zagen op de beremmingseisen
aan treinen. ProRail heeft verzocht om de wijzigingen aan beremmingseisen uit te stellen
met de wens om nader onderzoek te verrichten naar de gewenste wijzigingen.
Voor wat betreft de overige wijzigingsonderdelen heeft ProRail verzocht om een aanpassing
van de toelichtende teksten van de facultatieve stopborden ter verduidelijking van
de getoonde situaties. Ook heeft ProRail verzocht om geen afwijkende nummering van
de seinen te hanteren. De conceptregeling is in lijn met de verzoeken van ProRail
aangepast. Van de zijde van de ILT is medegedeeld geen bezwaar te hebben tegen de
voorgenomen wijzigingen.
5. Consultatie
De wijzigingsregeling is aangeboden voor internetconsultatie.
In het kader van de internetconsultatie is opgemerkt dat het nieuwe Opdrachtbord als
problematisch wordt ervaren omdat het dezelfde vorm heeft als het huidige Stopbord.
Daarmee zouden de borden moeilijk te onderscheiden zijn op afstand. De voorgestelde
uitvoeringsvorm van het nieuwe Opdrachtbord blijft ongewijzigd gehandhaafd. Het huidige
Stopbord zal naar verwachting eind 2021 niet meer bestaan en vanaf dan zullen de verschijningsvormen
van de Stopborden en Opdrachtborden ook op afstand onderscheidend zijn.
In enkele consultatiereacties is er daarbij op gewezen dat de huidige plaatsing van
een substantieel aantal Stopborden ongelukkig is en dat deze daardoor soms slecht
waarneembaar of herkenbaar zijn. Bij de plaatsing van de nieuwe Stopborden zal daar
aandacht aan besteed worden. Het migratieplan van de oude naar de nieuwe Stopborden
betreft slechts ten dele een een-op-een vervanging. De nieuwe Stopborden komen soms
op andere locaties dan de oude.
In het kader van de internetconsultatie is verder gevraagd om een meer structurele
en algehele herziening van bijlage 4 (seinenbijlage) van de Regeling spoorverkeer.
Inderdaad zijn er meer verbeteringen in de seinenbijlage mogelijk en worden deze momenteel
ook voorbereid. Omdat het ten behoeve van de spoorveiligheid wenselijk is om de huidige
Stopborden zo spoedig mogelijk te vervangen door de nieuwe Stopborden, is deze gedeeltelijke
wijziging met deze wijzigingsregeling doorgevoerd.
In één van consultatiereacties is ook gevraagd om de definitie van ‘stoptonend sein
passage’ (‘STS-passage’) aan te scherpen. Dit voorstel zal binnenkort met ProRail
en de betrokken spoorwegondernemingen in de zogenaamde STS-stuurgroep worden behandeld.
Naar aanleiding van de binnengekomen consultatiereacties zijn verder in de beschrijvingen
van de betekenis van de seinen enkele tekstuele verduidelijkingen en toevoegingen
aangebracht.
Van de internetconsultatie is een verslag van de reacties van de verschillende respondenten,
inclusief een reactie daarop van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
opgesteld. Dit verslag is gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl.
6. Administratieve lasten
Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor burgers en bedrijven. De
groep van belanghebbenden is klein, waardoor zij snel op de hoogte zullen zijn van
aanstaande wijzigingen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt de analyse
dat er geen omvangrijke gevolgen zijn voor de regeldruk. Om die reden heeft het ATR
geen formeel advies uitgebracht.
7. Vaste verandermomenten
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking
geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Deze regeling treedt overeenkomstig
het kabinetsbeleid in werking met ingang van 1 oktober 2019.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer