TOELICHTING
1. Inleiding
De onderhavige Regeling schoolfruit, -groenten en -melk 2019 (Regeling 2019) betreft
een vervanging van de voorafgaande Regeling schoolfruit, -groenten en -melk 2018 (Regeling
2018). Deze Regelingen geven uitvoering aan de Europese marktordeningsregels voor
de groente- en fruit en zuivelsector.
Die marktordeningsregels zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het
Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke
ordening van de markten voor landbouwproducten (PbEU 2013, L 347), Gedelegeerde Verordening
(EU) nr. 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling van de Verordening
(EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot Uniesteun
voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr 907/2014 van de Commissie (PbEU
2017, L 5) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2017/39 van de Commissie van 3 november
2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013
van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van
groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5).
De onderhavige regeling betreft de schooljaren 2019/2020 en 2020/2021.
De Regeling schoolfruit, -groenten en -melk 2018, die voor schooljaar 2018–2019 van
toepassing is, wordt in artikel 15 ingetrokken.
De Europese schoolregeling heeft tot doel de consumptie van melk en groenten en fruit
door kinderen te bevorderen en hen gezonde eetgewoonten aan te leren. Dit vindt plaats
door het verstrekken van melk en groenten en fruit aan kinderen op scholen, in combinatie
met begeleidende educatieve maatregelen die het bereiken van de doelstelling ondersteunen.
Deze begeleidende maatregelen dragen bij aan het bevorderen van gezonde eetgewoonten
en het vergroten van kennis bij kinderen over de productie van landbouwproducten.
2. Wijzigingen ten opzichte van de Regeling 2018
Na een evaluatie van de uitvoering van de Schoolregeling 2018 zijn de volgende aspecten
uit oogpunt van efficiency en met het oog op vermindering van de lastendruk aangepast:
Leveringsplan
Volgens de Regeling 2018 dient de leverancier een leveringsplan te verstrekken bij
zijn aanvraag tot erkenning. Dit leveringsplan was echter niet onderhevig aan goedkeuring
van de minister. Dit is nu anders geregeld, namelijk dat een goedgekeurd leveringsplan
onderdeel uit gaat maken van de erkenningsvoorwaarden die zijn genoemd in artikel
2 eerste lid, van de Regeling 2019.
Daarnaast zijn de onderwerpen die in het leveringsplan uitwerking behoeven opgenomen
in artikel 2 van de Regeling 2019 te weten:
Verlenging periode erkenning van leveranciers groenten en fruit en melk
Volgens de Schoolregeling 2018 is de periode van erkenning van leveranciers 1 schooljaar
(augustus tot en met juli). Volgens de onderhavige Schoolregeling 2019 zal de erkenning
van leveranciers van respectievelijk groente en fruit en melk een periode van 2 schooljaren
zijn. Op die manier kan een erkende leverancier een goede dienstverlening continueren.
Daarnaast vermindert het de administratieve lasten, nu er maar 1 keer per 2 jaar een
erkenning hoeft te worden aangevraagd. Bovendien kan in het tweede schooljaar de levering
vroeger in het schooljaar beginnen, te weten al in september in plaats van in november.
De inschrijfperiode van 1 schooljaar blijft gehandhaafd voor de deelnemende scholen
om deze de mogelijkheid te geven om jaarlijks af te wisselen of om zich terug te trekken
van de voorziening van groenten, fruit en/of melk.
Aanpassing van de porties van groente en fruit producten
Binnen de Schoolregeling 2018 hebben de leveranciers keuzevrijheid van de producten
groente en fruit, die zijn opgenomen in de Nederlandse Strategie ter uitwerking van
artikel 23, negende lid van Verordening 1308/2013. Deze keuzevrijheid blijft gehandhaafd.
Om meer variatie van producten groenten en fruit te bereiken en om de hoeveelheid
groenten te verhogen, zijn in de Schoolregeling 2019 de verdeling en gewichten van
de porties groenten en fruit aangepast en wel als volgt:
-
• minimaal 20% groente per schooljaar (in plaats van 10%);
-
• maximaal 20% hetzelfde product per schooljaar (in plaats van hetzelfde fruit);
-
• minimaal gewicht van 70 gram per portie bij een minimaal gewicht van 300 gram per
week (in plaats van 240 gram).
Deelname van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) aan de Regeling voor
groenten en fruit
Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, kunnen vanaf het volgend schooljaar ook
meedoen met de Regeling voor groenten en fruit en de daaraan gekoppelde begeleidende
maatregelen. Hiermee wordt in een behoefte voorzien zonder dat het de verwachting
is dat het ten koste gaat ten opzichte van geïnteresseerde basisscholen. De reeds
ontwikkelde begeleidende maatregelen voor leerlingen van het basisonderwijs zijn bovendien
ook te gebruiken voor leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs.
3. Erkenning leveranciers fruit en groenten
Leveranciers die aan deze regeling willen deelnemen, kunnen met ingang van 14 juni
tot en met 5 juli 2019 een aanvraag voor erkenning voor de periode van twee schooljaren
indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Een erkenning is
voorgeschreven in artikel 6 van Verordening 2017/40. De leveranciers moeten aan bepaalde
voorwaarden voldoen om als erkende leverancier in het register te worden opgenomen.
Met uitzondering van strakkere regulering van het leveringsplan zijn de voorwaarden
niet gewijzigd ten opzichte van de Regeling 2018.
Ingeval er zich meer dan acht leveranciers hebben ingeschreven die aan de erkenningsvoorwaarden
voldoen, wordt op basis van loting besloten aan welke leveranciers een erkenning wordt
verleend.
De aanvraag tot erkenning omvat onder meer een volledig ingevuld, door RVO.nl verstrekt,
aanvraagformulier, een recent bedrijfsprofiel van de Kamer van Koophandel, een certificeringsbewijs
(dan wel bewijzen dat groenten en fruit rechtstreeks afgenomen wordt van gecertificeerde
producenten/leveranciers), de intern meest uitgebreide jaarrekeningen over 2017 en
2018 en een opgave van het maximale aantal te beleveren scholen. Verder is goedkeuring
van het leveringsplan nu een van de voorwaarden om voor een erkenning in aanmerking
te komen.
In het leveringsplan dient te worden aangegeven hoe wordt ingespeeld op de voorkeur
voor lokale fruit en groenten, en op welke manier invulling gegeven wordt aan de eisen
aan kwaliteit en variatie van aangeboden fruit en groenten. Daarnaast dient vanaf
het komend schooljaar in het leveringsplan te worden aangegeven hoe de inkoop, logistiek,
distributie, opslagruimte, administratie en communicatie zijn vorm gegeven.
4. Voorwaarden levering fruit en groenten
De overige voorwaarden voor erkenning van leveranciers voor fruit en groenten zijn
ten opzichte van schooljaar 2018/2019 onveranderd.
Zo moeten leveranciers in staat zijn om producten landelijk te leveren en minimaal
300 scholen te beleveren. Leveranciers kunnen desgewenst 3 voorkeur provincies opgeven
voor wat betreft de te beleveren scholen. Dit is bedoeld om te onderzoeken of een
efficiëntere toedeling van scholen aan leveranciers (per regio) in de toekomst tot
de mogelijkheden behoort, met het oog op een meer duurzame wijze van distributie/beperking
van transportkosten. Het is geen garantie dat er komend schooljaar bij de toedeling
al rekening gehouden wordt met de opgegeven voorkeuren.
Om te garanderen dat leveranciers voldoende ervaring hebben in de productie en/of
handel van groenten en fruit en beschikken over de noodzakelijke kennis, ervaring
en faciliteiten dienen leveranciers aan te tonen dat zij in een periode van twee jaar
vóór de dag van indiening van de erkenningsaanvraag hun hoofdactiviteit hebben in
de groenten- en fruitsector. Dit moet worden aangetoond door het indienen van interne
jaarrekeningen over 2017 en 2018. De gewenste ervaring kan ook blijken uit aantoonbare
deelname als erkende leverancier aan de EU-schoolfruitregeling in tenminste twee van
de afgelopen vijf schooljaren.
Verder moet de leverancier kunnen bewijzen dat hij op de dag van de erkenningsaanvraag
staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder een of meer van de in bijlage
1 vermelde SBI-codes. Om te garanderen dat de producten geleverd worden door of afkomstig
zijn van een bedrijf dat de wettelijke hygiëne-eisen in acht neemt dient de leverancier
aan te tonen dat hij Global Gap gecertificeerd is of beschikt over een gelijkwaardig
certificaat (bv. HACCP) of groenten en fruit rechtstreeks betrekt van een gecertificeerde
producent/leverancier.
Met het oog op de continuïteit van de groenten- en fruitleveringen dient de leverancier
te verklaren dat hij voldoende kredietwaardig is om het gewenste aantal scholen gedurende
de hele leveringsperiode te beleveren en dit voor te financieren. De verklaring van
kredietwaardigheid kan voorafgaand aan het tweede schooljaar voor het tweede jaar
wederom worden gevraagd.
Om het aantal erkende leveranciers op een werkbaar niveau te kunnen houden worden
er maximaal acht leveranciers erkend. Om eerlijke kansen op deelname te bieden aan
verschillende leveranciers dienen leveranciers bij inschrijving te verklaren dat zij
geen verbonden partij zijn met een andere leverancier die om erkenning verzoekt. Dit
omvat organisatorische, economische en financiële verbondenheid en verbondenheid op
basis van juridische grondslagen, zoals beschreven in bijlage 2. Er kan gevraagd worden
om door middel van bewijsstukken aan te tonen dat er geen sprake van verbondenheid
is.
5. Forfaitaire vergoeding fruit en groente
Een leverancier dient akkoord te gaan met een forfaitaire vergoeding ter hoogte van
23 eurocent per portie geleverd product.
Dit bedrag is vastgesteld op basis van een berekening in 2016 van de gemiddelde werkelijke
kost- en distributieprijzen en een herberekening hiervan in 2019 uitgevoerd door het
‘Wageningen Economic Research’ (hierna: WECR).
Het bedrag omvat zowel een vergoeding voor de kosten voor het product als voor distributie
en vervoer. De subsidiabele kosten voor distributie en vervoer betreffen: transportkosten,
orderverzamelkosten, kosten voor coördinatie van de distributie en het transport,
kosten van verpakkingsmateriaal, kosten van het distributiecentrum (gedurende de schoolfruitperiode),
contact met scholen over de productlevering en terugkoppeling hiervan en administratiekosten
met betrekking tot de schoolfruitleveringen. Tevens zijn de aan distributie en vervoer
gerelateerde loonkosten alsmede een redelijke marge bij dit bedrag inbegrepen. BTW
(ook niet-verrekenbare BTW) komt in geen geval voor subsidie in aanmerking.
De herberekening door het WECR van de gemiddelde werkelijke kost- en distributieprijzen
voor groente en fruit producten per 1 mei 2019 heeft geen aanleiding gegeven om het
forfaitaire bedrag van 23 eurocent voor een portie groente of fruit bij te stellen.
6. Erkenning leveranciers en scholen voor melk
De Regeling 2019 biedt ook de mogelijkheid om gedurende twee schooljaren met EU-steun
gepasteuriseerde halfvolle melk te verstrekken aan kinderen in scholen die aan de
schoolmelkregeling deelnemen om op die manier bij te dragen aan het bevorderen van
de melkconsumptie en aan gezonde eetgewoonten. De EU-steun bedraagt 14 eurocent per
eenheid van 200 ml halfvolle melk. Deze vergoeding komt ongeveer overeen met de productkosten,
zoals bepaald in een onderzoek van WERC. Steun wordt verleend voor maximaal 1 eenheid
per leerling per dag. Leveranciers die aan deze regeling willen deelnemen, kunnen
met ingang van 1 augustus 2019 tot en met 6 september 2019 een aanvraag voor erkenning
voor de periode van twee schooljaren indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO.nl). Ook basisscholen of scholen in het voortgezet onderwijs die zelf
melk willen inkopen voor deelnemende leerlingen kunnen een aanvraag tot erkenning
indienen. De erkenning is voorgeschreven in artikel 6 van Verordening 2017/40. De
voorwaarden voor erkenning van leveranciers en scholen die melk leveren, zijn in de
onderhavige Regeling ongewijzigd: Zo moeten erkende leveranciers/scholen een prijscalculatie
bijhouden waarmee aangetoond kan worden dat de subsidie ten goede komt aan deelnemende
leerlingen en zich rekenschap geven van en akkoord gaan met een steunbedrag van 14 eurocent
per geleverde eenheid (200 ml) halfvolle melk. De aanvraag tot erkenning omvat een
volledig ingevuld, door RVO.nl verstrekt aanvraagformulier, een recent uittreksel
van de Kamer van Koophandel en een opgave van het verwachte aantal te leveren eenheden
melk in het schooljaar.
7. Deelnemende scholen
Basisscholen en scholen van voortgezet speciaal onderwijs die aan de regeling voor
fruit en groenten willen deelnemen kunnen zich tussen 2 en 13 september van het schooljaar
aanmelden bij de minister. Zowel reguliere basisscholen, basisscholen uit het speciaal
onderwijs en scholen van voorgezet speciaal onderwijs kunnen zich voor de regeling
aanmelden. De minister besluit op basis van loting welke scholen aan de schoolfruit
en -groenten regeling deelnemen indien het aantal aanmeldingen het aantal beschikbare
plaatsen overtreft.
Dit met inachtneming van het voor het betrokken schooljaar aan Nederland toegewezen
EU-budget voor schoolfruit en -groenten. Ook besluit de minister welke scholen aan
welke erkende leverancier worden toegewezen. Uitgangspunt is dat elke leverancier
minimaal 300 scholen krijgt toegewezen, maar afhankelijk van het aantal scholen dat
zich aanmeldt en het toegewezen EU-budget kan het toegewezen aantal lager uitvallen.
Afhankelijk van het aantal leveranciers worden scholen vervolgens toegewezen aan erkende
leveranciers naar rato van het in de erkenningsaanvraag opgegeven maximumaantal te
beleveren scholen. Een basisschool die na toelating tot deelname gedurende een schooljaar
kenbaar maakt dat hij afziet van verdere deelname kan in het daaropvolgende schooljaar
geen aanvraag indienen tot deelname.
Erkende leveranciers voor schoolfruit en -groenten sluiten met deelnemende scholen
een overeenkomst waarin in ieder geval de perioden van levering, de afleverdata, het
aantal leerlingen waarvoor de producten geleverd worden en de hoeveelheid te leveren
producten worden opgenomen. De overeenkomst bevat ook een clausule over de gang van
zaken bij onvoorzienbare omstandigheden waardoor op de afgesproken leverdag de leverancier
geen groenten/fruit kan leveren of de school de producten niet in ontvangst kan nemen.
De door beide partijen ondertekende overeenkomst moet uiterlijk 18 oktober van het
betrokken schooljaar worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Deelnemende scholen moeten ervoor zorgen dat fruit en groenten op school worden uitgedeeld
aan kinderen in alle groepen, waarbij wordt uitgegaan van het aantal kinderen dat
aan het begin van het desbetreffende schooljaar staat ingeschreven in het schoolregister.
Scholen hebben de mogelijkheid om eenmalig voor 16 december van het schooljaar een
wijziging in te dienen van het aantal leerlingen waarvoor producten geleverd worden,
op basis van de werkelijke mutaties in het leerlingenaantal van de school.
Alle aan de schoolfruit en -groenten en -melkregeling deelnemende en erkende scholen
zorgen ervoor dat de geleverde producten zodanig worden opgeslagen dat de kwaliteit
behouden blijft en nemen educatief materiaal af dat wordt verstrekt aan alle groepen
in het kader van de begeleidende educatieve maatregelen. Om bekendheid aan deze EU-regeling
te geven, hangen de deelnemende scholen duidelijk zichtbaar bij de hoofdingang van
de school een poster op van de Schoolregeling, volgens de vereisten in artikel 12
van verordening 2017/40. Scholen kunnen er ook voor kiezen om, in plaats van het ophangen
van een poster, op hun website duidelijk te vermelden dat zij deelnemen aan de schoolregeling.
Daarbij dient de EU-vlag vermeld te worden en dient te worden aangegeven dat de Europese
Unie financieel bijdraagt aan deze regeling. Verder hebben alle aan de schoolfruit
en -groenten en -melkregeling deelnemende en erkende scholen de plicht om gedurende
het schooljaar deel te nemen aan begeleidende maatregelen en aanvullende activiteiten
uit te voeren die bijdragen aan de het doel van de schoolregeling: het bevorderen
van gezonde eetgewoonten, kennis bij kinderen over de productie van landbouwproducten
te vergroten of die kinderen in contact te brengen met landbouwbedrijven. Erkende
leveranciers voor melk benaderen zelf de scholen voor deelname aan de schoolmelkregeling.
8. Steun voor fruit en groenten
De scholen krijgen fruit en groenten gratis verstrekt en de leveranciers ontvangen
de vergoeding voor deze producten in de vorm van steun, zoals hiervoor onder punt
5 weergegeven: een forfaitair bedrag per portie van 23 eurocent.
Steun wordt gegeven voor verse en onbewerkte groenten en fruit. Indien mogelijk wordt
er daarbij prioriteit gegeven aan lokale producten, zeker in de periode dat er voldoende
lokale producten beschikbaar zijn. Om in aanmerking te komen voor steun worden er
voorwaarden gesteld aan de kwaliteit, de variatie en het gewicht per portie van de
geleverde producten. Van belang daarbij is dat het aangeboden product geschikt is
voor directe consumptie dus voldoende rijp is en dat het product minimaal voldoet
aan de eisen van klasse I. Verder wordt waarde gehecht aan variatie in de geleverde
producten, bij voorkeur worden er binnen een productsoort ook verschillende variëteiten
aangeboden. Indien niet voldaan wordt aan de aan het product gestelde vereisten wordt
de toegekende subsidie naar rato van de hoeveelheid producten waarop de niet-naleving
betrekking heeft verminderd.
Steunaanvragen voor de leveringen van fruit en groenten worden na afloop van de leveringsperioden,
die zes weken (eerste periode) en zeven weken (tweede periode, zeven weken levering,
een week vakantie) en zeven weken (derde periode) duren, ingediend bij de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland. Daarbij dienen onder meer facturen waarin de prijs van
de producten is gespecificeerd en betaalbewijzen van deze facturen te worden bijgevoegd.
9. Steun voor melk
Een erkende leverancier van melk of een erkende school ontvangt steun ten bedrage
van € 0,14 per geleverde eenheid gepasteuriseerde melk van 200 ml. Steun wordt verleend
voor maximaal 1 eenheid per leerling per dag. Erkende leveranciers/scholen ontvangen
een indicatie van het maximaal aantal te declareren eenheden, naar rato van het in
de erkenningsaanvraag opgegeven verwachte aantal te leveren eenheden, vooralsnog met
inachtneming van 80% van het aan Nederland beschikbaar gestelde EU-budget voor schoolmelk.
Met het oog op de gewenste uitbreiding van het aantal deelnemende scholen aan de groenten-
en fruit regeling wordt de mogelijkheid opengehouden om maximaal 20% van het toegewezen
EU-budget over te hevelen naar de regeling voor groenten en fruit in het geval zich
meer scholen aanmelden dan op grond van het beschikbare EU-budget kunnen deelnemen.
Steunaanvragen voor de leveringen van melk worden per schooljaar in drie termijnen
ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daarbij dienen gespecificeerde
afnameverklaringen van de beleverde scholen of facturen gevoegd te worden waarop de
prijs van de geleverde producten is gespecificeerd en bewijs van betaling hiervan
of een alternatief bewijsstuk overeenkomstig artikel 5 van verordening 2017/39. Bij
de eerste steunaanvraag van het eerste schooljaar dient tevens een ingevulde en ondertekende
schoolverklaring van iedere school waaraan de leverancier melk levert, te worden bijgevoegd.
In geval van een abonnementensysteem dient een overzicht van alle geabonneerde scholen
gevoegd te worden. Daarnaast omvat de eerste steunaanvraag een calculatie van de prijs
van de melk die in rekening wordt gebracht aan de leerlingen van de scholen, waaruit
blijkt dat de steun is verrekend in de door de leerlingen betaalde prijzen. Erkende
leveranciers houden ten behoeve van controles ter plaatse in hun administratie bewijsstukken
beschikbaar waaruit blijkt dat alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de steunaanvraag
is ingediend.
In de onderhavige Regeling 2019 zijn in artikel 12, tweede lid, voor groente en fruit,
respectievelijk artikel 13, tweede lid voor melk, de perioden aangegeven waarin de
aanvragen voor steun voor het schooljaar 2019 en 2020 kunnen worden ingediend. Omdat
deze perioden voor het schooljaar 2020–2021 nu nog niet bekend zijn, zullen de perioden
voor steunaanvragen voor het schooljaar 2020–2021 begin 2020 via een apart besluit
worden vastgesteld.
10. Bevoegde autoriteit en toezicht
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt aangewezen als bevoegde
autoriteit om de besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien
uit de Europese verordeningen. Het toezicht op de naleving wordt uitgevoerd door de
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
11. Regeldruk
Deze regeling strekt ertoe uitvoering te geven aan de Europese marktordeningsregels
voor de groente- en fruit en zuivelsector. Deze regeling vervangt de Regeling schoolfruit,
-groenten en -melk 2018 die van toepassing is op schooljaar 2018/2019. Ten opzichte
van de Regeling 2018 zijn de nieuwe eisen die aan leveranciers van groenten en fruit
worden gesteld niet zodanig dat deze de lastendruk zou verhogen. Integendeel, omdat
een erkenning voor een periode van 2 jaar gaat gelden zijn de bij de Regeling 2018
berekende administratieve lasten voor het aanvragen van een erkenning door leveranciers
minder geworden omdat de lasten over 2 jaar kunnen worden uitgespreid. Evenmin brengt
de introductie van de goedkeuring van het leveringsplan voor de leveranciers nieuwe
administratieve lasten met zich mee. Een leveringsplan diende ook al volgens de Regeling
2018 te worden overgelegd. Dat geldt ook voor de onderwerpen die in het leveringsplan
nu op grond artikel 2, derde lid, onder c, uitwerking behoeven.
Ingeschat is dat het voldoen aan de vereisten per schooljaar 4 uur kost. Uitgaande
van een uurtarief voor een leverancier van 45 euro brengt dit per schooljaar € 180,–
aan administratieve lasten met zich mee (in plaats van € 360,– per schooljaar in het
voorafgaande schooljaar).
12. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarin zij in de
Staatscourant wordt geplaatst. Deze datum is in afwijking van de lijn met het kabinetsbeleid
inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen
slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. De reden voor
deze afwijking is om een goede voorbereiding van de uitvoering van de regeling in
schooljaar 2019–2020 en indiening van erkenningsaanvragen door leveranciers vanaf
14 juni 2019 mogelijk te maken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten