Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 27 mei 2019, houdende de beperking van de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen in het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Maleisië, Ambassade Kuala Lumpur (1956) 1965–2013 (Besluit Beperking Openbaarheid Kuala Lumpur, 1965–2013)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Overwegende dat een aantal inventarisnummers in het archief beperkingen aan de openbaarheid behoeven;

Gelet op artikel 15, eerste lid, onder a en b, van de Archiefwet 1995, artikel 10 van het Archiefbesluit 1995 en het advies van de rijksarchivaris d.d. 18 februari 2019, nr. 908108;

Besluit

Artikel 1

Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom, beperkt tot 1 januari van het jaar, genoemd in de tweede kolom.

Inventarisnummer:

Opheffing openbaarheid beperking per 1 januari van het jaar

8

2087

12

2070

14

2062

86

2074

87

2074

98

2072

108

2062

123

2069

141

2069

143

2067

144

2069

145

2069

146

2055

147

2070

148

2063

161

2057

167

2081

183

2088

186

2055

190

2089

240

2051

241

2085

Artikel 2

Met het oog op het belang van de Staat of zijn bondgenoten zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom, beperkt openbaar tot 1 januari van het jaar, genoemd in de tweede klom.

Nummer:

Opheffing openbaarheid beperking per 1 januari van het jaar

73

2030

101

2025

179

2042

Artikel 3

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is tot openbaring uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden. (De algemene rijksarchivaris behandelt verzoeken tot raadpleging in de inventarisnummers, volgens de procedures die gelden voor inzage in archieven met (bijzondere) persoonsgegevens).

Artikel 4

Het vervaardigen van reproducties van documenten geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1 is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 5

Het Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 15 maart 2019, houdende de beperking van de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen in het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Maleisië, Ambassade Kuala Lumpur (1956) 1965–2013 (Besluit Beperking Openbaarheid Kuala Lumpur, 1965–2013)1 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt als bijlage gevoegd bij de Verklaring van Overbrenging van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Maleisië.

De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor deze, N. van Heezik Hoofd Informatiemanagement Directie Bedrijfsvoering

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit op grond van het gestelde in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht per brief bezwaar maken bij de Minister van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061, 2500 EB DEN HAAG.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

TOELICHTING

(Beperkt openbaar op grond van de persoonlijke levenssfeer)

Het gaat hier om een ambassade-archief. De ambassade heeft consulaire taken waarbinnen (bijzondere) persoonsgegevens worden verwerkt. Hierbij kan omwille van de persoonlijke levenssfeer van betrokken personen de openbaarheid van het archief zijn beperkt. Dit houdt in dat deze archiefbescheiden niet openbaar zijn, behoudens enkele uitzonderingsgevallen (de archiefbescheiden zijn immers niet openbaar, maar slechts beperkt openbaar). Dit betekent dat wanneer een verzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op hem-/haarzelf de desbetreffende archiefbescheiden door hem/haar kunnen worden geraadpleegd. Raadpleging is ook mogelijk indien degene die inzage vraagt kan aantonen dat de persoon in wiens dossier hij/zij inzage wil hebben is overleden dan wel een verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat de persoon op wie het dossier betrekking heeft, ondubbelzinnig toestemming geeft voor inzage. Voor wie archiefstukken of dossiers wil inzien waarin bijzondere persoonsgegevens (o.a. seksuele geaardheid, religieuze overtuiging, medische en strafrechtelijke gegevens zitten, gelden strengere voorwaarden. Men moet een schriftelijk gemotiveerd verzoek doen, waarin men aantoont dat degene wiens bijzondere persoonsgegevens men wil raadplegen is overleden, dan wel dat men de uitdrukkelijke toestemming van betrokkene heeft, of dat raadpleging noodzakelijk is als juridisch bewijsstuk, of dat raadpleging noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting, dan wel dat raadpleging plaatsvindt ten behoeve van wetenschappelijke onderzoek of statistiek. Naast een schriftelijk gemotiveerd verzoek, gelden er ook voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen:

  • Aantonen dat het onderzoek een algemeen belang dient;

  • Aantonen dat de verwerking van persoonsgegevens voor het betreffende onderzoek of statistiek noodzakelijk is;

  • Berichten van overlijden of een uitdrukkelijke toestemming te overhandigen. Alleen wanneer de onderzoeker kan aantonen dat het vragen van uitdrukkelijke toestemming onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost, vervalt deze eis;

  • Aantonen dat bij de uitvoering in zodanige waarborgen is voorzien dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet wordt geschaad. De beperkingsgrond eerbiediging persoonlijke levenssfeer eindigt bij het overlijden van betrokkene.

(Beperkt openbaar op grond van het belang van de Staat of zijn bondgenoten).

Wanneer archiefbescheiden beperkt openbaar zijn op grond van het belang van de Staat of zijn bondgenoten, vindt een beoordeling van het verzoek tot raadpleging altijd plaats door de oorspronkelijke zorgdrager. Dit gebeurt op grond van de regelingen inzake het recht op informatie die zouden gelden indien de archiefbescheiden niet naar een archiefbewaarplaats waren overgebracht. In veel gevallen, maar niet uitsluitend, zal dit de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zijn. De genoemde inventarisnummers zijn beperkt openbaar, aangezien zich hierin documenten van internationale organisaties alsmede nationale en buitenlandse mogendheden bevinden. Deze documenten, waaronder gerubriceerde NAVO-documenten, vallen onder internationale geheimhoudings- en openbaarmakingsregelingen en mogen niet openbaar worden overgebracht naar het Nationaal Archief. Daarnaast kunnen bij openbaarwording de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en het betreffende land worden geschaad. Indien een persoon informatie wenst uit de inventarisnummer waarvan de openbaarheid is beperkt met het oog op het belang van de Staat of zijn bondgenoten, kan een verzoek daartoe worden ingediend bij de Minister van Buitenlandse Zaken. Het verzoek zal worden getoetst aan de regelingen inzake het recht op informatie die zouden gelden indien de archiefbescheiden niet naar een archiefbewaarplaats waren overgebracht.

Naar boven