Kennisgeving van het voornemen voor een verkenning Lob van Gennep, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat maakt bekend dat een verkenning wordt gestart naar het verbeteren van de waterberging, de hoogwaterbescherming en de ruimtelijke kwaliteit van de Lob van Gennep. Op 23 april 2019 is daartoe een startbeslissing genomen. Lob van Gennep is een gezamenlijk project van gemeenten Gennep en Mook en Middelaar, waterschappen Limburg en Aa en Maas, provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland en het Rijk; zij zijn de initiatiefnemers. Waterschap Limburg treedt namens deze samenwerkende overheden op als trekker van de verkenning. De startbeslissing komt voort uit het MIRT-onderzoek Lob van Gennep. De verkenning werkt toe naar een voorkeursbeslissing van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Aanleiding voor Lob van Gennep is meervoudig

Voor de Lob van Gennep is een bijzondere situatie ontstaan. Het gebied is van origine onderdeel van het rivierbed, waarvan de begrenzing is aangeduid op kaarten bij de Waterregeling. Tegelijkertijd zijn dijken aangelegd die mens en goed in het gebied beschermen tegen hoogwater van de Maas. Het gebied heeft een waterbergende werking. De huidige dijken stromen bij extreem hoogwater over, waardoor water van de Maas het gebied instroomt. Dit treedt op bij piekafvoeren hoger dan in de jaren 1993 en 1995. Met de instroom van water in het gebied wordt de hoogwaterpiek als het ware ‘geparkeerd’. Als gevolg daarvan treden stroomafwaarts lagere waterstanden op. Als het kritische hoogwater voorbij is, loopt het gebied weer leeg.

De Lob van Gennep speelt hierdoor een belangrijke rol bij hoogwaterbescherming stroomafwaarts. Om deze reden is in het Nationaal Waterplan vastgelegd, dat de Lob van Gennep behouden blijft voor het rivierbed. De status van het gebied als rivierbed met een waterbergende werking blijft dan ook het uitgangspunt voor deze verkenning.

Uit het MIRT-onderzoek blijkt echter dat de huidige inrichting van de Lob van Gennep een beperkte bijdrage levert aan de hoogwaterbescherming van stroomafwaarts gelegen gebieden. Met een andere inrichting van de Lob van Gennep zijn bij extreem hoogwater, stroomafwaarts lagere (hoog)waterstanden mogelijk. Dit heeft een positief effect op de hoogwaterbescherming van de stroomafwaarts gelegen gebieden waardoor daar in de toekomst mogelijk minder dijkverhogingen nodig zijn.

Tegelijkertijd is vastgesteld dat de dijken rondom het gebied van de Lob van Gennep niet voldoen aan de wettelijke normen van waterveiligheid. Dijken en hoge gronden van dijktraject 54-1 beschermen de kernen Middelaar, Plasmolen, Milsbeek, Ottersum en Ven-Zelderheide en de solitaire woningen en bedrijven in dit gebied. Met een andere inrichting van de Lob van Gennep is de kans op instroom in het gebied te verkleinen, waardoor ook de hoogwaterbescherming van het gebied zelf is te verbeteren. Dit is mogelijk door dijkversterking, een waterkerende instroomvoorziening en een herinrichting van het rivierbed te combineren.

De grote landschappelijke aantrekkingskracht en belangrijke natuurwaarden vormen een bron voor toerisme en recreatie en zijn daarmee een cruciale pijler van de regionale economie. Door de waterveiligheidsopgave en de ruimtelijke kwaliteitsopgave te verbinden ontstaan kansen om de gebiedskwaliteit te versterken en uit te bouwen. Door deze kansen integraal mee te nemen ontstaat meerwaarde voor het landschap, toerisme en recreatie in en rondom Gennep en Mook en Middelaar. Daarbij houden we oog voor de landbouw.

Zie voor meer informatie: Startbeslissing Lob van Gennep en MIRT-onderzoek Lob van Gennep via website www.lobvangennep.nl. Deze informatie is ook tot en met 5 juli 2019 tijdens openingstijden in te zien op de volgende locaties:

Gemeentekantoor Gennep:

Ellen Hoffmannplein 1

6591 CP Gennep

Gemeentekantoor Mook en Middelaar:

Raadhuisplein 6

6585 AP Mook

Kantoor Waterschap Limburg

Maria Theresialaan 99

6043 CX RoermondHet projectgebied van de verkenning, gelegen tussen Gennep en Mook en tussen stuwwal, Niers en Maas. Het gebied is onderdeel van het rivierbed. In geval van extreem hoogwater zorgt de waterbergende werking van de Lob van Gennep voor lagere waterstanden stroomafwaarts ervan.

Het projectgebied van de verkenning, gelegen tussen Gennep en Mook en tussen stuwwal, Niers en Maas. Het gebied is onderdeel van het rivierbed. In geval van extreem hoogwater zorgt de waterbergende werking van de Lob van Gennep voor lagere waterstanden stroomafwaarts ervan.

Doelstelling

Doelstelling van de verkenning is toe te werken naar een voorkeursbeslissing. In de verkenning onderzoeken we de mogelijkheden voor een verbetering van de huidige situatie voor de volgende doelen:

  • De waterbergende werking van de Lob van Gennep verbeteren en daarmee stroomafwaarts bij extreme hoogwaters te zorgen voor lagere waterstanden;

  • De hoogwaterbescherming van de Lob van Gennep verbeteren door de kans op instroom in het gebied te verkleinen;

  • De ruimtelijke kwaliteit van de Lob van Gennep verbeteren.

Samen aan de slag voor een mooier en (water)veiliger gebied tussen Gennep en Mook. Uw mening telt!

Inbreng van bewoners en andere betrokkenen zorgt voor betere plannen. Daarom nodigen wij u uit om op meerdere momenten in deze verkenning uw ideeën in te brengen. De wijze waarop u kunt participeren is beschreven in het participatieplan. Dit kunt u inzien via website www.lobvangennep.nl en tot en met 5 juli 2019 tijdens openingstijden op de hierboven genoemde locaties in Gennep, Mook en Roermond.

Op 28 mei 2019 is eenieder van 19:00–21:00 van harte welkom bij de informatie avond in Gemeenschapshuis De Uitkomst, Kleefseweg 29 te Ven-Zelderheide.

U kunt op deze avond terecht met vragen en ideeën over de verkenning en de participatie. Graag horen wij of u in een later stadium wilt meedenken en -werken over mogelijke oplossingen en uitwerkingen. Dit kunt u ook kenbaar maken via de website www.lobvangennep.nl

Daarnaast stellen wij eenieder in de gelegenheid om mogelijke oplossingen voor de opgave voor te dragen. Mogelijke oplossingen kunnen tot en met 5 juli 2019 worden voorgedragen op de informatieavonden tijdens de startfase en de analysefase, via de website www.lobvangennep.nl of schriftelijk via Waterschap Limburg Postbus 2207, 6040 CC in Roermond, onder vermelding van “Lob van Gennep”. Het participatieplan beschrijft wat de uitgangspunten zijn voor het redelijkerwijs in beschouwing nemen van voorgedragen oplossingen. Van belang is dat de oplossingen positief bijdragen aan de hierboven vermelde doelen.

Hoe verder?

Om tot een voorkeursbeslissing te komen doorlopen we 4 fasen. Bij elke fase is aangegeven welke wijze van participatie is voorzien:

  • 1. Startfase (Q2 2019); deze fase start met deze kennisgeving. In deze fase vinden informatieavonden plaats en eenieder kan al ideeën en mogelijke oplossingen voordragen;

  • 2. Analysefase (Q2 2019–Q4 2019); in deze fase richt de participatie zich op ideeën en mogelijke oplossingen (oplossingsronde 1). Op grond van een grove uitwerking en de resultaten uit oplossingsronde deel 1 vindt een selectie plaats van kansrijke alternatieven. Om te komen tot een milieueffectrapportage stellen we eerst een Notitie Reikwijdte en Detailniveau op. Deze notitie wordt ter inzage gelegd. Hierop kan eenieder zienswijzen indienen;

  • 3. Beoordelingsfase (Q4 2019–Q2 2020); in deze fase werken we de kansrijke alternatieven uit, beantwoorden we de zienswijzen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau en brengen we de effecten en kosten van de kansrijke alternatieven in beeld. In deze fase vindt participatie plaats in de vorm van oplossingsronde (deel 2) waarin we eenieder uitnodigen mee te denken over de nadere uitwerking van kansrijke alternatieven. Mede op basis van een milieueffectrapport bepaalt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in overleg met de andere initiatiefnemers een ontwerpvoorkeursbeslissing;

  • 4. Besluitvormingsfase (Q3 2020–Q4 2020); in deze fase leggen we de ontwerpvoorkeursbeslissing samen met het milieueffectrapport ter inzage. Hierop zijn zienswijzen mogelijk, die kunnen leiden tot verbetering van de ontwerpvoorkeursbeslissing. De zienswijzen beantwoorden we. Vervolgens neemt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in overleg met de andere initiatiefnemers de definitieve voorkeursbeslissing. Hiermee eindigt de verkenningsfase.

Bij de voorkeursbeslissing wordt ook bepaald of de verkenning een vervolg krijgt in de vorm van een projectbesluit. Dit projectbesluit komt tot stand via een planuitwerking. De voorbereiding en vaststelling van het projectbesluit gaat naar verwachting plaatsvinden nadat de Omgevingswet in werking is getreden. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties zijn dan -in beginsel- het bevoegd gezag voor de vaststelling van dit projectbesluit. Bij de totstandkoming van het projectbesluit is wederom inspraak voor eenieder mogelijk en kunnen belanghebbenden desgewenst een beroep instellen. De Omgevingswet treedt naar verwachting in 2021 in werking.

Naar boven