Verkeersbesluit, maximum snelheid 50 km/h op noordelijke rijbaan zuidweg ter hoogte van Mahatma Ghandisingel, Zoetermeer

Logo Zoetermeer

0637471476

 

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer, daartoe bevoegd op grond van:

  • artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • het mandaatbesluit waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de directie Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat, de manager van de afdeling Stadsbeheer, 

gehoord de verkeersadviseur van Politie Eenheid Den Haag waarmee is gehandeld overeenkomstig de instructie zoals opgenomen in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer; 

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), het Besluit administratieve bepalingen (BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften BABW is bepaald, alsmede op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); 

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Zoetermeer als bedoeld in artikel 20a van de WVW 1994 liggen; 

BESLUIT: 

  • 1.

    door plaatsing of verplaatsing van borden A1 en A2 van bijlage 1 van het RVV 1990 met de opschriften “50”, een maximum snelheid van 50 km/h vast te stellen op de noordelijke rijbaan van de Zuidweg, ter hoogte van de Mahatma Ghandisingel;

  • 2.

    vast te leggen dat het bij de in sub 1 bedoelde rijbaan gaat om de noordelijke rijbaan van de Zuidweg, bedoeld voor het verkeer op de Zuidweg rijdend in westelijke richting, vanaf ongeveer 25 meter ten oosten van de aansluiting met de Mahatma Ghandisingel tot aan de aansluiting naar de ‘Lus’, hierna te noemen ‘betreffende weggedeelte’;

  • 3.

    vast te leggen dat door de in sub 1 en sub 2 omschreven maatregel het begin van de huidige 50 km/h grens, gelegen op de noordelijke rijbaan van de Zuidweg ter hoogte van de aansluiting naar de ‘Lus’ daarmee ongeveer 375 meter in oostelijke richting wordt verschoven;

  • 4.

    vast te leggen dat aan dit verkeersbesluit de volgende overwegingen ten grondslag liggen:

 

de aanleiding:

  • aan de noordzijde van het betreffende weggedeelte ligt een busbaan;

  • op de oostelijk tak van de kruising Zuidweg- Mahatma Ghandisingel liggen ten zuiden van de busbaan twee stroken voor rechtdoor en één strook voor linksaf;

  • vanuit het maatregelenpakket R-net is besloten de busbaan te verplaatsen naar de linker rijstrook voor rechtdoor;

  • de huidige busbaan wordt omgevormd tot een rechter rijstrook voor rechtdoor;

  • de busbaan komt daarmee te liggen tussen de linksafstrook en de (nieuwe) linker rijstrook voor rechtdoor;

  • door verplaatsing van de busbaan ontstaat een flauwe bocht in de twee doorgaande rijstroken;

  • een andere wijziging is het verplaatsen van de busbaan op de oostelijke rijbaan van de Mahatma Gandhisingel naar de huidige linksafstrook;

  • de bestaande busbaan wordt rechtsafstrook en de huidige rechtsafstrook wordt linksafstrook;

  • uit oogpunt van verkeersveiligheid is het wenselijk om de maximum snelheid op het betreffende weggedeelte terug te brengen van 70 naar 50 km/uur;

  

de verkeerskundige aspecten:

  • de maximum toegestane snelheid op het betreffende weggedeelte bedraagt 70 km/h;

  • ter hoogte van de aansluiting naar de ‘Lus’ gaat de maximum snelheid op de noordelijke rijbaan van de Zuidweg over van 70 km/h naar 50 km/h;

  • vanwege de bij ‘aanleiding’ omschreven wijzigingen is het voorstel om de 50 km/uur door te zetten tot en met de kruising Mahatma Gandhisingel/Zuidweg;

  • de maximumsnelheid van 50 km/uur geldt dan vanaf de kruising Mahatma Gandhisingel/Zuidweg tot aan het bord “einde bebouwde kom” dat kort voor de aansluiting met de A12 staat;

  • een verlaging van de maximum snelheid naar 50 km/h is mede ingegeven door de flauwe bocht die ontstaat door het verleggen van de busbaan in de twee doorgaande rijstroken;

  • de ambtelijke verkeerscommissie heeft op 28 februari 2019 positief geadviseerd op de maatregel zoals beschreven in sub 1, sub 2 en sub 3;

  • de verkeerscommissie heeft tevens geadviseerd te onderzoeken of de rijstroken aan beide zijden van de weg door het wijzigen van de kantmarkering visueel versmald kunnen worden;

  • door een visuele versmalling krijgt het betreffende weggedeelte een weginrichting die meer in overeenstemming is met het wegbeeld dat past bij een maximum snelheid van 50 km/h;

  • daarmee zou worden voldaan aan het gestelde in punt 1 van § 4 van de uitvoeringsvoorschriften behorende bij het BABW, waarin is bepaald dat de in te stemmen maximumsnelheid in overeenstemming moet zijn met het wegbeeld ter plaatse;

  • aan dit besluit liggen ten grondslag de doelstellingen met betrekking tot de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  

de zorgvuldigheid:

  • dit onderwerp is behandeld door personen die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake geven;

  • die personen beschikken – vanwege hun plaatselijke bekendheid, al dan niet aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse – voorts over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen;

  • die personen hebben op grond van de bedoelde expertise geadviseerd tot de hiervoor vermelde maximum snelheid vast te stellen;

  • met de plaatsgevonden voorbereiding is gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidsnorm die in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd;

 

de belangenafweging: 

  • bij de afweging van de belangen gaat het om verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • er zijn geen aanwijzingen voor opvattingen dat met de vaststelling van dit besluit sprake is

  • van een besluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.

Zoetermeer, 11 juni 2019.

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

N.B.

  • 1.

    Belanghebbenden die zich niet met een besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dit geval is het wel vereist dat een bezwaarschrift tegen het besluit is ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

  • 2.

    Op aanvraag kan een indicatieve situatieschets worden verkregen.

Naar boven