Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2019, 26014 | Algemeenverbindendverklaring van CAO-bepalingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2019, 26014 | Algemeenverbindendverklaring van CAO-bepalingen |
Bouw & infra 2019
Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelezen het verzoek van het Technisch Bureau Bouwnijverheid namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Partijen ter ener zijde: Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland (Bovatin), Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB), Vereniging van Infrabedrijven MKB INFRA, Boorinfo Branche Vereniging, Ondernemersorganisatie MKB Bouw, Vereniging Wapeningsstaal Nederland (VWN), Vereniging voor aannemers in de sloop (VERAS), Noordelijke Vereniging Burgerlijke- en Utiliteitsbouw (NVBU), NVB, vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers en Vereniging van Waterbouwers;
Partijen ter andere zijde: FNV en CNV Vakmensen.nl.
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Besluit:
Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bouw & Infra1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:
A
De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:
Artikel 1 lid 7 en lid 8 komen te luiden:
‘7. Onder ‘jeugdige werknemer’ wordt verstaan een werknemer beneden de leeftijd van 22 jaar.
Onder ‘jeugdige werknemer’ wordt met ingang van 1 juli 2019 verstaan een werknemer beneden de leeftijd van 21 jaar.
8. Onder ‘vakvolwassen werknemer’ wordt verstaan een werknemer van 22 jaar of ouder.
Onder ‘vakvolwassen werknemer’ wordt met ingang van 1 juli 2019 verstaan een werknemer van 21 jaar of ouder.’
Artikel 43 komt te luiden:
1. De werkgever zal aan de werknemer een salaris betalen behorend bij het functieniveau waarin de werknemer is ingedeeld.
2. De werkgever zal aan de werknemer van 22 jaar of ouder een salaris betalen dat ligt tussen het minimum en maximum van de salarisschaal behorend bij diens functieniveau. De salarissen zijn opgenomen in de betreffende tabel (tabel 1) van bijlage 10b.
3. De werkgever zal aan de jeugdige werknemer beneden de leeftijd van 22 jaar een salaris betalen dat ligt tussen het minimum en maximum van de salarisschaal behorend bij diens functieniveau. De salarissen zijn opgenomen in de betreffende tabel (tabel 2) van bijlage 10b.
4. De cao kent geen salarisinschaling voor leerlingen in de BBL 4. Werknemers die een BBL 4-opleiding volgen, worden ingedeeld in de functieschaal passend bij de functie die zij verrichten.
5.
a. De werkgever is verplicht aan de werknemer bekend te maken de wijze waarop door de werkgever invulling zal worden gegeven aan de salarisstructuur.
Bij de invulling van de salarisstructuur kunnen elementen worden betrokken als
• het functioneren van de werknemer;
• het aantal dienstjaren;
• het bedrijfsresultaat en
• de rendementspositie van het bedrijf.
b. Een werknemer van 22 jaar of ouder dient uiterlijk binnen twee jaar na indeling in een functieniveau een salarisniveau te bereiken van 104% van het minimum van de salarisschaal. De in de vorige volzin bedoelde periode van twee jaar wordt, voor de werknemer die reeds was ingedeeld in een functieniveau voor werknemers beneden de leeftijd van 22 jaar en die in die periode de leeftijd van 22 jaar bereikt, verkort met de periode waarin de werknemer reeds was ingedeeld in dat functieniveau. Na vier respectievelijk zes jaar dient 110% respectievelijk 116% van het minimum van de schaal te zijn bereikt. Hetzelfde geldt ook voor een werknemer van 22 jaar of ouder bij indeling in een hoger functieniveau.
6.
a. Ter bevordering van de arbeidsparticipatie van diegenen die langer dan 8 maanden achtereen niet in dienstverband werkzaam zijn geweest is naast de in lid 2 genoemde salarisschalen een inloopschaal opgenomen, gelegen op een niveau tussen het wettelijk minimumloon en schaal 1 voor uta-werknemers van 22 jaar en ouder.
b. De werkgever kan werknemers als bedoeld onder 6.a. in afwijking van de onder lid 2 genoemde salarisschalen gedurende het eerste jaar van hun dienstverband een salaris betalen overeenkomstig de betreffende tabel (tabel 3) van bijlage 10b.
c. De salarissen, genoemd in tabel 3 van bijlage 10b worden als volgt berekend. Gedurende het eerste halfjaar van het dienstverband bedraagt het salaris het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 25% van het verschil tussen dit wettelijk minimumloon en het minimum van functieniveau 1 van tabel 1, zoals opgenomen in de betreffende tabel van bijlage 10b. Gedurende het tweede halfjaar van het dienstverband bedraagt het salaris het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 50% van het hierboven genoemde verschil.’
1. De werkgever zal aan de werknemer een salaris betalen behorend bij het functieniveau waarin de werknemer is ingedeeld.
2. De werkgever zal aan de werknemer van 21 jaar of ouder een salaris betalen dat ligt tussen het minimum en maximum van de salarisschaal behorend bij diens functieniveau. De salarissen zijn opgenomen in de betreffende tabel (tabel 1) van bijlage 10b.
3. De werkgever zal aan de jeugdige werknemer beneden de leeftijd van 21 jaar een salaris betalen dat ligt tussen het minimum en maximum van de salarisschaal behorend bij diens functieniveau. De salarissen zijn opgenomen in de betreffende tabel (tabel 2) van bijlage 10b.
4. De cao kent geen salarisinschaling voor leerlingen in de BBL 4. Werknemers die een BBL 4-opleiding volgen, worden ingedeeld in de functieschaal passend bij de functie die zij verrichten.
5.
a. De werkgever is verplicht aan de werknemer bekend te maken de wijze waarop door de werkgever invulling zal worden gegeven aan de salarisstructuur.
Bij de invulling van de salarisstructuur kunnen elementen worden betrokken als
• het functioneren van de werknemer;
• het aantal dienstjaren;
• het bedrijfsresultaat en
• de rendementspositie van het bedrijf.
b. Een werknemer van 21 jaar of ouder dient uiterlijk binnen twee jaar na indeling in een functieniveau een salarisniveau te bereiken van 104% van het minimum van de salarisschaal. De in de vorige volzin bedoelde periode van twee jaar wordt, voor de werknemer die reeds was ingedeeld in een functieniveau voor werknemers beneden de leeftijd van 21 jaar en die in die periode de leeftijd van 21 jaar bereikt, verkort met de periode waarin de werknemer reeds was ingedeeld in dat functieniveau. Na vier respectievelijk zes jaar dient 110% respectievelijk 116% van het minimum van de schaal te zijn bereikt. Hetzelfde geldt ook voor een werknemer van 21 jaar of ouder bij indeling in een hoger functieniveau.
6.
a. Ter bevordering van de arbeidsparticipatie van diegenen die langer dan 8 maanden achtereen niet in dienstverband werkzaam zijn geweest is naast de in lid 2 genoemde salarisschalen een inloopschaal opgenomen, gelegen op een niveau tussen het wettelijk minimumloon en schaal 1 voor uta-werknemers van 21 jaar en ouder.
b. De werkgever kan werknemers als bedoeld onder 6.a. in afwijking van de onder lid 2 genoemde salarisschalen gedurende het eerste jaar van hun dienstverband een salaris betalen overeenkomstig de betreffende tabel (tabel 3) van bijlage 10b.
c. De salarissen, genoemd in tabel 3 van bijlage 10b worden als volgt berekend. Gedurende het eerste halfjaar van het dienstverband bedraagt het salaris het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 25% van het verschil tussen dit wettelijk minimumloon en het minimum van functieniveau 1 van tabel 1, zoals opgenomen in de betreffende tabel van bijlage 10b. Gedurende het tweede halfjaar van het dienstverband bedraagt het salaris het wettelijk minimumloon, vermeerderd met 50% van het hierboven genoemde verschil.’
Artikel 47a lid 2 komt te luiden:
’2. De jaarlijkse werkgeversbijdrage aan het individueel budget is als volgt samengesteld en wordt door de werkgever per loonbetalingsperiode van vier weken of een maand uitbetaald:
Bouwplaatswerknemer |
Uta-werknemer |
|
---|---|---|
Bovenwettelijke vakantiedagen |
5 dagen |
5 dagen |
Roostervrije dagen |
10 dagen |
5 dagen |
Kort verzuimdagen |
3 dagen |
3 dagen |
Totaal dagen |
18 dagen |
13 dagen |
Vakantietoeslag |
8,00% |
8,00% |
Totaal vakantietoeslag |
8,00% |
8,00% |
Vervallen scholingsdagen |
0,86% |
Nvt |
Levensloopbijdrage |
1,50% |
1,50% |
Budget afbouw seniorendagen en vermindering cao-fondsen |
2,00% |
0,43% |
Totaal Duurzame inzetbaarheid1 |
4,36%2 |
1,93%2 ’ |
De bijdrage Duurzame inzetbaarheid is niet van toepassing voor leerlingwerknemers, maar is opgenomen in het brutoloon (bijlage 10a, tabellen IVa, IVb en IVc).
Op deze percentages wordt 1,5%-punt in mindering gebracht indien de werkgever, voor werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling en doorsparen, de werkgeversbijdrage van 1,5% voor de levensloopregeling betaalt (artikel 48).
Artikel 61 komt te luiden:
1. Volandis is het kennis- en adviescentrum op het gebied van duurzame inzetbaarheid voor alle werknemers en werkgevers in de bouw & infra. Volandis heeft de opdracht om op collectief en individueel niveau:
• informatie te verzamelen, bewerken en ontsluiten;
• duurzame inzetbaarheid te faciliteren en bevorderen.
2. Van elke werknemer wordt verwacht dat hij eenmaal in de vier jaar deelneemt aan een Duurzame Inzetbaarheids Analyse (DIA). Een DIA leidt tot een onafhankelijk advies over wat de werknemer kan doen om gemotiveerd en gezond te kunnen blijven deelnemen aan het arbeidsproces.
3. Volandis roept de werknemer op om aan de DIA deel te nemen. De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid om daar aan deel te nemen.
4. Investeringen in duurzame inzetbaarheid die voortvloeien uit dit advies worden gefinancierd uit het individueel budget waarover werknemers de beschikking hebben. Afhankelijk van de individuele situatie kan er sprake zijn van cofinanciering door de werkgever of door de bedrijfstak.’
Tabel 2, artikel 43 komt te luiden:
Artikel |
Van toepassing zijnde delen |
---|---|
‘Artikel 43: Salarisschalen uta-werknemers |
Lid 1 Lid 2: ‘De werkgever zal aan de werknemer van 22 jaar of ouder een salaris betalen dat ligt op of boven het minimum van de salarisschaal behorend bij diens functieniveau. De salarissen zijn opgenomen in tabel 1 van bijlage 10b. Met ingang van 1 juli 2019 geldt dit voor de werknemer van 21 jaar of ouder.’ Lid 3: ‘De werkgever zal aan de jeugdige werknemer beneden de leeftijd van 22 jaar een salaris betalen dat ligt op of boven het minimum van de salarisschaal behorend bij diens functieniveau. De salarissen zijn opgenomen in tabel 2 van bijlage 10b. Met ingang van 1 juli 2019 geldt dit voor de jeugdige werknemer beneden de leeftijd van 21 jaar.’ Lid 4 t/m 6’ |
Uitwerking garantielonen voor vakvolwassenen komt te luiden:
‘1. De werkgever zal aan de werknemer van 22 jaar en ouder per volle werkweek minimaal het uurloon betalen dat voor de functiegroep waarin de werknemer is ingedeeld, geldt (zie tabel I, bijlage 10a). Met ingang van 1 juli 2019 geldt dit voor de werknemer van 21 jaar en ouder.
2. In afwijking van het bepaalde onder 1 betaalt de werkgever een werknemer die nog nooit in de bouw heeft gewerkt, maximaal voor de periode van een jaar een loon volgens de inloopschaal (zie tabel V, bijlage 10a).
3. Voor degene die leiding geeft aan ten minste vijf werknemers geldt tabel II van bijlage 10a.’
Na tabel 4 worden nieuwe tabellen 3 en 4 toegevoegd die komen te luiden:
‘Uitwerking garantielonen voor jeugdigen
leeftijd |
zonder beroepsopleiding bouw |
met diploma beroepsopleiding bouw |
---|---|---|
16 |
5,61 |
|
17 |
6,31 |
8,18 |
18 |
7,71 |
9,66 |
19 |
9,12 |
11,15 |
20 |
10,52 |
13,01 |
Uitwerking garantielonen voor leerlingen tijdens beroepsopleiding bouw
leeftijd |
start beroepsopleiding bouw |
|
---|---|---|
vóór 1 september 2015 |
op of na 1 september 2015 |
|
16 |
6,20 |
4,66 |
17 |
6,98 |
5,36 |
18 |
8,53 |
6,17 |
19 |
10,08 |
7,13 |
20 |
11,64 |
8,36 |
21 of ouder |
15,51 |
12,14’ |
Na loontabel IVc worden nieuwe loontabellen V en I t/m IVc toegevoegd die komen te luiden:
leeftijd |
1e halfjaar |
2e halfjaar |
---|---|---|
uur |
uur |
|
16 |
3,78 |
4,34 |
17 |
4,29 |
4,91 |
18 |
5,20 |
5,96 |
19 |
6,06 |
6,99 |
20 |
7,45 |
8,37 |
21 |
8,92 |
9,93 |
22 of ouder |
10,40 |
11,48 |
De bouwplaatswerknemer die niet eerder in de bouw & infra heeft gewerkt, mag maximaal een jaar lang worden betaald volgens deze inloopschaal. Dit geldt niet voor de bouwplaatswerknemer die een vakopleiding in de bouw volgt of in het bezit is van een vakopleidingsdiploma.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en het Besluit minimumjeugdloon per 1 juli 2019 alsmede de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid. Deze noot is van toepassing daar waar in de cao na 1 juli 2019 wordt uitgegaan van een vakvolwassen werknemer van 22 jaar.
Lonen (in euro) per 1 juli 2019, m.i.v. periode 8
functiegroep |
uur |
---|---|
A |
14,04 |
B |
14,85 |
C |
15,79 |
D |
16,89 |
E |
17,74 |
functiegroep |
uur |
---|---|
A |
15,72 |
B |
16,53 |
C |
17,47 |
D |
18,57 |
leeftijd |
zonder vakopleiding |
met BBL 2 |
met BBL 3 |
---|---|---|---|
uur |
uur |
uur |
|
16 |
5,61 |
||
17 |
6,31 |
8,18 |
|
18 |
7,71 |
9,66 |
12,26 |
19 |
9,12 |
11,15 |
14,29 |
20 |
10,52 |
13,01 |
16,35 |
leeftijd |
in BBL 2 |
in BBL 3 |
---|---|---|
uur |
uur |
|
16 |
6,20 |
|
17 |
6,98 |
9,36 |
18 |
8,53 |
11,07 |
19 |
10,08 |
12,79 |
20 |
11,64 |
14,90 |
21 of ouder |
15,51 |
17,06 |
leeftijd |
in BBL 2 |
in BBL 3 (jaar 1) |
in BBL 3 (jaar 2) |
---|---|---|---|
uur |
uur |
uur |
|
16 |
4,66 |
5,28 |
5,95 |
17 |
5,36 |
6,05 |
6,77 |
18 |
6,17 |
6,94 |
7,83 |
19 |
7,13 |
8,00 |
9,01 |
20 |
8,36 |
9,36 |
10,56 |
21 of ouder |
12,14 |
13,06 |
13,61 |
leeftijd |
in BBL 3 (jaar 1) |
in BBL 3 (jaar 2) |
---|---|---|
uur |
uur |
|
16 |
6,51 |
6,86 |
17 |
7,34 |
7,68 |
18 |
8,96 |
9,38 |
19 |
10,58 |
11,10 |
20 |
12,22 |
12,82 |
21 of ouder |
15,51 |
15,51’ |
Tabel 3 komt te luiden:
periode |
leeftijd |
---|---|
22 jaar of ouder |
|
1e halfjaar |
1.701,48 |
2e halfjaar |
1.787,16’ |
De uta-werknemer van 22 jaar of ouder die langer dan acht maanden achter elkaar niet als werknemer heeft gewerkt, mag het eerste jaar worden betaald volgens deze inloopschaal.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en het Besluit minimumjeugdloon per 1 juli 2019 alsmede de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid. Deze noot is van toepassing daar waar in de cao na 1 juli 2019 wordt uitgegaan van een vakvolwassen werknemer van 22 jaar.
Na tabel 3 worden nieuwe tabellen 1 en 2 toegevoegd die komen te luiden:
‘Maandsalarissen (in euro) per 1 juli 2019, m.i.v. periode 8
functieniveau |
minimum |
maximum |
---|---|---|
1 |
2.017,28 |
2.654,34 |
2 |
2.217,40 |
2.959,07 |
3 |
2.473,80 |
3.341,80 |
4 |
2.808,67 |
3.848,08 |
5 |
3.244,97 |
4.506,11 |
6 |
3.812,09 |
5.358,37 |
leeftijd |
inloop1 |
functieniveau 1 |
functieniveau 2 |
functieniveau 3 |
functieniveau 4 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
min. |
max. |
min. |
max. |
min. |
max. |
min. |
max. |
||
16 |
635,43 |
706,04 |
929,03 |
776,07 |
1.035,68 |
||||
17 |
726,23 |
806,91 |
1.061,74 |
886,95 |
1.183,61 |
||||
18 |
907,78 |
1.008,63 |
1.327,19 |
1.108,72 |
1.479,54 |
||||
19 |
1.134,71 |
1.260,77 |
1.658,96 |
1.385,88 |
1.849,42 |
1.546,11 |
2.088,64 |
||
20 |
1.361,66 |
1.512,95 |
1.990,76 |
1.663,04 |
2.219,30 |
1.855,35 |
2.506,36 |
’ |
De uta-werknemer tot en met 20 jaar die is ingedeeld in functieniveau 1 en die voor de eerste maal een dienstverband aangaat met een werkgever onder deze cao, mag maximaal een jaar lang worden betaald volgens deze inloopschaal.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-26014.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.