GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING “REGIONALE SAMENWERKING LEERPLICHT EN REGIONALE MELD- EN COÖRDINATIEFUNCTIE ”

Logo Maastricht

 

De colleges van de gemeenten Eijsden-Margraten,Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 mei 2019, organisatieonderdeel BO-Sociaal, no. 2019-13271;

 

gelet op de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR), de (Herziene) Leerplichtwet 1969 en de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede de verantwoordelijke gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten);

 

overwegende, dat het voor het toezicht op de naleving van de leerplichtwet en de uitvoering van de Regionale Meld en Coördinatiefunctie aanbeveling verdient, dat gemeenten op dat gebied samenwerken waardoor er voor de leerlingen in deze gemeenten sprake is van een eenduidige aanpak, scholen zich nog maar tot één loket hoeven te richten, verdergaande professionalisering mogelijk is, deskundigheid sneller uitgewisseld kan worden en formatie gebundeld kan worden;

 

dat het daartoe de voorkeur verdient bevoegdheden van de bestuursorganen van de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen Valkenburg aan de Geul en Vaals te doen uitoefenen door de bestuursorganen van de gemeente Maastricht;

 

dat hiertoe op 16 september 2003 de gemeenschappelijke regeling Regionale samenwerking leerplicht en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie , Maastricht en Mergelland is vastgesteld;

 

dat bij de uitvoering van deze gemeenschappelijke regeling de bepalingen omtrent de wettelijke verslaglegging en de gemeentelijke planning & controlcyclus niet op elkaar aansluiten in verband met de verschillen tussen de begrippen schooljaar en kalenderjaar;

 

dat de colleges van de deelnemende gemeenten bevoegd zijn tot het vaststellen van de begroting en de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling;

 

dat in verband hiermee de gemeenschappelijke regeling op deze onderdelen aangepast dient te worden;

 

dat de raden van de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul toestemming voor deze wijziging hebben verleend;

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de volgende, gewijzigde: 

 

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING “REGIONALE SAMENWERKING LEERPLICHT EN REGIONALE MELD- EN COÖRDINATIEFUNCTIE MAASTRICHT EN MERGELLAND”

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

 

 

Artikel 1  

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

  • b.

    de centrumgemeente: de gemeente Maastricht;

  • c.

    een deelnemende gemeente: een aan deze regeling deelnemende gemeente;

  • d.

    portefeuillehoudersoverleg: het portefeuillehouderoverleg zoals functionerend binnen het sociaal domein Maastricht en Heuvelland;

  • e.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders.

 

Hoofdstuk 2 De centrumgemeente

 

 

Artikel 2  

  • 1.

    De bevoegdheden van het college en van de ambtenaren van de deelnemende gemeenten ingevolge de in artikel 3 genoemde wetten, alsmede de daaruit voortvloeiende danwel daarop gebaseerde regelingen, worden voor en namens de deelnemende gemeenten uitgeoefend door het college en de ambtenaren van de centrumgemeente.

  • 2.

    De centrumgemeente heeft de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen als bedoeld in artikel 125 Gemeentewet indien dit dient tot handhaving van de Leerplichtwet 1969.

 

Hoofdstuk 3 Belangen en bevoegdheden

 

 

Artikel 3  

Deze regeling wordt getroffen ter uitoefening van de bevoegdheden inzake het toezicht op de naleving van de (herziene) Leerplichtwet 1969 en de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede de verantwoordelijke gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten);

 

Artikel 4  

De centrumgemeente formuleert indien aan de orde in overleg met de deelnemende gemeenten jaarlijks de beleidsuitgangspunten of wijziging daarin voor de Leerplicht- en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie, die na bespreking in het Portefeuillehoudersoverleg ter vaststelling aan de deelnemende gemeenten worden aangeboden.

 

Hoofdstuk 4 Informatie – en verantwoordingsplicht

 

 

Artikel 5  

Indien een of meer leden van de raden van deelnemende gemeenten schriftelijk inlichtingen vragen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen een maand aan de betreffende raden.

 

Artikel 6  

  • 1.

    Ten behoeve van de verantwoording als bedoeld in artikel 7 leveren de deelnemende gemeenten periodiek een overzicht van de relevante BRP-gegevens over de uitvoering van de taken voortvloeiend uit de Leerplichtwet en de Regionale meld- en coördinatiefunctie.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde gegevensaanlevering vindt plaats met inachtneming van de geldende privacywetgeving.

 

Artikel 7  

  • 1.

    Het college van de centrumgemeente brengt jaarlijks vóór 1 oktober verslag uit aan de deelnemende gemeenten over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar gevoerde beleid inzake de handhaving van de leerplicht. De colleges van de deelnemende gemeenten leggen dit verslag ter kennisneming voor aan de gemeenteraden in hun gemeente.

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente brengt jaarlijks vóór 1 april van het kalenderjaar volgend op het afgesloten schooljaar verslag uit aan de deelnemende gemeenten over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar gevoerde beleid en wijzigingen daarin inzake de Regionale meld- en coördinatiefunctie. De colleges van de deelnemende gemeenten leggen dit verslag ter kennisneming voor aan de gemeenteraden in hun gemeente.

 

Artikel 8  

De centrumgemeente doet jaarlijks opgave aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van de omvang en behandeling van het gemelde schoolverzuim binnen de deelnemende gemeenten en stelt de deelnemende gemeenten daarvan in kennis.

 

Hoofdstuk 5 Personeel

 

 

Artikel 9  

Het college van de centrumgemeente stelt personeel ter beschikking voor de uitvoering van de in artikel 3 genoemde taken. De deelnemende gemeenten vergoeden de kosten voor het personeel op basis van vooraf vastgestelde kostprijs en formatieberekening, zoals vermeld in de door het Portefeuillehoudersoverleg vastgestelde verdeelsleutel.

 

Hoofdstuk 6 Financiën

 

 

Artikel 10  

  • 1.

    Voor 1 april stelt het college van de centrumgemeente een ontwerpbegroting op waarin de te vergoeden kosten per deelnemende gemeente voor het komende kalenderjaar zijn opgenomen.

  • 2.

    Deze ontwerpbegroting wordt ter advisering voorgelegd aan het Portefeuillehoudersoverleg en ter vaststelling aan de colleges van de deelnemende gemeenten toegezonden. De colleges stellen deze begroting voor 1 juli voor het komende kalenderjaar vast.

  • 3.

    Het college van de centrumgemeente zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli, ter kennisneming aan Gedeputeerde Staten.

 

Artikel 11  

  • 1.

    Voor 1 april stelt het college van de centrumgemeente een ontwerpjaarrekening op waarin de kosten per deelnemende gemeente van het afgelopen kalenderjaar zijn opgenomen.

  • 2.

    Deze ontwerpjaarrekening wordt ter advisering voorgelegd aan het Portefeuillehoudersoverleg en ter vaststelling aan de colleges van de deelnemende gemeenten toegezonden. De colleges stellen deze jaarrekening voor 1 juli vast.

  • 3.

    De rekening wordt binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli, met alle bijbehorende stukken door het college van de centrumgemeente ter kennisneming aan Gedeputeerde Staten toegezonden.

 

Hoofdstuk 7 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

 

 

Artikel 12  

  • 1.

    Toetreding tot de regeling door andere gemeenten vindt plaats bij besluit van de colleges, na verleende toestemming door de raden, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, indien tenminste twee derde van de deelnemende gemeenten daarmee instemt.

  • 2.

    De centrumgemeente regelt in overleg met de deelnemende gemeenten de rechten en verplichtingen welke voor de toegetreden gemeente uit de regeling voortvloeien.

 

Artikel 13  

  • 1.

    Een deelnemende gemeente kan uittreden uit de regeling door een daartoe strekkend besluit van de colleges, nadat de raden daar toestemming voor hebben verleend

  • 2.

    Een deelnemende gemeente kan uitsluitend per 1 januari uittreden. Het voornemen tot uittreding wordt door de deelnemende gemeente minimaal 1 jaar van tevoren kenbaar gemaakt aan de centrumgemeente.

  • 3.

    De centrumgemeente regelt in overleg met de deelnemende gemeenten de financiële gevolgen (inclusief de gevolgen voor het personeel als bedoeld in hoofdstuk 5) en de overige gevolgen van de uittreding.

 

Artikel 14  

  • 1.

    De colleges van de deelnemende gemeenten kunnen aan de centrumgemeente voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2.

    Indien de centrumgemeente wijziging van de regeling wenselijk acht doet de centrumgemeente een daartoe strekkend voorstel toekomen aan de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Een wijziging is tot stand gekomen wanneer de colleges van twee derde van het aantal deelnemende gemeenten daartoe hebben besloten en hun raden daarvoor toestemming hebben gegeven, met dien verstande dat voor wijziging van de belangen vermeld in artikel 3 de instemming is vereist van de betrokken bestuursorganen van elk der deelnemende gemeenten.

 

Artikel 15  

  • 1.

    De regeling wordt opgeheven wanneer de colleges van ten minste twee derde van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten en hun raden daarvoor toestemming hebben gegeven.

  • 2.

    In het geval van opheffing van de regeling regelt de centrumgemeente de financiële gevolgen van de opheffing in een liquidatieplan. Hiertoe kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 3.

    Het liquidatieplan behoeft de instemming van alle deelnemende gemeenten.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het voorziet tevens in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel als bedoeld in hoofdstuk 5 van de regeling.

     

 

Hoofdstuk 8 Bezwaarschrift en beroep

 

 

Artikel 16  

Het behandelen van bezwaarschriften geschiedt door de centrumgemeente.

 

Hoofdstuk 9 Archief

 

 

Artikel 17  

De centrumgemeente draagt zorg voor de archiefbescheiden conform de algemene archiefregeling van de centrumgemeente.

 

 

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

 

 

Artikel 18  

  • 1.

    De centrumgemeente draagt zorg voor de bekendmaking van de regeling op de wijze zoals voorzien in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Deze gewijzigde regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking. De colleges van de deelnemende gemeenten nemen de regeling op in het door hen bij te houden register, bedoeld in artikel 27 van de WGR.

 

Artikel 19  

  • 1.

    De centrumgemeente zendt de regeling, alsmede besluiten tot toetreding, wijziging of uittreding van de regeling toe aan Gedeputeerde Staten en zendt een besluit tot opheffing van de regeling, toe aan Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    De regeling kan worden aangehaald als: “Regionale samenwerking Leerplicht en Regionale meld- en coördinatiefunctie”.

  • 3.

    De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

 

 

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 7 mei 2019.

 

De Secretaris,

R.E.C. Kleijnen

 

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

 

 

Aldus besloten door het college van de gemeente Meerssen in zijn vergadering van 7 augustus 2018.

 

De Secretaris,

Mr. J.J.M. Eurlings

 

De Burgemeester,

M.A.H. Clermonts-Aretz

 

 

Aldus besloten door het college van de gemeente Valkenburg aan de Geul in zijn vergadering van 7 mei 2019.

 

De Secretaris,

L.T.J.M. Bongarts

 

De Burgemeester,

Dr. J.J. Schrijen

 

 

Aldus besloten door het college van de gemeente Vaals in zijn vergadering van 12 juni 2018

 

De Secretaris,

J. Bertram

 

De Burgemeester,

R. van Loo

 

 

Aldus besloten door het college van de gemeente Eijsden-Margraten in zijn vergadering van 21 augustus 2018.

 

De Secretaris,

M.F.M.E. Severijns

 

De Burgemeester,

D.A.M. Akkermans

 

 

Aldus besloten door het college van de gemeente Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 5 juni 2018.

 

De Secretaris,

J. Kusters

 

De Burgemeester,

N. Ramaekers - Rutjens

 

 

 

Naar boven