De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 3.4, vierde lid, 3.48, tweede lid, onderdeel b, en 3.51, derde lid,
van het Vreemdelingenbesluit 2000;
Besluit:
ARTIKEL I
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 3.16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.16a
Als categorie vreemdelingen, bedoeld in artikel 3.4, vierde lid, van het Besluit,
is aangewezen vreemdelingen met het verblijfsdoel verblijf in het kader van de pilot
huisvesting Akense niet-EU studenten.
C
Na artikel 3.24a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.24aa
-
1. Als categorieën vreemdelingen, bedoeld in artikel 3.48, tweede lid, aanhef en onder
b, van het Besluit, zijn aangewezen vreemdelingen met het volgende verblijfsdoel:
-
a. verblijf in het kader van remigratie op grond van de Remigratiewet;
-
b. verblijf in het kader van verwesterde schoolgaande minderjarige vrouwen voor vreemdelingen
met de Afghaanse nationaliteit;
-
c. verblijf in het kader van plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van
een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996;
-
d. verblijf als vreemdeling die zich in de terminale fase van een ziekte bevindt;
-
e. verblijf op basis van de duurzaamheids- en proportionaliteitsbeoordeling van vreemdelingen
aan wie artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag is tegengeworpen.
-
2. Als categorieën vreemdelingen, bedoeld in artikel 3.51, derde lid, van het Besluit,
zijn aangewezen vreemdelingen met het volgende verblijfdoel:
-
a. verblijf als oud-Nederlander in het kader van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder
b, d en e van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
-
b. verblijf in het kader van de Afsluitingsregeling Definitieve Regeling langdurig verblijvende
kinderen;
-
c. verblijf wegens bijzondere individuele omstandigheden na verblijf als familie- of
gezinslid;
-
d. verblijf na verblijf als slachtoffer van mensenhandel die hiervan geen aangifte kan
of wil doen;
-
e. verblijf na verblijf als slachtoffer van (dreigend) eergerelateerd geweld of van (dreigend)
huiselijk geweld;
-
f. verblijf na verblijf als slachtoffer of slachtoffer-aangever van mensenhandel;
-
g. verblijf na verblijf als getuige aangever van mensenhandel;
-
h. verblijf in het kader van de uitoefening van het privéleven, bedoeld in artikel 8
EVRM;
-
i. verblijf in het kader van plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van
een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2019.
’s-Gravenhage, 26 april 2019
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat een uitwerking
van het Besluit tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de
aanpassing van enkele regels voor de beoordeling van verblijfsaanvragen (Stb. 2019, 143). Het betreft de aanwijzing van bepaalde categorieën vreemdelingen waaraan een verblijfsvergunning
regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met tijdelijke (artikel
3.48, tweede lid, aanhef en onder b, van het Vreemdelingenbesluit 2000) of niet-tijdelijke
(artikel 3.51, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000) humanitaire gronden kan
worden verleend. Voorts wordt op grond van artikel 3.4, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit
2000 een categorie vreemdelingen aangewezen voor gevallen waarin verlening van een
verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van internationale verplichtingen
daartoe nopen of een wezenlijk Nederlands belang met de aanwezigheid van de desbetreffende
vreemdelingen gediend is.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A (artikel 3.16a)
In dit artikel wordt op grond van artikel 3.4, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit
2000 een categorie vreemdelingen aangewezen waaraan een verblijfsvergunning regulier
voor bepaalde tijd kan worden verleend onder een andere beperking dan genoemd in het
eerste lid van artikel 3.4 van het Vreemdelingenbesluit 2000. In de tabel wordt bij
de categorie vreemdelingen de vindplaats van het bijbehorende beleid in de Vreemdelingencirculaire
2000 vermeld.
Categorie vreemdelingen met verblijfsdoel:
|
Vc 2000:
|
verblijf in het kader van de pilot huisvesting Akense niet-EU studenten
|
B11/2.4
|
Onderdeel B (artikel 3.17a)
In het nieuwe artikel 3.24aa, eerste lid, wordt de doelgroep van artikel 3.17a aangewezen
als categorie vreemdelingen waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde
tijd onder een beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden kan worden
verleend (zie onderdeel C). Artikel 3.17a is daarmee overbodig geworden en vervalt.
Onderdeel C (artikel 3.24aa)
In het eerste lid van dit artikel worden op grond van artikel 3.48, tweede lid, aanhef
en onder b, van het Vreemdelingenbesluit 2000 categorieën vreemdelingen aangewezen
waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend onder
de beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden. In de tabel wordt
bij de categorie vreemdelingen de vindplaats van het bijbehorende beleid in de Vreemdelingencirculaire
2000 vermeld.
Categorie vreemdelingen met verblijfsdoel:
|
Vc 2000:
|
verblijf in het kader van remigratie op grond van de Remigratiewet
|
B8/5
|
verblijf in het kader van verwesterde schoolgaande minderjarige vrouwen met de Afghaanse
nationaliteit
|
B8/10
|
verblijf in het kader van plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van
een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996
|
B8/11
|
verblijf als vreemdeling die zich in de terminale fase van een ziekte bevindt
|
B8/12
|
verblijf op basis van de duurzaamheids- en proportionaliteitsbeoordeling van vreemdelingen
aan wie artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag is tegengeworpen
|
C2/7.10.2.6
|
In het tweede lid van dit artikel worden op grond van artikel 3.51, derde lid, van
het Vreemdelingenbesluit 2000 categorieën vreemdelingen aangewezen waaraan een verblijfsvergunning
regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend onder de beperking verband houdend
met niet-tijdelijke humanitaire gronden. In de tabel wordt bij de categorie vreemdelingen
de vindplaats van het bijbehorende beleid in de Vreemdelingencirculaire 2000 vermeld.
Categorie vreemdelingen met verblijfsdoel:
|
Vc 2000:
|
verblijf als oud-Nederlander in het kader van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder
b, d en e van de Rijkswet op het Nederlanderschap
|
B9/2.3
|
verblijf in het kader van de Afsluitingsregeling Definitieve Regeling langdurig verblijvende
kinderen
|
B9/6
|
verblijf wegens bijzondere individuele omstandigheden na verblijf als familie- of
gezinslid
|
B9/8.6
|
verblijf na verblijf als slachtoffer van mensenhandel die hiervan geen aangifte kan
of wil doen
|
B9/10
|
verblijf na verblijf als slachtoffer van (dreigend) eergerelateerd geweld of van (dreigend)
huiselijk geweld
|
B9/11
|
verblijf na verblijf als slachtoffer of slachtoffer-aangever van mensenhandel
|
B9/12
|
verblijf na verblijf als getuige aangever van mensenhandel
|
B9/13
|
verblijf in het kader van de uitoefening van het privéleven, bedoeld in artikel 8
EVRM
|
B9/14
|
verblijf in het kader van plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van
een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996
|
B9/15
|
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers