Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Kazachstan

9 december 2018

nr. 2018-209451, Staatscourant 2018

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit

De staatssecretaris van Financiën maakt het volgende bekend.

Dit besluit bevat een bekendmaking van het in december 2018 tussen de Ministeries van Financiën van Kazachstan en Nederland gesloten Memorandum van Overeenstemming inzake samenwerking en inlichtingenuitwisseling voor belastingaangelegenheden. Het Memorandum geeft o.a. categorieën weer voor de automatische uitwisseling van fiscale inlichtingen, zoals over onroerende zaken, ondernemingswinsten (indien beschikbaar), dividenden, interest, inkomsten uit vermogenswinsten (indien beschikbaar), inkomsten uit salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen, directeursbeloningen en/of betalingen aan leden van management teams, inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars, pensioenen en andere soortgelijke beloningen, alsmede overige inkomsten. Verder bevat het Memorandum nog bepalingen over gelijktijdige belastingonderzoeken.

De eerste automatische inlichtingenuitwisseling heeft betrekking op het jaar 2018.

MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING TUSSEN HET MINISTERIE VAN FINANCIËN VAN DE REPUBLIEK KAZACHSTAN EN HET MINISTERIE VAN FINANCIËN VAN NEDERLAND INZAKE SAMENWERKING EN INLICHTINGENUITWISSELING VOOR BELASTINGAANGELEGENHEDEN

Het Ministerie van Financiën van de Republiek Kazachstan en het Ministerie van Financiën van Nederland, hierna te noemen de ‘Partijen’,

Erkennende de noodzaak de wederzijdse samenwerking in belastingaangelegenheden uit te breiden,

Gezien de bepalingen van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken van 25 januari 1988 (hierna te noemen het ‘Verdrag 1988’) en artikel 28 van het Verdrag tussen de Republiek Kazachstan en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen van 24 april 1996 (hierna te noemen het ‘Verdrag 1996’),

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Onderwerp, doel en reikwijdte

De Partijen verlenen elkaar bijstand bij de uitwisseling van inlichtingen ten behoeve van de toepassing van de belastingwetgeving van de staten van Partijen.

De inlichtingenuitwisseling op basis van dit Memorandum van Overeenstemming wordt uitgevoerd in overeenstemming met de nationale wetgeving van de staten van Partijen en in overeenstemming met internationale verplichtingen.

Artikel 2 Bevoegde autoriteiten

  • 1. Voor de toepassing van dit Memorandum van Overeenstemming zijn de bevoegde autoriteiten:

    in de Republiek Kazachstan: de Staats Belasting Commissie van het Ministerie van Financiën van de Republiek Kazachstan;

    in Nederland: Belastingdienst, de Central Liaison Office van Nederland (CLO).

  • 2. De Partijen zullen elkaar via briefwisseling op de hoogte stellen van wijzigingen in de namen en adresgegevens van de aangewezen vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten.

Artikel 3 Taal

Voor de toepassing van dit Memorandum van Overeenstemming wordt het Engels als officiële taal gebruikt. De bevoegde autoriteiten mogen de informatie in hun nationale taal toezenden, vergezeld van een Engelse vertaling.

Artikel 4 Verzoek om bijstand

  • 1. De Partijen mogen rechtstreeks om informatie verzoeken over aangelegenheden vallende binnen hun bevoegdheid, zoals geregeld in de nationale wetgeving van de staten van Partijen.

  • 2. Het verzoek om bijstand bevat de volgende informatie:

    • a) de naam van de verzoekende bevoegde autoriteit;

    • b) de naam van de aangezochte bevoegde autoriteit;

    • c) de reden en het doel van het verzoek;

    • d) de naam en registratiegegevens van de betreffende belastingplichtige;

    • e) een samenvatting van de essentie van het verzoek en betrokken juridische omstandigheden.

  • 3. Het verzoek om bijstand wordt schriftelijk gedaan en verzonden per post. In geval van twijfel over de echtheid van een bijstandsverzoek of over de ontvangen en verzonden informatie, kan de bevoegde autoriteit de andere bevoegde autoriteit een schriftelijk verzoek doen om bevestiging van de echtheid vergezeld van toepasselijke gegevens ten behoeve van de beoordeling.

Artikel 5 Uitwisseling van inlichtingen

  • 1. De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar automatisch inlichtingen over particulieren en rechtspersonen (ondernemingen) en andere lichamen met betrekking tot:

    • a) Onroerende zaken (OESO code 6);

      voor de Republiek Kazachstan: inkomsten uit onroerende zaken;

      voor Nederland: eigendom en waarde van onroerende zaken;

    • b) Ondernemingswinsten, indien beschikbaar;

    • c) Dividenden (OESO code 10);

    • d) Interest (OESO code 11);

    • e) Inkomsten uit vermogenswinsten, indien beschikbaar;

    • f) Inkomsten bestaande uit salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen (OESO codes 15 en 19);

    • g) Directeursbeloningen en/of andere betalingen aan leden van management teams (Directieteam of ander bestuur) (OESO code 16);

    • h) Inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars (OESO code 17);

    • i) Pensioenen en andere soortgelijke beloningen (OESO codes 18 en 19);

    • j) Overige inkomsten (OESO code 21).

  • 2. De in het eerste lid bedoelde inlichtingen worden periodiek verstrekt en ten minste eenmaal per kalenderjaar, De inlichtingen worden – indien mogelijk – automatisch verstrekt en in ieder geval binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarop deze betrekking hebben.

  • 3. De uit te wisselen informatie bevat identificatienummers en/of andere gegevens voor persoonlijke identificatie. Dit heeft betrekking op informatie van beide Partijen.

  • 4. In geval van onjuiste of onvolledige uitwisseling van inlichtingen nemen de bevoegde autoriteiten van de Partijen rechtstreeks met elkaar contact op en informeren zij elkaar onmiddellijk over zich voordoende problemen, waaronder technische.

Artikel 6 Vertrouwelijkheid

De op basis van dit Memorandum van Overeenstemming ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt en ontsloten ten behoeve van de heffing van belastingen naar inkomen en vermogen in de staten van Partijen in overeenstemming met Artikel 28 van het Verdrag 1996 en Artikel 22 van het Verdrag 1988.

Artikel 7 Andere bijstand

De bevoegde autoriteit van de ene Partij stelt de bevoegde autoriteit van de andere Partij op de hoogte van wijzigingen in de nationale wetgeving die de uitvoering van dit Memorandum van Overeenstemming kunnen raken, evenals van de verplichtingen van zijn inwoners in de staat van eerstgenoemde Partij.

Artikel 8 Weigering van en vertraging bij verstrekking van inlichtingen

  • 1. In het geval de inlichtingen niet kunnen worden verstrekt, stelt de bevoegde autoriteit van de ene Partij de bevoegde autoriteit van de andere Partij binnen een maand na de datum van ontvangst van het inlichtingenverzoek schriftelijk in kennis van de redenen van deze weigering.

  • 2. De beantwoording van een inlichtingenverzoek van de ene Partij mag met inachtneming van de nationale wetgeving worden uitgesteld door de andere Partij in gevallen waarin deze beantwoording het onderzoeksproces of het vervolgingsproces beïnvloedt.

Artikel 9 Gelijktijdige belastingonderzoeken

  • 1. Onder een gelijktijdig onderzoek wordt verstaan een regeling tussen de bevoegde autoriteiten van de twee Partijen tot het gelijktijdig en onafhankelijk onderzoeken, ieder op zijn eigen grondgebied, van de belastingsituatie van een of meer belastingplichtigen waarbij zij een gezamenlijk of complementair belang hebben, teneinde de aldus verkregen informatie – voor zover relevant – uit te wisselen.

  • 2. Om de effectiviteit van inlichtingenuitwisseling te bevorderen en belastingontduiking te voorkomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de Partijen gelijktijdige belastingonderzoeken uitvoeren op de wijze zoals voorgeschreven in de nationale wetgeving van de Partijen.

  • 3. Voor dit doel raadpleegt de bevoegde autoriteit van de ene Partij de bevoegde autoriteit van de andere Partij over de voor het gelijktijdige onderzoek geselecteerde zaak, onder verstrekking van informatie die tot zijn voorstel heeft geleid alsmede overige relevante informatie. De geraadpleegde autoriteit beslist over zijn deelname aan het gelijktijdige onderzoek.

  • 4. De bevestiging van de uitvoering van het gelijktijdig onderzoek wordt schriftelijk gedaan binnen twee weken na ontvangst van het voorstel, doch niet later dan een maand. Elke bevoegde autoriteit benoemt (schriftelijk) zijn vertegenwoordiger, die de functionele verantwoordelijkheid heeft voor de coördinatie van het onderzoek. De vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten regelen per zaak met inachtneming van de nationale wetgeving van de staten van Partijen de praktische aspecten van het gelijktijdige onderzoek en in het bijzonder het tijdschema en de periode waarbinnen deze onderzoeken worden uitgevoerd.

  • 5. Indien een van de Partijen vaststelt dat het gelijktijdige onderzoek niet langer passend is, kan het door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere Partij voorstellen het onderzoek te beëindigen.

Artikel 10 Geschillen

Elk geschil met betrekking tot de toepassing of interpretatie van dit Memorandum van Overeenstemming wordt beslecht door raadpleging van en onderhandelingen tussen Partijen. De inlichtingen als bedoeld in Artikel 5 van dit Memorandum van Overeenstemming worden elektronisch verstrekt in het standaard format van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (meest recente versie) of op papier.

Artikel 11 Kosten

De Partijen dragen hun eigen kosten met betrekking tot de uitvoering van dit Memorandum van Overeenstemming.

Artikel 12 Wijzigingen en aanvullingen

Op schriftelijk verzoek van de Partijen kunnen aanvullingen en wijzigingen op dit Memorandum van Overeenstemming worden voorgesteld, die formeel worden vastgelegd in aanvullende Protocollen.

Artikel 13 Datum van inwerkingtreding en beëindiging van toepassing

  • 1. Dit Memorandum van Overeenstemming wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de laatste datum van ondertekening.

  • 2. Het Memorandum van Overeenstemming zal voor het eerst van toepassing zijn op inlichtingen met betrekking tot het kalenderjaar 2018.

  • 3. Dit Memorandum van Overeenstemming kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving via diplomatieke weg van een van de Partijen en houdt zes maanden na ontvangst van deze kennisgeving op van kracht te zijn.

Ondertekend in tweevoud, in de Kazachse, Nederlandse en Engelse taal, zijnde gelijkelijk authentiek.

In geval van verschil in interpretatie van de bepalingen van dit Memorandum van Overeenstemming is de Engelse taal beslissend.

Astana, 5 november 2018

Voor het Ministerie van Financiën van de Republiek Kazachstan A. Smailov, Minister van Financiën

Den Haag, 9 december 2018

Voor het Ministerie van Financiën van Nederland M. Snel, Staatssecretaris van Financiën

Naar boven