Samenwerkingsprotocol tussen de Dopingautoriteit en het OM, de politie, de Belastingdienst/FIOD en de NVWA-IOD

Partijen

Het zelfstandig bestuursorgaan Dopingautoriteit, hierbij vertegenwoordigd door de voorzitter Herman Ram;

Het Openbaar Ministerie (OM), hierbij vertegenwoordigd door het Functioneel Parket, te dezen vertegenwoordigd door de hoofdofficier van Justitie;

De politie, hierbij vertegenwoordigd door commissaris van politie, M.R. Daniel;

De Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), hierbij vertegenwoordigd door de Algemeen Directeur J. van der Vlist;

en

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst (NVWA-IOD), hierbij vertegenwoordigd door de directeur IOD, R. Stevens;

overwegen het volgende:

  • Dat gebruik van doping in de sport een eerlijke competitie en de gezondheid van de (top)sporter schaadt, en daarmee een maatschappelijk belang raakt;

  • dat dopinggebruik illegale handel in deze stoffen, waaronder (illegale) geneesmiddelen en drugs, met zich mee kan brengen en bij die handel mogelijk sprake is van strafbare feiten;

  • dat effectieve bestrijding van strafbare handel in doping en dopinggebruik een multidisciplinaire aanpak kan vergen waaraan de genoemde partijen, ieder vanuit de eigen rol, verantwoordelijkheden en bevoegdheden kunnen bijdragen;

  • dat het verstrekken van relevante informatie door politie, OM, FIOD, NVWA-IOD en de Dopingautoriteit kan bijdragen aan een effectieve bestrijding van handel in doping en dopinggebruik;

  • dat de Wuab geen wettelijke grondslag voor verstrekking van persoonsgegevens tussen de Dopingautoriteit enerzijds en het OM, de politie, de FIOD en de NVWA-IOD anderzijds heeft gecreëerd;

  • dat de Dopingautoriteit is belast met het bestrijden van doping in de sport door de handhaving van de dopingreglementen zoals die gelden binnen de georganiseerde sport en door toe te zien of aan een dopingreglement gebonden personen (waaronder niet alleen sporters, maar ook trainers, coaches, medische begeleiders en zaakwaarnemers) zich houden aan de voor hun geldende verplichtingen;

  • dat de Dopingautoriteit belast is met het toezicht op de naleving in de sport van verbodsbepalingen in voornoemde dopingreglementen die zien op gebruik, en tevens op de andere verbodsbepalingen, waaronder het faciliteren van, ondersteunen van, en anderszins medeplichtig zijn aan het gebruik van doping door sporters door bijvoorbeeld manipulatie (fraude), bezit van doping, handel in doping, toediening van doping en medeplichtigheid aan een dopingovertreding;

  • dat de Dopingautoriteit bij constatering van een overtreding van het dopingreglement de afwikkeling van de zaak kan overdragen aan het bevoegde tuchtcollege van de betrokken sportbond, dat vervolgens na het toepassen van hoor en wederhoor, beoordeelt of sprake is van een overtreding, en de strafmaat vaststelt;

  • dat de NVWA-IOD als bijzondere opsporingsdienst van de NVWA belast is met het bestrijden van complexe, ketengerelateerde, georganiseerde en/of internationaal georiënteerde criminaliteit die de integriteit van voedsel aantast, veiligheid van voedsel en consumentenproducten in gevaar brengt of die de gezondheid van dieren en planten schaadt;

  • dat de FIOD als bijzondere opsporingsdienst van de Belastingdienst belast is met het bestrijden van fiscale, financieel-economische en goederenfraude, een bijdrage levert aan het waarborgen van de integriteit van het financiële stelsel en aan de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder de financiële componenten daarvan;

  • dat de politie onder andere belast is met de opsporing van strafbare feiten, waaronder handel in of bezit van bij wet verboden middelen;

  • dat het Openbaar Ministerie de leiding heeft over strafrechtelijk onderzoek, en belast is met de vervolging van strafbare feiten, waaronder handel in of bezit van bij wet verboden middelen.

En spreken het volgende af

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES EN DOEL VAN HET SAMENWERKINGSPROTOCOL

Artikel 1 Definities

In dit samenwerkingsprotocol wordt verstaan onder:

a. dopingstoffen

Met de in dit samenwerkingsprotocol gebruikte term 'dopingstoffen' wordt gedoeld op stoffen die voorkomen op enerzijds een bij de Opiumwet, dan wel de Geneesmiddelenwet behorende lijst of vallen onder het bereik van de Warenwet, en anderzijds op de bij het Internationaal verdrag tegen doping in de sport behorende 'Prohibited List'.

b. Georganiseerde sport

Sporters, sportverenigingen en nationale sportbonden die (direct of indirect) zijn aangesloten bij de nationale sportkoepels en/of Nationale Olympische Comités.

c. Ongeorganiseerde sport

Sportscholen en fitnesscentra.

Artikel 2 Doel

Doel van dit samenwerkingsprotocol is het vastleggen van afspraken teneinde de samenwerking tussen partijen te bestendigen en zo nodig te verbeteren, alsmede waar mogelijk binnen de van toepassing zijnde wettelijke kaders informatie te verstrekken ten behoeve van de uitvoering van de wettelijke taken van de partijen.

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN SAMENWERKING

Artikel 3 Algemene uitgangspunten

De Dopingautoriteit, het OM, de politie, de FIOD en de NVWA-IOD spreken af samen te werken voor zover dit past binnen de eigen taakstelling en wettelijke mogelijkheden.

Artikel 4 Benutten expertise

De partijen staan elkaar desgevraagd en waar mogelijk bij met deskundigheid en expertise.

Artikel 5 Contactpersonen

De partijen benoemen ieder vanuit hun organisatie een contactpersoon die het aanspreekpunt is voor hetgeen is afgesproken in dit samenwerkingsprotocol, dan wel contact vindt plaats middels de geëigende kanalen.

Artikel 6 Overleg

  • 1. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) organiseert driemaal per jaar het ‘Handel in Doping Intervisie’ overleg waarbij actualiteiten, beleidsvoornemens, trends en geanonimiseerde casuïstiek aan bod kunnen komen.

  • 2. Partijen kunnen daarnaast, wanneer de situatie dat naar het oordeel van de partijen vereist, ad-hoc overleg voeren.

Artikel 7 Nadere werkafspraken

Partijen kunnen nadere werkafspraken maken ter uitvoering van dit samenwerkingsprotocol.

HOOFDSTUK 3 INFORMATIE- EN GEGEVENSVERSTREKKING

Artikel 8 Informeren

  • 1. Partijen informeren elkaar, waar dit binnen de wettelijke kaders is toegestaan, over en weer over ontwikkelingen die bij het uitvoeren van hun taken van belang (kunnen) zijn.

  • 2. Zonder voorafgaande afstemming met de verstrekkende partij brengt de ontvangende partij geen informatie naar buiten.

Artikel 9 Verstrekking van informatie door het Openbaar Ministerie aan de Dopingautoriteit

Het Openbaar Ministerie is belast met de vervolging van strafbare feiten en heeft de leiding over strafrechtelijke onderzoeken. Op gegevensverstrekking zijn de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) van toepassing. Op basis van de Wpg en de Wjsg zijn er geen mogelijkheden om persoonsgegevens, bedrijfs- en/of zaaksgegevens te delen met de Dopingautoriteit. Het OM kan wel andere informatie delen, voor zover die van belang is voor de taakuitvoering van de Dopingautoriteit. Hierbij kan gedacht worden aan beleidsinformatie, zoals trends, ontwikkelingen, strategische analyses en andere beleidsmatige inzichten uit de vervolgingspraktijk.

Artikel 10 Verstrekking van informatie door de politie aan de Dopingautoriteit

De politie is onder andere belast met de opsporing van strafbare feiten. De persoonsgegevens die de politie verwerkt in het kader van haar politietaak betreffen politiegegevens, die worden verwerkt onder het regime van de Wpg. Op grond van de Wpg is het niet toegestaan structureel politiegegevens (alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon) te verstrekken aan de Dopingautoriteit. Overige gegevens kunnen verstrekt worden, met dien verstande dat de politie daarbij de afweging maakt of dit de uitvoering van haar politietaak niet schaadt.

Artikel 11 Verstrekking van informatie door de FIOD aan de Dopingautoriteit

De persoonsgegevens die de FIOD verwerkt in het kader van zijn wettelijke taak, vallen onder het regime van de Wpg. Deze wet biedt geen mogelijkheden om persoonsgegevens (politiegegevens) te verstrekken aan de Dopingautoriteit. De FIOD kan wel andere informatie (niet zijnde persoonsgegevens) verstrekken aan de Dopingautoriteit die van belang is voor de uitvoering van de taken van de Dopingautoriteit.

Artikel 12 Verstrekking van informatie door de NVWA-IOD aan de Dopingautoriteit

De persoonsgegevens die de NVWA-IOD verwerkt in het kader van zijn wettelijke taak, vallen onder het regime van de Wpg. Deze wet biedt geen mogelijkheden om persoonsgegevens (politiegegevens) te verstrekken aan de Dopingautoriteit. De NVWA-IOD kan wel andere informatie (niet zijnde persoonsgegevens) verstrekken aan de Dopingautoriteit die van belang is voor de uitvoering van de taken van de Dopingautoriteit.

Artikel 13 Verstrekking van informatie door de Dopingautoriteit aan het Openbaar Ministerie

De Dopingautoriteit kan informatie verstrekken aan het Openbaar Ministerie indien deze informatie van belang is voor de uitvoering van de wettelijke taak van het Openbaar Ministerie.

Artikel 14 Verstrekking van informatie door de Dopingautoriteit aan de politie, de FIOD en de NVWA-IOD

De Dopingautoriteit kan informatie verstrekken aan de politie, FIOD en de NVWA-IOD indien deze informatie van belang is voor de uitvoering van de wettelijke taak van deze partijen.

Artikel 15 Vertrouwelijkheid

De Dopingautoriteit draagt zorg voor de zodanige vastlegging en verwerking van informatie die van andere partijen is verkregen of in het kader van gezamenlijke acties wordt verkregen, dat uitsluitend daartoe, gelet op hun taak, gerechtigd verklaarde medewerkers van de Dopingautoriteit toegang tot die informatie kunnen krijgen.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Looptijd, evaluatie, wijzigingen en opzegging

  • 1. De looptijd van dit protocol is drie jaar. De looptijd kan met instemming van partijen worden verlengd.

  • 2. Twee jaar na ondertekening, of eerder indien daartoe aanleiding bestaat, evalueren partijen dit protocol en de uitvoering daarvan, op initiatief van de Dopingautoriteit.

  • 3. Partijen wijzigen dit protocol niet dan schriftelijk.

  • 4. Elke partij kan dit protocol met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden schriftelijk opzeggen, onder vermelding van de reden hiervoor.

  • 5. De opzeggende partij maakt afspraken met de andere partijen over de afhandeling van nog lopende activiteiten.

  • 6. Wanneer een partij dit protocol opzegt, blijft dit voor de overige partijen in stand, voor zover de inhoud en strekking ervan zich daartegen niet verzet.

Artikel 17 Plaatsing Staatscourant

Dit samenwerkingsprotocol wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Dit samenwerkingsprotocol treedt in werking met ingang van de dag na publicatie ervan in de Staatscourant.

24 mei 2019

de bestuursvoorzitter, H. Ram

de wnd hoofdofficier van Justitie, J.M. Fröberg

de commissaris van politie, M.R. Daniel

de Algemene directeur, J. van der Vlist

de directeur IOD, R. Stevens

Naar boven