Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 juni 2019, 2019-0000079741, tot wijziging van de Regeling inburgering in verband met het afschaffen van vooraf factureren en het verhogen van het maximaal per kwartaal te factureren bedrag van de lening

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4.2, derde lid, van het Besluit inburgering;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4.2 van de Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a, b en c, vervalt ‘te volgen of’ en ‘af te leggen of’.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 1.250,00’ telkens vervangen door ‘€ 2.000,00’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 juni 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Deze wijzigingsregeling ziet op twee wijzigingen ten aanzien van het indienen van facturen voor de lening, te weten: het afschaffen van vooraf facturen en het verhogen van het maximaal per kwartaal te factureren bedrag.

Afschaffen vooraf factureren

In de brief aan de Tweede Kamer van 17 december 20181 is, als één van de maatregelen om fraude door taalscholen tegen te gaan, aangekondigd dat DUO vanaf 1 april 2019 aan de taalscholen geen voorschot meer geeft (geen facturering meer vooraf). Dit betekent dat DUO, op aanvraag van de inburgeringsplichtige, alleen nog facturen van reeds gevolgde cursussen uitbetaalt aan de cursusaanbieder. Deze wijziging wordt in deze regeling geformaliseerd. Aangezien de wijziging in december 2018 al is aangekondigd, hebben inburgeringsplichtigen en cursusaanbieders ruim drie maanden de gelegenheid gehad om hierop in te spelen.

Verhogen maximaal te factureren bedrag

Door voornoemde wijziging verslechtert de liquiditeitspositie van de cursusaanbieders, omdat zij pas later hun geld krijgen. Daarnaast bestaat er al langer de wens om het kwartaalbedrag voor inburgering op te hogen. Deze wens komt voort uit de breed gedragen behoefte om intensievere inburgeringscursussen aan te kunnen bieden. Een aantal inburgeringsplichtigen heeft de behoefte via een intensief traject snel de Nederlandse taal te leren. Het kwartaalbedrag van € 1.250,00 is daarvoor ontoereikend.

Om aan die wens tegemoet te komen en om het negatieve effect op de liquiditeitspositie van de cursusaanbieders te compenseren, wordt het maximale kwartaalbedrag opgehoogd van € 1.250,00 naar € 2.000,00.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de regeldruk en geen financiële gevolgen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 32 824, nr. 244.

Naar boven