Besluit van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, en de Minister van Defensie van 26 april 2019, nr. IENW/BSK-2019/87092, tot wijziging van het Besluit gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, en de Minister van Defensie,

Overwegende dat het noodzakelijk is het Besluit gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht aan te passen in verband met de ingebruikname van een nieuw regeringsvliegtuig;

BESLUITEN:

ARTIKEL I

Het Besluit gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, artikel 2, onderdeel e, artikel 9, tweede lid, en artikel 10 wordt ‘Milieu’ vervangen door ‘Waterstaat’.

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘PH-KBX’ wordt vervangen door ‘PH-GOV’.

2. Onder vervanging van de punt achter ‘PH-GOV’ door een puntkomma wordt na ‘PH-GOV;’ een onderdeel toegevoegd luidende:

aanvrager:

de indiener van de aanvraag bedoeld in artikel 6, derde of vierde lid.

C

De artikelen 11, 12 en 13 vervallen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

TOELICHTING

In het tweede kwartaal van 2019 wordt het nieuwe regeringsvliegtuig in gebruik genomen. Het is een Boeing BBJ met als registratie PH-GOV. In verband hiermee dient in het Besluit gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht (hierna: het besluit) de in de definitie van regeringsvliegtuig opgenomen registratie PH-KBX te worden aangepast. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de artikelen 1, 2, onderdeel e, 9, tweede lid, en 10 de aanduiding Infrastructuur en Milieu te wijzigen in Infrastructuur en Waterstaat.

Voorts is een definitie opgenomen van het begrip ‘aanvrager’. In artikel 6, derde en vierde lid, is bepaald dat een vlucht wordt aangevraagd door de Dienst Koninklijk Huis. In geval van staatsbezoeken door de Minister van Buitenlandse Zaken, en in andere gevallen gebeurt dit door de minister die het aangaat. Artikel 7, eerste lid, bepaalt dat een aanvrager op het aanvraagformulier vermeldt wie als passagier met de desbetreffende vlucht mee kan reizen. Met het opnemen van een definitie van het begrip ‘aanvrager’ is verduidelijkt dat daarmee de in artikel 6, derde en vierde lid, genoemde indieners van de aanvraag worden bedoeld. Dit is van belang omdat de aanvrager de verantwoordelijkheid en de kosten voor meereizende passagiers draagt. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de aanvrager ervoor zorg draagt dat deze personen deugdelijk zijn geïnformeerd over en zich conformeren aan de voor, tijdens en na de vlucht geldende regels en veiligheidsvoorschriften en de security-eisen. Ook de meereizende passagiers dienen bekend te zijn met de verplichting dat zij onder andere gehouden zijn om de bevelen van de gezagvoerder op te volgen en zich dienen te houden aan de geldende voorschriften op luchthavens. Ook dienen personen, conform artikel 7, derde lid, een security controle te ondergaan wanneer dit vereist wordt en zorgvuldig te letten op hun bagage.

De artikel 11, 12 en 13 zijn uitgewerkt en kunnen vervallen.

De wijziging treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven