Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 juni 2019, kenmerk 1525326-190188-Z, houdende Nadere aanwijzing van de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz 2019 (Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

Voor het jaar 2019 is voor de beheerskosten Wlz van de Wlz-uitvoerders en de Sociale verzekeringsbank € 13,900 miljoen meer beschikbaar dan geregeld in artikel 1 van de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019.

Artikel 2

Van het in artikel 1 genoemde bedrag is € 2,800 miljoen bestemd voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg en € 11,100 miljoen voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van Wlz-uitvoerders.

Artikel 3

In artikel 2 van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018 wordt ‘€ 2,816 miljoen’ vervangen door ‘€ 1,420 miljoen’ en ‘€ 1,420 miljoen’ vervangen door ‘€ 2,816 miljoen’.

Artikel 4

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2. Artikel 3 werkt in afwijking van het eerste lid terug tot en met 1 januari 2018.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

In de onderhavige nadere aanwijzing wordt het bedrag van de voor 2019 beschikbaar gestelde middelen voor de beheerskosten van Wlz-uitvoerders en de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz), verhoogd met € 13,900 miljoen. Die verhoging resulteert in een totaalbedrag van € 210,283 miljoen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel voorziet in de verhoging van het beschikbare bedrag voor de beheerskosten van Wlz-uitvoerders met € 13,900 miljoen.

Artikel 2

Artikel 2 bevat de op basis van artikel 4.3, tweede lid, van het Besluit Wfsv, vereiste onderverdeling van het bedrag van € 13,900 miljoen. Een bedrag van € 2,800 miljoen is bestemd voor zorgkantoortaken van Wlz-uitvoerders (artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz). Een bedrag van € 11,100 miljoen is bestemd voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken van Wlz-uitvoerders. Er volgt nu een onderbouwing van de aanpassingen.

1. Loon- en prijsbestelling

De besteedbare middelen worden jaarlijks aangepast op grond van de werkelijke loon- en prijsontwikkeling. Voor het jaar 2019 wordt uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 3,14 %. Het bedrag van de aanpassing op grond van de loon- en prijsontwikkeling bedraagt € 5,146 miljoen. Aangezien voorcalculatorisch € 5,572 miljoen is verstrekt, worden de middelen € 0,426 miljoen neerwaarts bijgesteld. Het gaat om een neerwaartse bijstelling van € 0,200 voor de zorgkantoortaken en een neerwaartse bijstelling van € 0,226 miljoen voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken.

2. Aanpassingen op het terrein van de taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz

PGB 2.0 Portal

In 2019 is verder gebouwd aan het PGB 2.0 systeem. De doelstelling van het programma ‘Bouw en invoering PGB 2.0-systeem’ is om op gerichte en effectieve wijze inkleuring te geven aan een verbeterde ondersteuning van de circa 115.000 budgethouders, door het vergaand standaardiseren en digitaliseren van alle processen en systemen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht PGB. Het werken met dit nieuwe portaal brengt implementatiekosten met zich mee voor zorgkantoren. Hiervoor wordt aanvullend op het reeds beschikbare budget incidenteel € 3,000 miljoen beschikbaar gesteld in 2019.

3. Aanpassingen in verband met de taken van Wlz-uitvoerders anders dan zorgkantoortaken

Inkopen op kwaliteit

In het programmaplan ‘Thuis in het Verpleeghuis: Waardigheid en trots op elke locatie’ is door VWS aan de zorgkantoren een belangrijke rol toegekend voor de realisatie van de kwaliteit van zorg bij de verpleeghuiszorg. De zorgkantoren hebben dit zelf doorgetrokken naar de Wlz-zorg voor gehandicapten en de Wlz-ggz. De rolverandering heeft betrekking op het zijn van inkoper op basis van p×q, naar inkoper van kwaliteit, naar regisseur van de zorg. Dit leidt tot een groeitraject per zorgkantoor, zodat in de periode tot 2021 de kwaliteit van de zorginkoop c.q. de zorginkopers per individueel zorgkantoor jaarlijks verhoogd wordt. Voor dit traject is voor 2019 € 11,326 miljoen beschikbaar. Van dit bedrag is € 10,366 miljoen structureel beschikbaar.

Artikel 3

De wijziging van artikel 2 van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018 betreft een correctie van bedragen die per abuis waren omgedraaid. Van het totale aanvullende bedrag van € 4,236 miljoen is € 1,420 miljoen bestemd voor de zorgkantoortaken en € 2,816 miljoen bestemd voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken van Wlz-uitvoerders. De toelichting bij de bovenbedoelde nadere aanwijzing vermeldt wel de juiste aanvullende bedragen voor de zorgkantoortaken en de overige taken van Wlz-uitvoerders. Het Zorginstituut Nederland heeft in zijn beleidsregels al rekening gehouden met de juiste bedragen.

Artikel 4

Deze nadere aanwijzing resulteert in een verhoging van het bedrag van de voor het jaar 2019 beschikbare middelen voor de beheerskosten ter uitvoering van de Wlz. Dit besluit werkt daarom terug tot en met 1 januari 2019. De wijziging van artikel 2 van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018 heeft betrekking op het jaar 2018 en werkt daarom terug tot en met 1 januari 2018.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven