Verkeersbesluit Meebruggenweg

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2019-16482

Gemeente Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat de Meebruggenweg te Itteren een smal doodlopend pad is in de gemeente Maastricht;

dat het regelmatig gebeurt dat er auto’s gebruik maken van de Meebruggenweg die er geen bestemming hebben;

dat de Meebruggenweg geen doorgaande weg is;

dat in verband met het smalle pad die auto’s overlast bezorgen voor de bewoners aan de Meebruggenweg;

dat er overleg met de bewoners heeft plaats gevonden;

dat het gewenst is ervoor te zorgen dat de Meebruggenweg niet onterecht door automobilisten wordt gebruikt, met uitzondering van bestemmingsverkeer;

dat dit ook tot een veiligere situatie leidt voor het fietsverkeer over de Meebruggenweg;

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

dat deze maatregel wordt genomen voor het in stand houden van weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat de locaties zijn weergegeven op de bijgevoegde tekening als behorend bij dit verkeersbesluit;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

BESLUIT

 

  • 1.

    door het plaatsen van verkeersbord C12 van bijlage I van het RVV 1990 en onderbord OB108 met tekst ‘uitgezonderd bestemmingsverkeer’ het pad in noordoostelijke richting vanaf de kruising bij Geneinde huisnummer 1 gesloten te verklaren voor alle motorvoertuigen met uitzondering van bestemmingsverkeer;

  • 2.

    door het plaatsen van verkeersbord G13 van bijlage I van het RVV 1990 en onderbord OB108 met tekst ‘uitgezonderd bestemmingsverkeer’ het pad in zuidwestelijke richting aan te wijzen als onverplicht fietspad met uitzondering van bestemmingsverkeer;

  • 3.

    door het in stand houden van het bord G7 van Bijlage I van RVV 1990 en het onderbord met de tekst “Inrijden uitsluitend ten behoeve van Geneinde 7”, het vrijliggende pad aan de Meebruggenweg die loopt achter de woningen aan het Geneinde aan te duiden als voetpad waarbij een uitzonderin is gemaakt voor de bewoners van Geneinde 7;

  • 4.

    door het in stand houden van het verkeersbord B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden het verkeer op de Meebruggenweg aan te geven dat deze voorrang dienen te verlenen aan het verkeer op de Geneinde/Ruyterstraat.

Maastricht, 6 juni 2019

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie,

voor deze,

Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 13 juni 2019 tot en met 25 juli 2019, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 13 juni 2019.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoekster van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlage

Naar boven