Werkwijze Communicatie Commissariaat voor de Media

§ 1. Algemene uitgangspunten

  • 1. Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) is zo transparant mogelijk bij de uitvoering van zijn taken, met inachtneming van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 2. Het Commissariaat geeft via zijn website (www.cvdm.nl) en via social media kanalen voorlichting over de werkzaamheden die het verricht en over de besluiten die het neemt.

  • 3. In beginsel communiceert het Commissariaat over al zijn werkzaamheden, tenzij lopende onderzoeken of (bedrijfs)vertrouwelijkheid dat onmogelijk maken.

§ 2. Voorlichting en vragen

Media-instellingen

  • 4. Media-instellingen, uitgevers en boekverkopers kunnen vragen stellen via het formulier op de website van het Commissariaat. Daarnaast heeft het Commissariaat elke dag tussen 11.00 uur en 12.00 uur een telefonisch vragenuur voor media-instellingen, uitgevers en boekverkopers die vragen hebben buiten de reguliere zaakbehandeling (035 – 773 70 00).

Journalisten

  • 5. Het Commissariaat beantwoordt vragen van journalisten via zijn woordvoerders. Hun contactgegevens staan op de website.

Publieksvoorlichting

  • 6. Kijkers en luisteraars kunnen vragen aan het Commissariaat stellen via het contactformulier op de website. Via het contactformulier kunnen ook klachten worden ingediend en vermeende overtredingen van de Mediawet en de Wet op de vaste boekenprijs worden gemeld.

  • 7. Het Commissariaat bepaalt op welke manier er opvolging aan een signaal/klacht gegeven wordt. De klager wordt, indien deze direct belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is, op de hoogte gehouden van eventuele vervolgstappen. Indien het onderzoek leidt tot een besluit, wordt dit besluit op de website gepubliceerd.

§ 3. Openbaarmaking besluiten

  • 8. Het Commissariaat maakt besluiten en rechtsoordelen openbaar, tenzij het Commissariaat op zwaarwichtige gronden anders beslist.

  • 9. Het besluit tot openbaarmaking wordt in beginsel gelijktijdig met het besluit of rechtsoordeel bekend gemaakt aan de geadresseerde ervan. Deze geadresseerde wordt bij de bekendmaking door het Commissariaat de mogelijkheid geboden binnen tien dagen schriftelijk en gemotiveerd aan te geven welke informatie hij vertrouwelijk acht in de zin van artikel 10 van de Wob.

  • 10. Indien het Commissariaat de door de geadresseerde genoemde gegevens niet vertrouwelijk acht en het wenselijk vindt het besluit of rechtsoordeel (onverkort) openbaar te maken, wordt de geadresseerde hiervan binnen vijf dagen op de hoogte gesteld. Het Commissariaat biedt de geadresseerde in dat geval de mogelijkheid binnen vijf dagen bij de voorzieningenrechter een verzoek in te dienen om bij wijze van voorlopige voorziening de openbaarmaking van het besluit of rechtsoordeel te schorsen.

  • 11. De openbaarmaking van het besluit of rechtsoordeel geschiedt in beginsel niet eerder dan veertien dagen na bekendmaking van het besluit of rechtsoordeel aan geadresseerde, tenzij een geadresseerde het besluit of rechtsoordeel (deels) zelf openbaar heeft gemaakt, heeft doen openbaar maken of heeft aangegeven geen bedenkingen te hebben tegen eerdere openbaarmaking.

  • 12. Gedurende deze veertien dagen kan de geadresseerde die bezwaar heeft tegen openbaarmaking van het besluit of rechtsoordeel hiertegen in rechte opkomen.

  • 13. Bij openbaarmaking vermeldt het Commissariaat de datum van het door hem genomen besluit of rechtsoordeel. Ook geeft het Commissariaat in het besluit aan welke vervolgstappen er mogelijk zijn, bijvoorbeeld bezwaar of beroep. Indien er bezwaar of beroep aangetekend is, wordt dit ook vermeld.

§ 4. Openbaarmaking rapporten en adviezen

  • 14. Het Commissariaat brengt periodiek adviezen uit aan de bewindspersoon van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast kan het Commissariaat in bijzondere kwesties een advies of rapport uitbrengen aan de bewindspersoon van Onderwijs Cultuur en Wetenschap of een ander ministerie.

  • 15. Het Commissariaat brengt jaarlijks in de vorm van de Mediamonitor verslag uit van de stand van zaken op de Nederlandse mediamarkt.

  • 16. Het Commissariaat houdt metatoezicht op het NICAM en brengt hier jaarlijks een advies over uit.

  • 17. Het Commissariaat maakt de door hem uitgebrachte adviezen en rapporten in beginsel openbaar, tenzij het Commissariaat op zwaarwichtige gronden anders beslist.

  • 18. Een direct belanghebbende wordt, voorafgaand aan de openbaarmaking, door het Commissariaat de mogelijkheid geboden om binnen tien dagen schriftelijk en gemotiveerd mee te delen welke onderdelen van het advies of het rapport hij (bedrijfs-)vertrouwelijk acht of welke feiten onjuist zijn.

  • 19. Indien het Commissariaat de door de belanghebbende genoemde gegevens niet vertrouwelijk of onjuist acht en het wenselijk vindt het advies of rapport (onverkort) openbaar te maken, stelt het Commissariaat de direct belanghebbende hiervan binnen vijf dagen op de hoogte. Het Commissariaat biedt de direct belanghebbende in dat geval de mogelijkheid binnen vijf dagen bij de voorzieningenrechter een verzoek in te dienen om bij wijze van voorlopige voorziening de openbaarmaking van het advies of rapport te schorsen.

  • 20. De openbaarmaking van het advies of het rapport geschiedt in beginsel niet eerder dan veertien dagen na de dag waarop de openbare versie van het advies of het rapport aan de direct belanghebbende is toegezonden. Mocht een direct belanghebbende het advies of het rapport zelf openbaar maken, doen openbaar maken of aangeven geen bedenkingen te hebben tegen openbaarmaking, dan kan de openbaarmaking binnen een kortere termijn plaatsvinden

  • 21. Gedurende deze veertien dagen kan de direct belanghebbende die bezwaar heeft tegen openbaarmaking van het advies of rapport hiertegen in rechte opkomen.

§ 5. Slot

22. Deze Werkwijze Communicatie wordt bekendgemaakt in de Staatscourant en op de website www.cvdm.nl.

Algemene toelichting op Werkwijze Communicatie Commissariaat voor de Media (Commissariaat)

Deze werkwijze geeft inzicht in de manier waarop het Commissariaat met de buitenwereld communiceert over de toezicht- en adviespraktijk. Het Commissariaat zet communicatie in om zijn missie te bereiken: vrijheid van informatie die breed toegankelijk is, onafhankelijk en pluriform media-aanbod, bescherming van minderjarige kijkers, eerlijke concurrentieverhoudingen en rechtmatige besteding van publiek geld. Communicatie levert een bijdrage aan de naleving van de wettelijke regels en het voorlichten van het publiek, de media-instellingen, uitgevers en boekverkopers daarover, en is ondersteunend aan de verantwoording die het Commissariaat aflegt over de wijze waarop hij zijn wettelijke taken uitoefent en zijn beleid in de praktijk brengt.

Wettelijk kader

Als onafhankelijk toezichthouder wil het Commissariaat zo transparant mogelijk zijn over zijn taakuitoefening, uiteraard binnen de mogelijkheden en beperkingen die de wet hiervoor biedt.

Doelstellingen

Het Commissariaat onderkent de maatschappelijke behoefte om zoveel mogelijk openheid te geven en verantwoording af te leggen over zijn taakuitoefening. Tegelijkertijd moeten media-instellingen, uitgevers en boekverkopers onder het toezicht van het Commissariaat belangrijke vertrouwelijke en vaak gevoelige informatie kunnen delen, zonder dat zij bang hoeven te zijn dat deze gegevens naar buiten komen.

Communicatie kan worden ingezet voor:

  • Normoverdracht; laten zien wat wel en niet mag en hoe het Commissariaat de wet uitlegt en toepast.

  • Waarschuwing; zodat media-instellingen, uitgevers en boekverkopers een juiste beslissing kunnen nemen.

  • Uitspreken van verwachtingen en verantwoording afleggen.

Afweging

Hoewel het Commissariaat transparantie over zijn toezicht van groot belang vindt, is het terughoudend met het geven van informatie over bijvoorbeeld onderzoeken die worden gestart. Het Commissariaat moet zorgvuldig zijn in al zijn communicatie en dus steeds alle betrokken belangen tegen elkaar afwegen.

Bij deze afweging kan bijvoorbeeld relevant zijn of onderzoeksbelangen van het Commissariaat zich verzetten tegen externe communicatie over lopende onderzoeken. Ook het privacybelang van onderzochte media-instellingen, uitgevers en boekverkopers weegt uiteraard zwaar, maar is niet altijd doorslaggevend. Maatschappelijke onrust of sterke speculaties rondom bepaalde onderzoeken van het Commissariaat kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat het Commissariaat juist wel communiceert.

Bij de afweging kan ook de informatie die de betrokken media-instelling, uitgever of boekverkoper zelf verspreidt, relevant zijn. Onjuiste informatie over de activiteiten van het Commissariaat kan aanleiding zijn om de juiste feiten weer te geven

Termijnen

Een in deze werkwijze genoemde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. Een termijn wordt, zo nodig, zoveel verlengd, dat daarin ten minste twee dagen voorkomen die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zijn.

Naar boven