ARTIKEL I
De Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt de begripsbepaling minister als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘, of’ vervangen door een puntkomma.
2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door ‘; of’ wordt
een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
c. Minister voor Medische Zorg, in overleg met de Minister van Economische Zaken en Klimaat
en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, indien het subsidie betreft
die aan een instituut wordt verleend ten laste van de begroting van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
B
Aan artikel 3, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
De goedkeuring geschiedt, in afwijking van de begripsbepaling van minister in artikel
1, door de minister die op basis van deze regeling instituutssubsidie verstrekt aan
het instituut.
C
In artikel 23 wordt ‘onderzoek dat met instituutssubsidie is bekostigd’ vervangen
door ‘activiteiten die met instituutssubsidie zijn bekostigd’.
D
Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder de WOT Visserijonderzoek wordt na ‘de minister’ het woord ‘en’ ingevoegd.
2. Onder de WOT besmettelijke dierziekten wordt ‘, van Nationaal Referentie Laboratorium
voor aangifteplichtige dierziekten en (vanaf 2020) als Europees Referentie Laboratorium
voor aangifteplichtige pluimveeziekten’ vervangen door ‘en van Nationaal Referentie
Laboratorium voor aangifteplichtige dierziekten’.
3. De tekst onder de WOT Voedselveiligheid komt te luiden:
Wageningen Research ondersteunt de overheid en met name het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en de NVWA door middel van laboratoriumactiviteiten bij
het houden van toezicht op het gebied van voeder- en voedselveiligheid. Wageningen
Research heeft hiertoe een laboratorium ingericht, Wageningen Food Safety Research,
dat de volgende taken uitvoert: het doen van monsteranalyses gebaseerd op de algemene
eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria zoals beschreven
in de relevante NEN-normen. Wageningen Research voert daarnaast de functie uit van
test- en referentielaboratorium op het vlak van voeder- en voedselveiligheid en voert
daarbij de functies uit van crisisorganisatie (24/7 beschikbaarheid). Naast monsteronderzoek,
zorgt Wageningen Research voor de ontwikkeling en instandhouding van kennis, modellen,
dataverzamelingen en methoden ten behoeve van bestaande en nieuwe (risico)analyses
op het gebied van voeder- en voedselveiligheid en -integriteit. Op verzoek van het
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport of de NVWA adviseert Wageningen Research over vraagstukken betreffende
voeder- en voedselveiligheid.
E
De tabel in bijlage 3, paragraaf 2, komt te luiden:
|
Instituut
|
Onderzoeksthema
|
Soort onderzoek
|
Subsidieplafond
|
|
NLR
|
Veilige samenleving als bedoeld in tabel 1.1 van deze bijlage
|
Defensie onderzoek
|
€ 1.867.000
|
|
Wageningen Research
|
Uitvoering wettelijke onderzoekstaak (WOT)
|
WOT Besmettelijke dierziekten als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling
|
€ 14.193.000
|
|
WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, met uitzondering
van ondersteuning van de NVWA
|
€ 15.366.000
|
|
WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, gericht op de ondersteuning
van de NVWA
|
€ 16.100.000
|
|
WOT Economische informatievoorziening als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling
|
€ 7.634.000
|
|
WOT Natuur en milieu als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling
|
€ 8.700.000
|
|
WOT Visserijonderzoek als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling
|
€ 6.970.000
|
|
WOT Genetische bronnen als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling
|
€ 1.965.000
|
|
Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 1.2 van deze bijlage, met uitzondering van
de wettelijke onderzoekstaak, genoemd in bijlage 1 van deze regeling
|
Diverse onderzoeksprojecten, met uitzondering van onderzoeksprojecten ter ondersteuning
van de Topsector Agri en Food en de Topsector tuinbouw en Uitgangsmaterialen, en missiegedreven
Kennis- en Innovatieprogramma's
|
€ 41.000.000
|
|
Onderzoeksprojecten in het kader van de Klimaatenveloppe
|
€ 24.000.000
|
|
Onderzoeksprojecten ter ondersteuning van de Topsector Agri en Food
|
€ 34.934.000
|
|
Onderzoeksprojecten ter ondersteuning van de Topsector tuinbouw en Uitgangsmaterialen
|
€ 15.133.000
|
| |
|
Missiegedreven Kennis- en Innovatieprogramma’s
|
€ 4.600.000
|
F
Bijlage 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In paragraaf 1.1 Doelstelling, wordt ‘of het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV)’ vervangen door ‘, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
of het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)’.
2. In paragraaf 1.2 Definities, wordt in de begripsbepaling Subsidieontvanger ‘ of LNV’ vervangen door ‘, LNV of VWS’.
3. In paragraaf 4 Reviewbeleid, wordt in voetnoot 1 ‘de Comptabiliteitswet 2001 (artikelen
43, 43a) vervangen door ‘de Comptabiliteitswet 2016 (artikelen 6.1 en 6.3)’, wordt
‘EZ’ vervangen door ‘EZK, LNV of VWS’ en wordt ‘ of LNV’ telkens vervangen door ‘, LNV
of VWS’.
4. In paragraaf 4 Reviewbeleid, wordt in de derde zin ‘ EZK of LNV’ vervangen door ‘EZK,
LNV of VWS’.
5. In de Voorbeeldtekst goedkeurende controleverklaring Subsidieregeling instituten
voor toegepast onderzoek wordt onder de kop Beperking in gebruik en verspreidingskring
na ‘/ het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ ingevoegd ‘/ het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
I. Algemeen
1. Doel en effect van de wijziging
Bij brief van 7 juni 2018 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 (hierna: LNV) aangegeven dat de functie van de laboratoriumondersteuning op het gebied
van voeder- en voedselveiligheid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
samengevoegd zal worden met het RIKILT, een onderzoeksinstituut van Stichting Wageningen
Research. De redenen voor deze fusie en de randvoorwaarden waaronder deze fusie plaatsvindt,
zijn toegelicht in de aangehaalde brief. De samenvoeging van deze twee laboratoria
tot één nieuw instituut zal zijn beslag krijgen op 1 juni 2019. Het nieuwe instituut
zal deel uitmaken van Stichting Wageningen Research en krijgt de naam ‘Wageningen
Food Safety Research’.
Stichting Wageningen Research is een instituut voor toegepast onderzoek dat hoofdzakelijk
door de Minister van LNV van financiering wordt voorzien krachtens de Subsidieregeling
instituten voor toegepast onderzoek. Deze financiering wordt verstrekt in de vorm
van instituutssubsidie, programmasubsidie voor onderzoeksprogramma’s, programmasubsidie
voor wettelijke onderzoekstaken en infrastructuursubsidie voor nieuwe of uitbreidingen
van bestaande onderzoekinfrastructuur. De Minister van LNV verstrekt specifiek ook
subsidies die van betekenis zijn voor het RIKILT in de vorm van programmasubsidies
voor onderzoeksprogramma’s en programmasubsidies voor wettelijke onderzoekstaken die
samenhangen met voeder en voedsel en daarmee samenhangende veiligheid. Zie in dit
verband bijlage 1 bij de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek voor
de WOT (wettelijke onderzoekstaak) Voedselveiligheid.
De aangekondigde fusie van de functie van de laboratoriumondersteuning op het gebied
van voeder- en voedselveiligheid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit met
RIKILT in Wageningen Food Safety Research verbreedt de werkzaamheden van dit instituut
op het gebied van voedsel met aangelegenheden die onder de portefeuille vallen van
de Minister voor Medische Zorg. De Minister voor Medische Zorg is tezamen met de Minister
van LNV beleidsverantwoordelijk voor de voedselveiligheid in Nederland, schakelt daarbij
de NVWA in als toezichthouder en verstrekt de bijbehorende financiering aan de NVWA.
Door de fusie zal de financiering van de Minister voor Medische Zorg verstrekt worden,
via de NVWA aan het nieuwe instituut. Nu deze financiering qua aard en strekking vergelijkbaar
is met de financiering die de Minister van LNV verstrekt aan Stichting Wageningen
Research voor de werkzaamheden van RIKILT, is ervoor gekozen de Minister voor Medische
Zorg in staat te stellen op dezelfde wijze als de Minister van LNV financiering te
verstrekken aan Stichting Wageningen Research. Dit zal hoofdzakelijk zien op de laboratoriumondersteuning
op het gebied van het toezicht op de voedselveiligheid door de NVWA, maar is daar
niet toe beperkt. De wijziging stelt de Minister voor Medische Zorg bijvoorbeeld ook
in staat om programmasubsidies te verstrekken voor onderzoeksprogramma’s op gebieden
die tot zijn portefeuille behoren.
De mogelijkheid van subsidiëring van de activiteiten van Stichting Wageningen Research
door de Minister voor Medische Zorg zoals met deze wijzigingsregeling voorzien, geschiedt
ten laste van de eigen begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport.
Tot slot wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele technische wijzigingen
door te voeren en een aantal subsidieplafonds te verhogen.
2. Regeldruk en vaste verandermomenten
De wijziging van de subsidieregeling leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen
en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de
Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek. Het Adviescollege toetsing regeldruk
heeft dan ook besloten deze wijzigingsregeling niet te selecteren voor advisering.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit is niet in lijn met de regels voor
vaste verandermomenten, opgenomen in Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
Wageningen Food Safety Research zal vanaf 1 juni de laboratoriumwerkzaamheden gaan
uitvoeren en de subsidie moet voor deze datum verleend zijn. Daarom is besloten af
te wijken van het vaste verandermoment en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden.
Het volgende vaste verandermoment op 1 juli 2019 kan niet worden afgewacht. Deze afwijking
is op grond van Aanwijzing 4.17, vijfde lid, toegestaan omdat zo aanmerkelijke ongewenste
private of publieke nadelen, die zouden ontstaan als het instituut de laboratoriumonderzoeken op het gebied van voeder- en voedselveiligheid niet kan uitvoeren, worden
voorkomen.
3. Staatssteun
Deze wijziging van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek heeft geen
gevolgen voor de verenigbaarheid van de subsidieregeling met de staatssteunkaders
van de Europese Unie zoals beschreven in de toelichting bij de Subsidieregeling instituten
voor toegepast onderzoek. De laboratorium- ondersteuning door het RIKILT op het gebied
van het toezicht op de voedselveiligheid door de NVWA betreft een niet-economische
activiteit in verband met de uitoefening van openbaar gezag. De financiering van deze
laboratoriumondersteuning behelst derhalve geen staatssteun.
II. Artikelen
Artikel I
Onderdeel A
Met de wijziging van de definitie van minister wordt geregeld dat de Minister voor
Medische Zorg in het vervolg ook subsidie kan verstrekken op basis van deze regeling.
Zie de algemene toelichting voor een uitgebreidere toelichting.
Onderdeel B
Met deze wijziging wordt verduidelijkt welke minister het strategisch plan goedkeurt.
Omdat dit niet gaat om een enkele subsidie maar om de overkoepelende strategie van
het instituut, keurt de minister die verantwoordelijk is voor het functioneren van
het instituut in zijn geheel het strategisch plan goed. Dit is de minister die de
instituutssubsidie aan het instituut verstrekt.
Onderdeel C
Dit onderdeel bevat een verheldering van artikel 23. Indien een instituut inkomsten
verwerft uit activiteiten die met instituutssubsidie zijn bekostigd, worden deze uitsluitend
ingezet onder dezelfde voorwaarden als instituutssubsidie. Dit geldt niet alleen voor
eventuele inkomsten die het instituut verwerft uit het onderzoek dat met instituutssubsidie
is bekostigd, maar bijvoorbeeld ook voor het breed verspreiden van de resultaten van
dat onderzoek.
Onderdeel D
Er was sprake van een redactionele misslag die met deze aanpassing van de formulering
van de wettelijke onderzoekstaak (WOT) Visserijonderzoek door het Centrum voor Visserijonderzoek
(CVO) wordt gecorrigeerd. Het CVO adviseert zowel de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit alsmede de Europese Commissie.
Dit onderdeel bevat daarnaast een wijziging van de beschrijving van de wettelijke
onderzoekstaak (WOT) besmettelijke dierziekten van Wageningen Research. Tegen eerdere
verwachtingen in wordt Wageningen Bioveterinary Research niet aangewezen als Europees
Referentie Laboratorium voor aangifteplichtige pluimveeziekten vanaf 2020. Daarom
is deze vermelding uit de beschrijving van de WOT gehaald.
Tot slot bevat dit onderdeel de benodigde aanpassing van de omschrijving van de wettelijke
onderzoekstaak (WOT) Voedselveiligheid om tot uitdrukking te brengen dat Stichting
Wageningen Research als gevolg van de fusie laboratoriumwerkzaamheden voor de NVWA
gaat verrichten voor de toezicht- en handhavingstaken van de NVWA op het gebied van
voeder- en voedselveiligheid.
Onderdeel E
Onderdeel E bevat een wijziging van de tabel in paragraaf 2 van bijlage 3, waarin
de subsidieplafonds voor de programmasubsidie zijn opgenomen. De subsidieplafonds
voor de wettelijke onderzoekstaken van Wageningen Research zijn verhoogd omdat de
tarieven van Wageningen research zijn bijgesteld vanwege een loon- en prijsbijstelling.
Ook is er extra budget toegevoegd voor diverse onderzoeksprojecten die Wageningen
Research gaat uitvoeren die nog niet voorzien waren bij de vorige vaststelling van
de subsidieplafonds. Ten slotte is er geld beschikbaar gekomen voor onderzoeksprojecten
in het kader van de ‘Klimaatenveloppe’. Ook dit budget voor klimaatonderzoek was nog
niet beschikbaar bij de vorige vaststelling van de subsidieplafonds. Dit onderzoek
vloeit voort uit het regeerakkoord.
Onderdeel F
Dit onderdeel bevat de noodzakelijke aanpassingen van het controleprotocol om tot
uitdrukking te brengen dat de controles zich ook dienen uit te strekken tot de subsidies
die door de Minister voor Medische Zorg zullen worden verstrekt krachtens de Subsidieregeling
instituten voor toegepast onderzoek.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins