Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 11 april 2019, nr. 2561595 houdende tijdelijke aanwijzing van een ander Gerechtshof als bedoeld in artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie (Regeling tijdelijke aanwijzing gerechtshof Den Haag voor standaard strafzaken van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden).

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Gehoord de Raad voor de rechtspraak;

Gehoord het College van Procureurs-generaal;

Besluit:

Artikel 1

Voor de behandeling van strafzaken, die aanhangig zijn gemaakt bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en in eerste aanleg zijn behandeld door de rechtbanken Gelderland of Midden-Nederland, wordt aangewezen als ander gerechtshof als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie: het gerechtshof Den Haag.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 24 april 2019 en vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijke aanwijzing gerechtshof Den Haag voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 april 2019

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO). Op grond van die bepaling kan de Minister van Veiligheid en Justitie tijdelijk een ander gerechtshof aanwijzen waarnaar zaken worden verwezen die behoren tot een in de aanwijzing te bepalen categorie ter behandeling en beslissing. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is niet verplicht deze zaken te verwijzen, maar is daartoe bevoegd wegens tijdelijk gebrek aan zittingscapaciteit.

Met deze regeling wordt vastgesteld dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden strafzaken kan verwijzen naar het gerechtshof Den Haag. Meer specifiek betreft het strafzaken waaraan geen specifieke bijzonderheden kleven en die gereed zijn voor behandeling ter zitting. Tevens zijn deze zaken allen in eerste aanleg door de rechtbanken Gelderland of Midden-Nederland behandeld en beslist. Het gaat daarmee om een pakket zaken die vrij eenvoudig en zonder grote gevolgen voor de andere actoren in de strafrechtspleging kunnen worden overgedragen aan het gerechtshof Den Haag. Deze regeling wordt ingevoerd op verzoek van de Raad voor de rechtspraak vanwege het tijdelijk tekort aan raadsheren bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit tekort is naar verwachting per 1 januari 2020 opgeheven.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven