Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit, Ministerie van Justitie en Veiligheid

Officiële mededeling nr. 1/2019 inzake het verbeteren van akten van geboorte.

Aan de ambtenaren van de burgerlijke stand.

De Commissie stelt vast dat in de praktijk onduidelijkheid bestaat inzake de toepassing van artikel 24, lid 1, boek 1 BW en artikel 24a, boek 1 BW.

In de desbetreffende wettelijke bepalingen wordt een onderscheid gemaakt tussen het verbeteren van een akte op last van de rechter en het ambtshalve verbeteren van een akte door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Kennelijke schrijf- of spelfouten en kennelijke misslagen kunnen ambtshalve door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden verbeterd. Bij “kennelijke misslagen” gaat het om omissies die voor een ambtenaar van de burgerlijke stand eenvoudig, namelijk rechtstreeks uit de stukken kenbaar zijn1.

Dit betekent dat een ambtshalve verbetering alleen mogelijk is wanneer aan de hand van stukken (niet zijnde alleen een verklaring onder ede) eenduidig kan worden vastgesteld dat gegevens in een akte onvolledig of onjuist zijn. Te denken valt aan de verbetering van een onjuist gespelde naam of aan de aanvulling van een geboorteakte met vadergegevens aan de hand van een achteraf overgelegde huwelijksakte.

De term “kennelijke misslag” is niet ongelimiteerd. De Commissie stelt vast dat een vergaande akteverbetering niet ambtshalve kan worden uitgevoerd, ook niet wanneer deze rechtstreeks kenbaar is uit de stukken. De Commissie heeft daarbij met name het oog op de volledige wijziging van de identiteit van de ouder in een geboorteakte. Ook wanneer die identiteit in de Basisregistratie Personen al is aangepast, is de Commissie van mening dat dit op zich onvoldoende grond is om die aanpassingen ook ambtshalve in de geboorteakte door te voeren. De vermelding van een onjuiste identiteit van een ouder kan niet worden beschouwd als een kennelijke misslag die ambtshalve kan worden verbeterd. De verbetering van de identiteit van een ouder in een geboorteakte blijft daarmee voorbehouden aan de rechtbank.

De Commissie raadt aan in dergelijke gevallen de akte niet ambtshalve te verbeteren, maar de rechtbank te verzoeken om een last tot verbetering van de akte op grond van artikel 24 Boek 1 BW.

Namens de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit, P. Vlas, voorzitter


X Noot
1

Kamerstukken II, 1990/91, 21 847, nr. 3, p. 30 en 2009–2010, 32 444, nr. 3, p. 26.

Naar boven