In 1998 hebben we in Van Lawick van Pabststraat nabij huisnummer 119 een artsenparkeerplaats aangelegd. Dit deden wij op verzoek van een aanvrager die vanwege zijn beroep direct over zijn auto moest kunnen beschikken in verband met medische noodgevallen. De aanvrager oefent het betreffende beroep niet meer uit en heeft ons te kennen gegeven dat de artsenparkeerplaats verwijderd kan worden. De Van Lawick van Pabstraat valt in een gebied met een parkeerregiem volgens de Parkeerverordening van de gemeente Arnhem. Door het opheffen van de artsenparkeerplaats komt er een parkeerplaats vrij die onder hetzelfde parkeerregiem valt.
De in onderstaand verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (WvW 1994) genoemde belangen:
• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;
Wij zijn van mening dat in dit geval geen van de andere belangen uit artikel 2 van de WvW 1994 in het geding zijn.
Genoemde wegen zijn in beheer bij de gemeente Arnhem.
Op grond van het voorgaande komen wij tot het volgende besluit.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ARNHEM;
gelet op:
• artikel 18, eerste lid, onderdeel d van de WvW 1994,
• het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990),
• het bepaalde in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
• het bepaalde in artikel 15 van de WvW 1994;
mede gelet op het:
• Algemeen Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit gemeente Arnhem 2017,
• Algemeen ondermandaat-, ondervolmacht- en ondermachtigingsbesluit gemeentesecretaris gemeente Arnhem 2017,
b e s l u i t e n: