Besluit van de directeur-generaal Rijkswaterstaat van 12 april 2019, met kenmerk RWS-2019/14021 tot wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat inzake luchthavens 2014 in verband met aanvullende bevoegdheden ten aanzien van de schadeafhandeling inzake luchthavens

De directeur-generaal Rijkswaterstaat,

Gelet op artikel 21, tweede lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat en artikel 3 van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat inzake luchthavens 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1 tot en met 3 wordt 'RWS' telkens vervangen door: 'Rijkswaterstaat'.

B

In de aanhef van artikel 1 wordt de zinsnede 'artikel 5, eerste lid, onderdelen b en c, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012' vervangen door: 'artikel 3, aanhef en onderdelen b, c en f, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken'.

C

In de aanhef van artikel 2 wordt de zinsnede 'artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012' vervangen door: 'artikel 3, aanhef en onderdelen a en f, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken'.

D

In de aanhef van artikel 3 wordt de zinsnede 'artikel 5, eerste lid, onderdelen d en e, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012' vervangen door: 'artikel 3, aanhef en onderdelen d, e en f, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken'.

E

1. In artikel 4 wordt de zinsnede 'artikel 5, tweede lid, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Bereikbaarheid Infrastructuur en Milieu 2012' vervangen door: 'artikel 4, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken'.

2. Voor de tekst van artikel 4 wordt de aanduiding '1' geplaatst.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor zover het het voeren van procedures bij de rechter betreft ten aanzien van besluiten als bedoeld in artikel 3, onderdelen a tot en met e, van het Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken, wordt de in het eerste lid bedoelde machtiging tevens verleend aan de adviseurs van de afdelingen BJV binnen de Rijkswaterstaat Corporate Dienst en de juridisch adviseur van het project Gevelisolatie binnen Rijkswaterstaat Programma’s, Projecten en Onderhoud.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de in dit besluit genoemde functionarissen.

Den Haag, 12 april 2019

De directeur-generaal Rijkswaterstaat, M. Blom

MEDEDELING

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift worden ingediend bij Rijkswaterstaat, t.a.v. RWS Bestuursstaf, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. datum en nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, en

  • d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Dit besluit wijzigt het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat inzake luchthavens 2014. Aanleiding is het nieuwe Ondermandaatbesluit directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme zaken. In dat besluit is het ondermandaat van de directeur-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat uitgebreid. Deze uitbreiding ziet op het afhandelen van zogenaamde schadeverzoeken die samenhangen met de in dat besluit genoemde luchthavens, waaraan de luchthaven Eindhoven voor zover het de burgerluchtvaart betreft, is toegevoegd, en de luchthaven Schiphol en het bij die luchthavens behorende luchtverkeer. De wijziging van onderhavig besluit zorgt ervoor dat de hierboven genoemde wijzigingen ook doorgevoerd worden in het ondermandaatbesluit van de directeur-generaal Rijkswaterstaat.

Ten overvloede zij vermeld dat de functionaris die in mandaat het (primaire) besluit heeft genomen, niet ook de beslissing op het bezwaarschrift in mandaat kan nemen. Deze bevoegdheid ligt bij een andere in dit besluit genoemde functionaris binnen hetzelfde organisatieonderdeel, waarvoor geldt dat deze functionaris niet ondergeschikt is aan degene die het primaire besluit heeft genomen.

De directeur-generaal Rijkswaterstaat, M. Blom

Naar boven