Besluit ontheffing artikel 45 Mijnbouwbesluit, instemming artikel 55 Mijnbouwbesluit plaatsen tijdelijke mijnbouwinstallatie in blokdeel P15a, instellen veiligheidszone, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

10-04-2019

DGKE-WO / 19057485

Met uw brief van 20 februari 2019, ontvangen op 20 februari 2019, heeft u gevraagd om ontheffing van het verbod tot het plaatsen van een mijnbouwinstallatie, in blokdeel P15a, in een gebied dat druk wordt bevaren, zoals bedoeld in artikel 45, eerste lid, Mijnbouwbesluit (hierna: Mbb), in samenhang met artikel 45, tweede lid Mbb.

Voorts heeft u gevraagd om instemming met het plaatsen van een voor de opsporing bestemde mijnbouwinstallatie op een alleen voor opsporing bestemde locatie, zoals bedoeld in artikel 55, zesde lid, Mbb.

Naar aanleiding van uw aanvraag heeft Rijkswaterstaat, namens de Minister van Infrastructuur en Waterschap, laten weten geen bezwaren te hebben tegen de voorgenomen plaatsing van een tijdelijke mijnbouwinstallatie in blokdeel P15a, op de aangegeven locatie.

Ik verleen TAQA Energy B.V. (hierna: TAQA) een ontheffing op grond van artikel 45, tweede lid, Mbb tot het plaatsen van een tijdelijke mijnbouwinstallatie, daaronder mede begrepen een veiligheidszone als bedoeld in artikel 43 van de Mijnbouwwet, in het gebied van het blokdeel P15a dat druk wordt bevaren en bij ministeriële regeling is aangegeven.

Ik deel u mee dat ik, overeenkomstig artikel 55, zesde lid, Mbb, instem met plaatsing van de mijnbouwinstallatie op de geografische coördinaten 52013’21 NB en 03044’22 OL in blokdeel P15a voor de periode van 1 mei 2019 tot 1 augustus 2019.

Aan de plaatsing worden de volgende voorschriften verbonden:

• het kustwachtcentrum wordt geïnformeerd bij aanvang van het transport;

• het kustwachtcentrum wordt geïnformeerd bij aankomst en bij de definitieve plaatsing van de mijnbouwinstallatie;

• tijdens de werkzaamheden zal er een veiligheidsbericht worden uitgezonden door de Kustwacht.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze, J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.