Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende ontheffing ten behoeve van Dutch Rush Productions van het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen, Inspectie Leefomgeving en Transport

Datum 7 mei 2019

Nummer ILT-2019/19759

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek om ontheffing ontvangen op 25 maart 2019 van Dutch Rush Productions; e-mail: info@dutchrush.nl;

Overwegende dat:

  • vluchten in het kader van een luchtvaartvertoning overeenkomstig SPO.GEN.005(c)(1) uitgezonderd zijn van PART-SPO van EU verordening 965/2012;

  • het doel van de vlucht is het uitvoeren van een langsvlucht beneden de minimum VFR-vlieghoogte tijdens de TT-races op het TT-circuit te Assen;

  • uit de veiligheidsanalyse van 25 maart 2019 van de heer F. van Houten blijkt dat de langsvlucht beneden de minimum VFR-vlieghoogte op een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd en dat de daaruit voortkomende risico’s kunnen worden gemitigeerd door de minimum vlieghoogte vast te stellen op 90 meter (300 ft) boven de grond of het water, doch ten minste 30 meter (100 ft) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig;

  • paragraaf SERA.3105 van verordening (EU) nr. 923/2012 de mogelijkheid biedt aan (nationale) bevoegde autoriteiten om toestemming te verlenen lager te vliegen dan de minimum vlieghoogten, zoals die voor VFR- vluchten zijn opgenomen in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012;

Gelet op paragraaf SERA.3105 en artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op een luchtvaartuig van het type Sukhoi 26MX met registratie PH-SMX dan wel een gelijkwaardig vervangend luchtvaartuig, in gebruik bij Dutch Rush Productions waarmee straight en level passes worden gemaakt door het centrum van het TT-circuit binnen het tijdelijke gebied met beperkingen TT-Assen B.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van het luchtvaartuig, bedoeld in artikel 1, wordt op zaterdag 29 juni 2019 en zondag 30 juni 2019 ontheffing verleend van het verbod, genoemd in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, om VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 26, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van het Besluit luchtverkeer 2014, bedoelde luchtvaartgids met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

  • b. de minimum toegestane vlieghoogte bedraagt 90 meter (300 ft) boven de grond, water of tribune, doch ten minste 30 meter (100 ft) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig;

  • c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

    • 1°. overlast voor derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

    • 2°. ingeval van een noodlanding het risico voor inzittende en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • d. de vluchten vinden plaats binnen de activatietijden van het tijdelijke gebied met beperkingen TT-Assen B;

  • e. er wordt uitsluitend gevlogen beneden de minimum VFR-vlieghoogte gedurende de straight en level passes door het centrum van het TT-circuit direct voor en na het uitvoeren van de vliegdemonstraties;

  • f. uitvoeren van aerobatic-bewegingen beneden de minimum VFR-vlieghoogte is niet toegestaan;

  • g. de gezagvoerder stelt zich van tevoren ter plaatse op de hoogte van de plaatselijke obstakelsituatie en plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • h. vóór aanvang van de vlucht wordt ingelicht:

    de meldkamer van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart (tel. 088- 6023616 of e-mail: dlvplvt@klpd.politie.nl) en worden de volgende gegevens verstrekt:

    • 1°. naam gezagvoerder, registratie en model / type luchtvaartuig;

    • 2°. route en periode van de voorgenomen vlucht.

Artikel 3

Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in artikel 2, kan dat aanleiding zijn deze beschikking in te trekken.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 29 juni 2019 en vervalt met ingang van 1 juli 2019, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, Inspecteur ILT team Rail Bedrijven en Luchtvaart Infra,

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden, schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Tevens ontvangen wij graag uw telefoonnummer dan wel e-mailadres.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Afdeling Juridische zaken

Postbus 16191

2500 BD DEN HAAG

Naar boven