Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 juni 2019, nr. 2019-00000316487, houdende wijziging van de Raamregeling Telewerken in verband met aanpassingen van de vergoeding voor de kosten voor gebruik privé-ruimte alsmede verduidelijking van de voorwaarden van de telewerkovereenkomst

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 67 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

ARTIKEL I

De Raamregeling Telewerken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, tweede lid, onderdeel h, komt te luiden:

  • h. het aantal dagen per week dat betrokkene telewerkt;

B

In artikel 7, derde lid, wordt ‘€ 72,23’ vervangen door ‘€ 73,13’.

C

In artikel 7, derde lid, wordt ‘€ 73,13’ vervangen door ‘€ 75,32’.

D

In artikel 7, derde lid, wordt ‘€ 75,32’ vervangen door ‘€ 76,37’.

E

In artikel 7, derde lid, wordt ‘€ 76,37’ vervangen door ‘€ 78,66’.

F

In artikel 7, derde lid, wordt ‘€ 78,66’ vervangen door ‘€ 80,23’.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019, met dien verstande dat:

    • a. artikel I, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 september 2015;

    • b. artikel I, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 januari 2016;

    • c. artikel I, onderdeel D, terugwerkt tot en met 1 januari 2017;

    • d. artikel I, onderdeel E, terugwerkt tot en met 1 juli 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

1. Algemeen

Met de onderhavige regeling tot wijziging van de Raamregeling Telewerken is de vergoeding voor de kosten voor gebruik van een privé-ruimte bij thuiswerken aangepast. Abusievelijk is dit na januari 2015 niet gedaan. De geïndexeerde bedragen zijn wel in de praktijk uitbetaald. Deze omissie is thans hersteld in artikel I, onderdelen B tot en met D. Tevens zijn aanpassingen van die vergoeding ter formalisering van de afspraken uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) van 13 juli 2018 tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vakcentrales in de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel (hierna: Sectorcommissie) doorgevoerd (Artikel I, onderdelen E en F).

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om helderheid te geven over een onduidelijkheid die in de praktijk van het telewerken is ontstaan. Ruim na de inwerkingtreding van de Raamregeling telewerken is bij de sector Rijk het tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk werken (TPAW) in 2013 geïntroduceerd. Hierbij past dat leidinggevende en ambtenaar afspraken maken over flexibel werken, afgestemd op de werkzaamheden van de ambtenaar. Afstemming op de werkzaamheden verhoudt zich niet met een voorwaarde dat voor onbepaalde tijd moet worden vastgelegd op welke dagen in de week wordt getelewerkt. De voorwaarde van artikel 5, tweede lid, onderdeel h, van de Raamregeling telewerken dat afgesproken moet worden op welke dagen van de week wordt getelewerkt is vervallen (Artikel I, onderdeel A). Deze aanpassing was reeds afgesproken met de Sectorcommissie waarbij tevens is afgesproken dat dit bij eerstvolgende aanpassing van de Raamregeling telewerken zou worden geformaliseerd. De voorwaarde dat afspraken worden gemaakt over het aantal dagen in de week dat de ambtenaar telewerkt blijft van kracht.

2. Gevolgen voor regeldruk

Deze regeling brengt geen gevolgen voor de administratieve lasten met zich mee.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019 en werkt terug voor wat betreft Artikel I, onderdelen B tot en met E. De verhogingen zijn begunstigend en de terugwerkende kracht is daarom geoorloofd. Voldaan is aan de systematiek van de vaste verandermomenten bij invoering of wijziging van wet- en regelgeving. Wel is afgeweken van de daarbij gebruikelijk gehanteerde minimale invoeringstermijn van twee maanden. Dit is in dit geval gerechtvaardigd, omdat de doelgroep bekend is met de wijzigingen die met terugwerkende kracht zijn ingevoerd en deze in de praktijk al zijn doorgevoerd als ook met de wijziging die met ingang van 1 juli 2019 is ingevoerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven