Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 april 2019, nr. WJZ/ 19077673, tot wijziging van de Regeling houders van dieren vanwege het schrappen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure bij het aanwijzen van diersoorten

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2.2, eerste lid, van de Regeling houders van dieren vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Deze ministeriële regeling wijzigt de procedure voor het aanwijzen van diersoorten voor de huis- en hobbydierenlijst (de positieflijst). De huis- en hobbydierenlijst vloeit voort uit artikel 2.2, eerste lid, van de Wet dieren. Deze regeling schrapt de verplichting om bij alle aanwijzingen van diersoorten of diercategorieën voor de huis- en hobbydierenlijst de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (uov) te volgen.

De uov is geregeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en kan naar keuze van een bestuursorgaan worden toegepast (ad hoc of structureel). In de praktijk wordt de uov vooral gehanteerd bij omgevingsbesluiten. De verplichte toepassing van de uov is bijvoorbeeld geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Tracéwet. Het betreft hier complexe besluitvorming met voor de burger ingrijpende gevolgen (zoals onteigening) waarbij inbreng van belanghebbenden noodzakelijk is om te komen tot een volledige en evenwichtige belangenafweging.

Hoewel de belangen van houders en handelaren van huis- en hobbydieren onmiskenbaar zijn, is bij het aanwijzen van diersoorten voor de huis-en hobbydierenlijst geen sprake van een vergelijkbare complexiteit van de besluitvorming als bij omgevingsbesluiten. Bovendien worden de diersoorten in het kader van de huis- en hobbydierenlijst aangewezen op grond van een wetenschappelijke beoordeling van de risico’s voor dierenwelzijn, en de gezondheid van mens en dier. Dit volgt uit het Europeesrechtelijke uitgangspunt dat een lijst van toegestane soorten dient te berusten op een wetenschappelijk advies, dat tot stand moet zijn gekomen op grond van de beginselen van uitmuntendheid, doorzichtigheid en onafhankelijkheid.1

Gelet hierop is het bij nader inzien niet wenselijk om de uov toe te passen bij aanwijzingen voor de huis- en hobbydierenlijst. In plaats daarvan zal een openbare consultatie worden gevolgd voordat de huis- en hobbydierenlijst wordt vastgesteld, zoals ook is gedaan met het wetenschappelijk advies over de nieuwe beoordelingssystematiek.2 Het doel hiervan is voornamelijk om belanghebbenden tijdig inzicht te geven in de besluitvorming.

Het schrappen van de verplichting om de uov te volgen betekent dat de bezwaarschriftenprocedure van toepassing is op toekomstige aanwijzingen voor de huis- en hobbydierenlijst en op het intrekken van aanwijzingen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Zaak C-219/07, Nationale Raad van Dierenkwekers en Liefhebbers VZW, Andibel VZW tegen Belgische Staat en zaak T-13/99, Pfizer Animal Health SA tegen Raad van de Europese Unie.

Naar boven