Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 april 2019, nr. WJZ/19081656, tot wijziging van de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB in verband met de uitvoering van de graasdierpremie

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt na artikel 6 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

Voor de toepassing van de artikelen 2.22, derde lid, en 2.23, zevende lid, van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB worden de dieren ook als ‘ononderbroken aanwezig op niet subsidiabele grond’ aangemerkt indien door de aanvrager aangetoond kan worden dat de dieren zich kortstondig niet op niet subsidiabele grond bevinden in verband met een voor de bedrijfsvoering noodzakelijke handeling zoals het scheren of enten van de dieren, hoefverzorging, transport of het deelnemen aan educatieve programma’s.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 april 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met deze wijziging van de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (hierna: beleidsregel) worden uitvoeringsregels uitgewerkt in artikel 6a ten behoeve van het verschaffen van duidelijkheid over wat er onder ‘ononderbroken aanwezig op niet subsidiabele grond’ kan worden verstaan.

De dieren worden ook als ononderbroken aanwezig op niet subsidiabele grond aangemerkt indien de dieren zich kortstondig niet op niet subsidiabele grond bevinden in verband met een voor de bedrijfsvoering noodzakelijke handeling zoals het scheren of enten van de dieren, hoefverzorging, transport of het deelnemen aan educatieve programma’s. Deze handelingen moeten worden aangetoond door de aanvrager en zijn eenvoudig te verifiëren door de inspecteur; zo is het scheren van de dieren evident zichtbaar en zal voor het enten van de dieren een afspraak gepland staan met een dierenarts of een dierenarts aanwezig zijn op het bedrijf.

In dit artikel wordt de term ‘kortstondig’ gebruikt. Afhankelijk van de aard van de noodzakelijke handeling wordt met kortstondig bedoeld: in tijd niet langer dan voor de betreffende handeling gebruikelijk is.

Benadrukt dient te worden dat bepaalde bijzondere omstandigheden zoals het weer of (kortstondige) ziekte middels het bestaande overmacht formulier bij RVO.nl worden gemeld, ongeacht de duur en het aantal dieren. De beleidsregel laat deze situaties dan ook buiten beschouwing.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven