Verkeersbesluit, intrekking van verkeersbesluit tot vaststelling van laad- en losplaats en voetpad Buitenom, Zoetermeer

Logo Zoetermeer

0637443438

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

daartoe bevoegd op grond van:

  • artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat,

manager van de afdeling Stadsbeheer, 

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, alsmede op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht; 

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Zoetermeer als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 liggen; 

BESLUIT: 

in te trekken het besluit d.d. 15 januari 2018 (had moeten zijn 15 januari 2019), kenmerk 0637397472, (verder te noemen het besluit van 15 januari 2019) waarbij is besloten om:

  • 1.

    door plaatsing borden G7 en G8 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 het Buitenom vanaf de entree van perceel Buitenom 9 t/m 26 tot de Nederlandlaan tussen de bebouwing en het fietspad, hierna te noemen ‘betreffende weggedeelte’, aan te duiden als voetpad, een en ander conform bijlage;

  • 2.

    bij sub 1 aan te tekenen dat door toepassing van een onderbord inrijden is toegestaan door of ten behoeve van bewoners Buitenom (nummers 21 t/m 269) voor het zichtbaar laden en lossen, voor het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers, voor verhuizingen en voor onderhoudswerk aan woningen waarbij in vorengenoemde situaties knipperlichten van het voertuig aan moeten staan en een telefoonnummer duidelijk zichtbaar op het dashboard dient te liggen, waarop de eigenaar en/of gebruiker van het voertuig bereikbaar is;

  • 3.

     vast te leggen dat aan dit besluit tot intrekking de volgende overwegingen ten grondslag liggen: 

de aanleiding en de verkeerskundige en juridische aspecten: 

  • naar aanleiding van een bezwaar dat is ingediend tegen het beschreven besluit van 15 januari 2019 heeft een hoorzitting bij de Commissie Bezwaarschriften plaatsgevonden;

  • ter zitting is gebleken dat het beschreven besluit van 15 januari 2019 een aantal onjuistheden c.q. onduidelijkheden bevat, welke zien op onder meer een abusievelijk verkeerd vermelde datum, de bij het besluit gevoegde tekening, hetgeen om praktische redenen juridisch onjuist is, onduidelijkheid over de gehanteerde plaatselijke huisaanduidingen en discussie over de locatie van de geplaatste en nog te plaatsen borden;

  • een administratieve aanpassing is te lastig en veroorzaakt te veel onduidelijkheden en is daarom niet raadzaam;

  • om die reden wordt het besluit ingetrokken en wordt separaat een nieuw besluit genomen; 

de zorgvuldigheid: 

  • na de plaatsgevonden hoorzitting is zorgvuldig bezien welk vervolg in verband met de bedoelde onjuistheden en onduidelijkheden voor een goede rechtsgang het best is;

  • besloten is het bestreden besluit in te trekken en ter zake een nieuw besluit te nemen;

  • bij de intrekking van dit besluit is de ter zake de gewenste zorgvuldigheid zoals opgenomen in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht daarom genoegzaam in acht genomen; 

de afweging van belangen: 

  • alle belangen zijn zorgvuldig afgewogen;

  • er zijn geen aanwijzingen dat met dit besluit sprake is van een verkeersbesluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.

Zoetermeer, 9 april 2019.

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

 

N.B.

Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dit geval is het wel vereist dat een bezwaarschrift tegen het besluit is ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

Naar boven