Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 11 juni 2019, nr. 2604197, houdende bepalingen tot wijziging van de vergoeding van voorzitters van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 9 van het Besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

Besluit:

ARTIKEL I

De bedragen genoemd in artikel 2 van het Besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming, worden als volgt gewijzigd:

  • 1. In het eerste lid wordt ‘€ 30.000’ vervangen door ‘€ 57.399’.

  • 2. In het tweede lid wordt ‘€ 2.500’ vervangen door ‘€ 34.439’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Eind 2018 heeft de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (hierna: RSJ) besloten om een nieuwe koers te varen waar het gaat om de sturing van de organisatie. Met het aantreden van een nieuwe algemeen voorzitter is besloten om de integrale verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke werkzaamheden van de RSJ en voor de bedrijfsvoering meer dan voorheen ook feitelijk te beleggen bij de Algemeen voorzitter en de voorzitter van de afdeling Rechtspraak. Daarmee heeft een verschuiving plaatsgevonden van de sturing. Een substantieel deel van de werkzaamheden van de secretaris van de RSJ en de aan de secretaris toegevoegde medewerkers gaat over naar de algemeen voorzitter en de voorzitter van de afdeling Rechtspraak. Deze verschuiving van werkzaamheden noopt tot het aanpassen van de vergoedingen die de beide voorzitters voor hun werkzaamheden ontvangen. Omdat tegenover de grotere inzet van de beide voorzitters ook een daarmee vergelijkbare vermindering van de werkzaamheden bij het bureau staat, zijn deze financiële wijzigingen budgetneutraal.

Artikelsgewijs

Artikel I

Eerste lid

De tijdsbesteding van de algemeen voorzitter komt overeen met 0,5 FTE. De vergoeding is vastgesteld op grond van het maximumbedrag per maand van schaal 18 BBRA vermenigvuldigd met een arbeidsduurfactor van 0,5. Thans ontvangt de algemeen voorzitter van de RSJ een vaste vergoeding van € 30.000– per jaar en aan vacatiegeldvergoedingen € 12.000,–

Tweede lid

Thans ontvangt de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak naast een vergoeding per vergadering een vaste vergoeding van € 2.500,– per jaar. Per kalenderjaar komt dit ongeveer neer op een totaalbedrag van circa € 27.500,–.

Met de nieuw vastgestelde vaste vergoeding wordt enerzijds recht gedaan aan het feit dat de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak en lid van het dagelijks bestuur van de RSJ een grotere rol heeft gekregen als integraal medeverantwoordelijke voor de inhoud en de bedrijfsvoering van de RSJ. De werkzaamheden die dit met zich brengt kunnen niet worden gedekt met een vacatiegeldvergoeding die slechts kan worden toegekend indien sprake is van een vergadering als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g, van het Besluit. Anderzijds worden hiermee ook de administratieve lasten voor de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak en voor de organisatie verminderd doordat niet voor elke vergadering separaat een vacatiegeldvergoeding behoeft te worden aangevraagd, beoordeeld en betaalbaar gesteld.

Omdat de RSJ thans geen secties meer kent zijn er geen sectievoorzitters meer actief. Deze vaste vergoeding ziet daardoor de facto alleen op de voorzitter van de afdeling rechtspraak.

Artikel II

Omdat de nieuwe sturingssituatie reeds vanaf 1 januari 2019 een feit is en de beide voorzitters hun extra taken reeds op die datum volgens de nieuwe werkverdeling invullen, werkt deze regeling terug tot en met 1 januari 2019.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven