Verkeersbesluit in verband met tijdelijke verkeersmaatregelen t.b.v. bouwaansluitingen rijksweg A20 Li tussen km 35,80 en km 36,05 in de gemeente Rotterdam

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Zuid-Holland

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Juridisch kader

De Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Aangezien het hier een weg betreft die onder beheer is van het Rijk, ben ik ingevolge artikel 18, eerste lid onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit besluit te nemen.

Verkeersmaatregelen

Het plaatsen van RVV-bord C01 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee) met onderbord “uitgezonderd werkverkeer” op de locatie:

• A20 Li ter hoogte van km 36,0u.

Motivering

Vanwege de aanleg van de A16 Rotterdam zijn er tijdelijke bouwaansluitingen (poort 60 en poort 63) op de A20 Li op het traject van Gouda naar Rotterdam nodig om bouw gerelateerde voertuigen te laten uit- en invoegen.

Verkeersveiligheid

De verwachting is dat de geïntroduceerde bebording tot gevolg heeft dat er een minder onveilige situatie ontstaat.

De uit- en invoegers zijn gebaseerd op de ontwerprichtlijnen van de Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen (ROA). De maatregel is daardoor herkenbaar en logisch voor de weggebruiker en zal daardoor naar verwachting geen nieuwe risico's introduceren.

De opdrachtnemer dient de materiaaltransporten voor zand, grond, wegverharding, beton, overig en materieel naar Gebied RWS en Gebied Derden te maximeren. Deze maximering vindt op de volgende wijze plaats:

De werkuitvoeger mag beperkt gebruikt worden in de spitstijden 07:00 – 09:00 uur en 16:00 – 19:00 uur met ten hoogste 25 vrachtwagens per uur.

De maatregel om bij een bouwafrit een geslotenverklaring te plaatsen wordt vaker toegepast bij locaties welke alleen benaderbaar zijn voor specifieke doelgroepen.

Milieuaspecten

Bij de afweging van de belangen die samenhangen met het nemen van dit besluit, heb ik de mogelijke invloed van de maatregel op de aspecten geluid, ecologie en luchtkwaliteit betrokken op basis van een gevoeligheidsanalyse. Gebleken is dat de maatregel een verwaarloosbaar effect heeft op het gebied van luchtkwaliteit en geluid. Er zijn geen effecten op het gebied van ecologie.

Procedure

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de daartoe gemachtigde medewerker Verkeersadvisering van de politie Rotterdam.

Deze heeft positief geadviseerd over het voorgenomen besluit.

BESLUIT

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik tot het plaatsen van RVV-bord C1 met onderbord “uitgezonderd werkverkeer” op Rijksweg A20 ter hoogte van km 36,0u.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid,

N.C.Knaap

MEDEDELINGEN:

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en gezonden aan Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a.

    naam en adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • d.

    een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Voorlopige voorziening

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank (sector Bestuursrecht) binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a.

    de naam en het adres van de verzoeker;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van het besluit;

  • d.

    de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overlegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijld spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Als burger kunt u ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de hiervoor vermelde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de hiervoor vermelde internetsite voor de precieze voorwaarden.

Expeditie

Afschrift van dit besluit is gezonden aan:

Politie Rotterdam-Rijnmond, Postbus 70023, 3000 LD Rotterdam.

College van Burgemeester en Westhouders Gemeente Rotterdam, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam.

Provincie Zuid-Holland District landelijk gebied Postbus 90602 2509 LP Den Haag

Naar boven