Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 22 mei 2019, kenmerk 2588607/19/DP&O, houdende wijzigingen van het Bezoldigings- en schadeloosstellingsregeling College van Toezicht collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten in verband met actualisering

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Bezoldigings- en schadeloosstellingsregeling College van Toezicht collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Aan de voorzitter van het College wordt een vaste bezoldiging per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van bijlage B van het BBRA en de arbeidsduurfactor op 0,4.

  • 2. Aan het lid van het College dat is belast met juridische aangelegenheden wordt een vaste bezoldiging per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van bijlage B van het BBRA en de arbeidsduurfactor op 0,3.

  • 3. Aan het lid van het College dat is belast met financiële aangelegenheden wordt een vaste bezoldiging per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van bijlage B van het BBRA en de arbeidsduurfactor op 0,2.

  • 4. De voorzitter en de leden hebben recht op een vakantie-uitkering van 8% van de genoten bezoldiging per kalenderjaar.

  • 5. De voorzitter en de leden hebben recht op een eindejaarsuitkering van 8,3% van de genoten bezoldiging per kalenderjaar.

  • 6. De bezoldiging wordt, met uitzondering van vakantie- en eindejaarsuitkering, uitbetaald in gelijke maandelijkse termijnen.

  • 7. De vakantie- en eindejaarsuitkering worden eens per jaar uitbetaald, in de maanden mei respectievelijk december van ieder kalenderjaar.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De plaatsvervangend leden van het College ontvangen een vergoeding per vergadering.

  • 2. De vergoeding van de plaatsvervangend leden bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het BBRA.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Dit besluit tot wijziging van het Bezoldigings- en schadeloosstellingsregeling College van Toezicht collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten bevat actualiseringen van de arbeidsduurfactor en enkele aanpassingen in opbouw en vormgeving van de artikelen 2 en 3.

Artikel I, onderdeel A

Naar aanleiding van de herijking van de werkzaamheden van de voorzitter en de twee leden, zijn de arbeidsduurfactoren aangepast en in overeenstemming gebracht met de taakbelasting. Daarnaast zijn de bezoldigingsaspecten meer transparant gemaakt.

Artikel I, onderdeel B

De vormgeving is meer in overeenstemming gebracht met de opbouw overeenkomstig de aanwijzingen voor de regelgeving.

Artikel II

Aan dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot en met de datum waarvan is vastgesteld dat de taakbelasting van de voorzitter en de leden wijzigden.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven