Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 mei 2019, nr. 2019-0000059525, tot vaststelling van de rijksbijdrage voor het Ouderdomsfonds voor het jaar 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1. Rijksbijdrage Ouderdomsfonds

De rijksbijdrage, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, die ten gunste komt van het Ouderdomsfonds, bedraagt voor het jaar 2019: € 14.881.500.000.

Artikel 2. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 mei 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Op grond van artikel 14, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen kunnen bij ministeriële regeling bedragen, die als rijksbijdragen ten gunste komen van het Ouderdomsfonds, worden vastgesteld. Deze regeling voorziet daarin voor het jaar 2019. Het betreft een algemene rijksbijdrage voor het Ouderdomsfonds. Met deze bijdrage wordt jaarlijks het vermogenstekort in het Ouderdomsfonds gefinancierd vanuit de algemene middelen. Deze regeling heeft slechts betrekking op de rijksbijdrage die wordt vastgesteld voor het jaar 2019, zodat de regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven