Regeling Creatief gebruik digitaal erfgoed 2019–2020

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2019

besluit:

vast te stellen de Regeling Creatief gebruik digitaal erfgoed 2019–2020.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. actieve cultuurparticipatie:

kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

b. Algemeen Subsidiereglement:

Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

c. bestuur:

het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

d. cultuurmaker:

persoon die in zijn of haar vrije tijd actief is als deelnemer op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media;

e. digitaal erfgoed:

erfgoedmateriaal dat gedigitaliseerd is of van origine digitaal, inclusief digitale informatie over erfgoed;

f. erfgoedbeoefening:

het in de vrije tijd actief zijn als deelnemer op het gebied van erfgoed;

g. Fonds:

stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

h. Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2. Doel

Met deze regeling stimuleert het Fonds actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren in de vrije tijd om de zichtbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed te vergroten.

Artikel 3. Wie kan aanvragen

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een in Nederland gevestigde stichting of vereniging met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die zich inzet voor actieve cultuurparticipatie en/of erfgoedbeoefening en zich richt op jongeren.

Artikel 4. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1. De aanvrager kan subsidie aanvragen voor een project gericht op het actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren in de vrije tijd, waarbij het digitaal erfgoed door deze cultuurmakers als bronmateriaal wordt gebruikt.

  • 2. Het project heeft een maximale looptijd van twee jaar en start uiterlijk binnen zes maanden na subsidieverlening.

  • 3. Het project start niet eerder dan 13 weken na indiening van de aanvraag.

Artikel 5. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 1.100.000.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal € 50.000 per project.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:5 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend door het Fonds of door één van de andere publieke cultuurfondsen;

    • b. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van de aanvraag reeds worden uitgevoerd;

    • c. de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere of terugkerende activiteiten dan wel redelijkerwijs gefinancierd kunnen worden uit het reguliere (taakstellings)budget van de aanvrager;

  • 2. Subsidie kan worden geweigerd als een aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Subsidie kan worden geweigerd als het plan niet, of niet voldoende aansluit bij het doel van de regeling.

Artikel 8. Voorwaarden en beperkingen

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. er sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond; en

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren.

  • 2. De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de totale voor subsidie in aanmerking komende projectkosten.

  • 3. De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 4. Slechts direct aan het project gerelateerde kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5. De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van het project.

  • 6. Maximaal 10% van de subsidie van het Fonds mag worden ingezet voor materiële investeringen die benodigd zijn voor het project.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht tot kennisdeling van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt.

  • 2. De subsidieontvanger werkt overeenkomstig de principes van de Governance Code Cultuur.

HOOFDSTUK 2. AANVRAAG

Artikel 10. Indieningstermijnen

Een aanvraag kan worden ingediend van maandag 3 juni 2019 tot en met vrijdag 18 december 2020.

Artikel 11. Indieningsvereisten

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project en een sluitende begroting.

Artikel 12. Beoordelingscriteria

  • 1. Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit;

    • c. bijdrage aan het vergroten van de zichtbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed.

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag te voldoen aan alle criteria.

Artikel 13. Adviescommissie

Het bestuur legt de aanvragen boven de € 25.000 die voldoen aan de indieningsvereisten, ter advisering voor aan een externe adviescommissie.

Artikel 14. Beoordelingswijze

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen.

Artikel 15. Beslistermijn

Het bestuur beslist binnen 13 weken nadat een aanvraag is ontvangen.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een aanvrager van bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Algemeen subsidiereglement

Voor zover deze regeling daar niet in voorziet zijn de bepalingen uit het Algemeen Subsidiereglement van toepassing.

Artikel 18. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025 Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond, blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Creatief gebruik digitaal erfgoed 2019–2020.

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, H.G.G.M. Verhoeven directeur-bestuurder

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

De aandacht voor cultureel erfgoed binnen de samenleving is de afgelopen jaren toegenomen. In de brief Cultuur in een Open Samenleving (2018) benoemt de minister van OCW het belang van de digitale toegankelijkheid van erfgoed en het bereik van nieuwe doelgroepen. Om de digitale toegankelijkheid van het erfgoed verder te bevorderen, stelt de minister voor 2019–2020 extra middelen ter beschikking. Het Fonds voor Cultuurparticipatie is, samen met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Mondriaan Fonds, gevraagd om elk vanuit de eigen invalshoek een stimuleringsmaatregel vorm te geven die bijdraagt aan nieuwe gebruiksvormen voor digitaal erfgoed en het bereiken van nieuwe doelgroepen.

De afgelopen jaren heeft de minister van OCW geïnvesteerd in het vergroten van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van digitaal erfgoed. In de brief Erfgoed Telt heeft de minister aangegeven dat het van belang is om hierbij oog te hebben voor de kansen die dit biedt voor jongeren. Jongeren beschikken over digitale vaardigheden, maar digitaal erfgoed, hoewel veel erfgoed online beschikbaar is, is nog niet altijd even zichtbaar voor en bekend bij jongeren.

Het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) voert in opdracht van de minister van OCW de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed uit. Volgens de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed kent digitaal erfgoed verschillende verschijningsvormen: digital born erfgoed (erfgoedmateriaal dat van origine al digitaal is, zoals elektronische archieven, digitale kunst of foto's die met een digitale camera zijn gemaakt), gedigitaliseerd erfgoed (erfgoedmateriaal waarvan met digitalisering een reproductie is gemaakt) en digitale informatie over erfgoed (beschrijvingen, detailfoto's of digitale reconstructies van het erfgoedobject). De informatie wordt meestal in een geordende vorm (bijvoorbeeld een database) beschikbaar gesteld.

Het Fonds voor Cultuurparticipatie stimuleert actieve deelname aan cultuur op school en in de vrije tijd. Cultuur maken geeft plezier, brengt mensen samen en maakt de verhalen van ons allemaal zichtbaar. Door zelf cultuur te maken, geven mensen vorm en betekenis aan een omgeving die voortdurend verandert. Met stimuleringsregelingen draagt het Fonds bij aan een open samenleving waarin iedereen zijn creativiteit kan ontwikkelen.

Met deze regeling stimuleert het Fonds het actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren in hun vrije tijd. Hiermee sluit het Fonds aan bij de intensiveringsopdracht van het NDE op het onderdeel zichtbaarheid, dat zich richt op de toename van het actieve gebruik van erfgoedcollecties, waarbij de gebruiker centraal staat en de nadruk ligt op participatie en beleving.

2. Inhoud van de regeling

Met de regeling Creatief gebruik digitaal erfgoed 2019–2020 stimuleert het Fonds actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren in de vrije tijd. De belevingswereld van jongeren is daarbij het vertrekpunt. Door de jongeren centraal te stellen, dient het digitale erfgoed vooral als middel om cultuur te maken. Dit gaat verder dan het bekijken en lezen van digitale collecties en betekent dat het digitaal erfgoed als bronmateriaal dient waarmee jongeren in de vrije tijd creatief aan de slag gaan. Door te kiezen voor jongeren, wordt de gebruikersgroep vergroot. En door het digitaal erfgoed in een context te plaatsen die voor jongeren relevant is, worden nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed gestimuleerd. Door samenwerking met andere disciplines en partners worden cross-overs gestimuleerd en wordt bijgedragen aan het duurzaam vergroten van de zichtbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed. De opbrengst van de regeling, in de vorm van nieuwe gebruiksvormen van digitaal erfgoed, deelt het Fonds met het veld, in afstemming met DEN, kennisinstituut voor cultuur en digitalisering, en het NDE.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2

Met deze regeling stimuleert het Fonds actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren van 12 tot 25 jaar in de vrije tijd en nieuwe gebruiksvormen voor digitaal erfgoed, om zo de zichtbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed duurzaam te vergroten.

Artikel 3

Subsidie kan worden aangevraagd door culturele instellingen die zich richten op actieve cultuurparticipatie voor en door jongeren en die zich daarbij laten inspireren door en gebruik maken van digitale erfgoedcollecties. Instellingen die vertegenwoordigd zijn in het Knooppunt Digitalisering kunnen geen subsidie aanvragen.

Artikel 4

Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor projecten gericht op actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed voor en door jongeren als cultuurmakers in de vrije tijd. De jongere ontwikkelt, maakt, geeft vorm en creëert met digitaal erfgoed als bronmateriaal. In het project staan de jongeren en hun belevingswereld centraal. Digitaal erfgoed wordt binnen een context geplaatst die jongeren aanspreekt om er creatief mee aan de slag te kunnen gaan.

Daarbij kan worden gedacht aan competities voor het ontwikkelen van nieuwe en mediumonafhankelijke creaties op basis van digitaal gearchiveerde film- en audiobeelden, aan projecten waarbij jongeren digitaal erfgoed gebruiken bij de uitvoering van hun kunstproject of kunstuitvoering, aan (digitale) werkplaatsen waar met digitale technieken wordt gewerkt en waar jongeren materialen, vormen of technieken uit digitale erfgoedcollecties gebruiken, theatervoorstellingen die met en door jongeren zijn ontwikkeld op basis van erfgoedmateriaal over de eigen wijk, stad of cultuur, en landelijke, regionale, stedelijke en wijk- en buurtgerichte mediacommunicaties, waar jongeren als redacteur digitale erfgoedcollecties gebruiken bij het maken van reportages, producties en filmpjes. Daarbij kan ook worden gedacht aan intergenerationele projecten, waarbij de jongeren als cultuurmaker met niet-generatiegenoten aan de slag gaan met digitaal erfgoed.

Kenmerkend aan deze voorbeelden is dat het digitaal erfgoed op een vernieuwende manier is verweven in de projecten en dat de context waarin het project plaatsvindt aansluit bij de interesse van de doelgroep.

Projecten die zich richten op het digitaliseren van de erfgoedcollecties komen niet voor subsidie in aanmerking. Dat geldt ook voor activiteiten op het gebied van het toegankelijk maken, het delen of het presenteren van digitaal erfgoed en voor activiteiten op het gebied van erfgoededucatie.

Artikel 7

Gezien het stimuleringskarakter van de regeling kunnen in de aanvraag geen activiteiten worden opgevoerd die reeds tot de reguliere activiteiten van de aanvrager kunnen worden gerekend.

Artikel 8

Voor subsidie komen alleen projectkosten in aanmerking die relevant zijn in het licht van het doel van deze regeling. Tot deze projectkosten behoren alleen de investeringen die direct op de realisatie van het project zijn gericht, zoals de inzet van artistiek en organisatorisch personeel en de huur van apparatuur, repetitieruimte of podiumvoorzieningen om de projectactiviteiten te realiseren. Lasten die op enigerlei wijze tot de normale exploitatiekosten kunnen worden gerekend, zoals vaste huur, aanschaf van inventaris en investeringen die niet direct op de realisatie van de activiteiten zijn gericht, komen niet voor ondersteuning in aanmerking. Maximaal 10% van de subsidie van het Fonds wordt besteed aan materiaalkosten, zoals de aanschaf van hardware of instrumenten.

Artikel 9

De subsidieontvanger is verplicht deel te nemen aan uitwisselingsbijeenkomsten en om tijdens de subsidieperiode opgedane kennis te delen. Het Fonds werkt op het gebied van zichtbaarheid van digitaal erfgoed en kennisdeling van nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed samen met het NDE en DEN en met het Mondriaan Fonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Via onlinekanalen van het Fonds, het NDE en DEN wordt ruimte geboden voor het presenteren van verhalen en beeldmateriaal van de projecten. Voor een goede overdraagbaarheid van de projectresultaten bieden het NDE en DEN de mogelijkheid om de projectopbrengst op te nemen in een kennisdossier en te delen met het veld.

Artikel 11

De subsidieaanvraag bestaat uit de volgende documenten:

  • 1. Een volledig ingevuld digitaal aanvraagformulier

  • 2. Een projectplan

  • 3. Een volledig ingevulde (model)begroting

Aanvraagformulier

Via ons digitaal aanvraagsysteem MijnFonds dient het aanvraagformulier Digitaal erfgoed te worden ingevuld.

Projectplan

Het projectplan van maximaal 5.000 woorden dient in ieder geval de volgende onderdelen te bevatten:

Inhoud, doelstellingen en doelgroep van het project
  • Beschrijf de inhoud, de doelstelling(en) en de opzet van het project. Daarbij wordt duidelijk gemaakt hoe het digitaal erfgoed als bronmateriaal voor actieve cultuurparticipatie in een context wordt geplaatst die aansluit bij de belevingswereld van doelgroep. Geef aan hoe het project bijdraagt aan nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed en hoe dit ten goede komt aan het duurzaam vergroten van het gebruik van digitaal erfgoed.

  • Geef inzicht in de deelnemersgroep en geef aan hoe de deelnemers geworven, geselecteerd en begeleid worden.

  • Beschrijf de aanpak van het project. Geef aan op welke manier nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed worden ontwikkeld of ingezet.

  • Geef aan of het digitaal erfgoed dat wordt gebruikt in eigen beheer is, en zo nee welke afspraken zijn gemaakt over het gebruik van het digitaal erfgoed. Geef ook aan of eventueel nieuw gemaakt digitaal materiaal vrij te gebruiken is door anderen.

  • Geef aan op welke manier de voortgang wordt bewaakt en op welke wijze het project wordt gemonitord en geëvalueerd.

  • Geef eventueel aan met welke relevante partners wordt samengewerkt en waarom. Geef aan hoe deze samenwerking bijdraagt aan nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed.

Organisatorische werkwijze
  • Beschrijf de projectstructuur en de taak- en rolverdeling.

  • Geef aan wat de planning is van het project.

  • Geef een toelichting op de begroting (de begroting is een bijlage bij de aanvraag). Geef een overzicht van de inkomsten en uitgaven en maak een verbinding met de activiteiten in het projectplan.

  • Geef eventueel aan op welke manier wordt samengewerkt met partners.

Begroting

Aanvragers kunnen een eigen begroting indienen. We verzoeken om de modelbegroting te gebruiken. De begroting moet sluitend zijn.

Artikel 12

Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. Inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling: bij dit criterium beoordeelt het Fonds of de inhoud en de aanpak van het project bijdragen aan nieuwe vormen van actief en creatief gebruik van digitaal erfgoed door jongeren. Ook wordt bekeken hoe met de gekozen vorm en context verbinding wordt gemaakt met de leefwereld van de jongeren.

  • b. Organisatorische kwaliteit: binnen dit criterium wordt beoordeeld of er sprake is van een helder en realistisch plan van aanpak, met een duidelijke doelstelling, activiteiten die zijn gericht op het bereiken van het doel en een haalbare planning. Ook wordt bekeken of de rollen, taken en verantwoordelijkheden voor de uitvoering helder worden belegd. In het geval van digitaal erfgoed waar copyright op rust, wordt bekeken hoe afspraken worden gemaakt over toestemming voor de manier waarop het digitaal erfgoed wordt gebruikt. Daarnaast wordt beoordeeld of de begroting inzichtelijk en redelijk is, en aansluit bij de activiteiten.

  • c. Bijdrage aan het vergroten van de zichtbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed: binnen dit criterium wordt bekeken in hoeverre de aanvrager door middel van nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed bijdraagt aan het duurzaam vergroten van het gebruik van digitaal erfgoed door jongeren. Daarbij wordt gekeken naar hoe de aanvrager ook in de toekomst de nieuwe vormen van gebruik van digitaal erfgoed denkt te gaan inzetten vanuit de eigen organisatie, in samenwerking met andere organisaties dan wel via open kennisdeling.

Alleen aanvragen die voldoen aan alle drie beoordelingscriteria, komen in aanmerking voor subsidie. Indien het subsidieplafond nog niet is bereikt, wordt de subsidie toegewezen. Aanvragen die niet aan alle beoordelingscriteria voldoen, worden afgewezen.

Artikel 14

De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van ontvangst. Op basis van volgorde van binnenkomst (datum en tijdstip) worden de aanvragen opgenomen in een lijst. Een onvolledige aanvraag kan binnen een redelijke termijn worden aangevuld. De datum van aanvulling geldt dan als de datum van binnenkomst van de aanvraag.

Artikel 17

In het Algemeen Subsidiereglement zijn regels opgenomen die van toepassing zijn op alle subsidies die het Fonds verstrekt. Deze regels gaan bijvoorbeeld over de subsidieverlening, verantwoording en bevoorschotting.

Naar boven