Besluit van de directeur-generaal van Rijkswaterstaat van 11 april 2019, met kenmerk RWS-2019/11442 tot wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 in verband met het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan nieuwe functionarissen en beëindigen van bevoegdheden

De directeur-generaal Rijkswaterstaat,

Gelet op artikel 21, tweede en derde lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat, respectievelijk artikel 3 van het Instellingsbesluit directoraat-generaal Rijkswaterstaat 2013;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. De hoofdingenieur-directeur van het organisatieonderdeel Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening kan met inachtneming van artikel 12 binnen zijn organisatieonderdeel zijn bevoegdheden ook mandateren aan de programmadirecteuren.

2. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. De hoofdingenieur-directeur van het organisatieonderdeel Rijkswaterstaat Zuid-Nederland kan met inachtneming van artikel 12 binnen zijn organisatieonderdeel zijn bevoegdheden ook mandateren aan de project- of programmadirecteur van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen c en d van het tweede lid tot onderdelen d en e, wordt een onderdeel ingevoegd luidende:

  • c. project- of programmamanagers van projecten of programma’s met een waarde groter dan € 50.000.000;

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De in het tweede lid, onder c en e, genoemde functionarissen worden geen bevoegdheden verleend in HRM-aangelegenheden.

C

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7. Mandatering Corporate Taken en overige mandatering

  • 1. Aan de hoofdingenieur-directeuren, bedoeld in artikel 5, eerste lid, en de algemeen directeuren, bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 8, aanhef en onderdeel a, worden, met inachtneming van de artikelen 3 en 12, tevens de aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat verleende bevoegdheden gemandateerd voor zover zij een corporate taak uitoefenen die het eigen organisatieonderdeel overstijgt.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de verlening van bevoegdheden in mandaat aan directeuren of project- of programmadirecteuren als bedoeld in de artikelen 5 en 6, steeds tweede lid.

  • 3. De aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat verleende bevoegdheden worden, met inachtneming van de artikelen 3 en 12, eveneens gemandateerd aan de volgende functionarissen:

    • a. de hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat-programma Duurzaamheid en Leefomgeving;

    • b. de directeur Vervanging en Renovatie Rijkswaterstaat;

    • c. de project- of programmamanager portefeuillehouder bedrijfsvoering project Schiphol – Amsterdam – Almere;

    • d. de programmamanager Veranderopgave Omgevingswet RWS;

    • e. senior adviseur in geval van voorzitter van het Regionaal CrisisTeam of Liaison Regionaal Operationeel Team en

    • f. het Hoofd secretariaat Vlaams Nederlands Schelde Commissie (VNSC) bij het organisatieonderdeel Rijkswaterstaat Zee en Delta.

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van onderdeel c tot en met g tot d tot en met h, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. de directeuren van allianties zover niet onder b. genoemd;

2. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. Project- of programmadirecteur, project-of programmamanager en Projectleider van een Programma;

3. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. Project- of programmadirecteur en project- of programmamanager van een Eenheid;

4. Onderdeel g komt te luiden:

  • g. Manager Nationale Bewegwijzeringsdienst;

E

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinssnede 'de artikelen 2, 4, 5, eerste en zesde lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid en 8.' vervangen door: de artikelen 2, 4, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7 en 8.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De in de artikelen 5 en 6 steeds eerste lid, genoemde functionarissen kunnen met inachtneming van artikel 12 de verleende volmacht en machtiging binnen hun organisatieonderdeel doorgeven aan de functionarissen genoemd in artikel 5, tweede en vierde tot en met zesde lid en artikel 6, tweede lid.

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel van het eerste lid komen de volgende rijen te vervallen:

Programmadirecteur Implementatie Omgevingswet:

25.000.000

Programmamanager Implementatie Omgevingswet:

1.000.000

Directeur Productie en Bedrijfsvoering Implementatie Omgevingswet:

1.000.000

Manager Beheersing en Bedrijfsvoering Implementatie Omgevingswet:

100.000

Projectmanager Implementatie Omgevingswet:

50.000

2. In het tweede lid wordt de zinssnede 'de artikelen 5 tot en met 7, steeds eerste lid' vervangen door: de artikelen 5 en 6, steeds eerste lid.

3. In de tabel van het eerste lid komen de rijen

'Project- of programmadirecteur, project-of programmamanager en projectleider van Impulsprogramma’s:

50.000

Project- of programmadirecteur en project- of programmamanager van een Product Specifieke Eenheid:

50.000'

te luiden:

Project- of programmadirecteur, project-of programmamanager en projectleider van Programma’s bij Rijkswaterstaat Nova:

50.000

Project- of programmadirecteur en project- of programmamanager van een Eenheid bij Rijkswaterstaat Nova:

50.000

4. In de tabel van het eerste lid wordt na de rij

'De algemeen directeur Rijkswaterstaat Nova:

25.000.000'

een rij ingevoegd, luidende:

De hoofdingenieur-directeuren en de algemeen directeuren in de uitoefening van een corporate taak:

25.000.000

5. In de tabel van het eerste lid worden na de rij 'Directeur Nationale Bewegwijzeringsdienst: 5.000.000' drie rijen ingevoegd, luidende:

Directeur Vervanging en Renovatie Rijkswaterstaat:

5.000.000

Directeuren in de uitoefening van een corporate taak:

5.000.000

Project- of programmadirecteuren in de uitoefening van een corporate taak:

5.000.000

6. In de tabel van het eerste lid komt de rij

'Manager dienstverlening Nationale Bewegwijzeringsdienst:

100.000

te luiden:

Manager Nationale Bewegwijzeringsdienst:

100.000

7. In de tabel van het tweede lid komen de volgende rijen te vervallen:

Plaatsvervangend hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening:

5.000.000

Plaatsvervangend directeur binnen Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening:

1.000.000

8. In de tabel van het tweede lid wordt na de rij

'Directeur realisatie Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud:

5.000.000'

een rij ingevoegd, luidende:

Project- of programmadirecteur Rijkswaterstaat Zuid-Nederland:

5.000.000

9. In de tabel van het tweede lid wordt na de rij 'Districtshoofd: 50.000' een rij ingevoegd, luidende:

Project- of programmamanagers Rijkswaterstaat Corporate Dienst

50.000

10. Aan de tabel van het tweede lid komt de rij

'Afdelingshoofd of districtshoofd in geval van Voorzitter van het Regionaal CrisisTeam of Liaison Regionaal Operationeel Team bij Crisismanagement:

150.000'

te luiden:

Afdelingshoofd, districtshoofd of senior adviseur in geval van voorzitter van het Regionaal CrisisTeam of Liaison Regionaal Operationeel Team bij Crisismanagement:

150.000

G

In artikel 13, tweede lid, wordt de zinssnede 'de artikelen 5 tot en met 7, steeds eerste lid' vervangen door: de artikelen 5 en 6, steeds eerste lid.

H

In artikel 14, eerste lid, wordt de zinsnede 'de aan de algemeen directeur verleende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, 6 en 9, steeds eerste lid' vervangen door: de algemeen directeuren verleende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, 6 en 9, steeds eerste lid en artikel 8, aanhef en onderdeel a

I

Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 14a

Op verleende bevoegdheden in mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat of aan een andere functionaris binnen Rijkswaterstaat door een ander bestuursorgaan dan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, is dit besluit van overeenkomstige toepassing, tenzij betreffend besluit tot verlening van bevoegdheden in mandaat, volmacht en machtiging zelf in het onderwerp van dit besluit voorziet.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdelen A, B, D, E en F, subonderdelen 1, 2 en 6 t/m 9, van dit besluit werkt terug tot en met 1 december 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de in dit besluit genoemde functionarissen.

Den Haag, 11 april 2019

De directeur-generaal Rijkswaterstaat, M. Blom

MEDEDELING

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift worden ingediend bij Rijkswaterstaat, t.a.v. RWS Bestuursstaf, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. datum en nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, en

  • d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Dit besluit wijzigt het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013.

Deze wijzigingen zijn nodig vanwege het beëindigden van het programma Implementatie Omgevingswet bij Rijkswaterstaat, het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan nieuwe functionarissen en aan functionarissen voor zover zij tevens een corporate taak uitoefenen die het eigen organisatieonderdeel overstijgt, en het verlenen van bevoegdheden door een ander bestuursorgaan dan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

De directeur-generaal Rijkswaterstaat, M. Blom

Naar boven