Verkeersmaatregel Kraakweg

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2019-10038

Gemeente Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat er een nieuwe weg is aangelegd in het verlengde van de Nieuwe Limmelderweg tot aan de Galjoenstraat;

dat de straatnaamcommissie heeft besloten deze weg de naam Kraakweg te geven;

dat de aanleg van de Kraakweg het mogelijk maakt om buslijn 30 door te trekken van P+R Maastricht Noord naar de Nieuwe Limmelderweg;

dat dit de werking van P+R Maastricht Noord versterkt en meer openbaar vervoersbewegingen biedt;

dat door de aanleg van de Kraakweg het mogelijk is om de in- en uitrit van het naburige kavel van Mora op een verkeersveilige manier te ontsluiten;

dat de Kraakweg uitsluitend ten behoeve van lijnbussen wordt gebruikt met uitzondering van de vrachtauto’s die van het terrein van de Mora komen;

dat deze vrachtauto’s in één richting (naar het noorden) over de Kraakweg rijden;

dat er een aansluiting is met een verplicht fiets/bromfietspad voor fietsverkeer dat zijn bestemming bij de Mora heeft;

dat het mogelijk moet zijn om vanaf het Mora terrein het P+R terrein op te kunnen rijden;

dat deze maatregel wordt genomen voor het in stand houden van weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat deze maatregel wordt genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

dat plaatsing van de in dit besluit genoemde verkeerstekens geschiedt zoals weergegeven in de tekening;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict

Maastricht

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

 

BESLUITEN

 

  • 1.

    door het plaatsen van het bord B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden aan te geven dat het verkeer op de Kraakweg voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de Hoekerweg;

  • 2.

    door het plaatsen van de borden B6 van Bijlage I van het RV 1990 en haaientanden aan te geven dat het verkeer komende vanaf het terrein van Mora en het verplichte fiets/bromfietspad kruisend met de Kraakweg voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de Kraakweg;

  • 3.

    door het verwijderen van het bord C1 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden de geslotenverklaring in beide richtingen voor alle verkeer met uitzondering van lijnbussen en (brom) fietsen op te heffen;

  • 4.

    door het plaatsen van het bord C2 van Bijlage I van het RVV 1990 de zuidelijke toegang tot het Mora terrein, vanaf de Kraakweg, aan te geven als eenrichtingsweg gesloten in de richting van het Mora-terrein;

  • 5.

    door het plaatsen van de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 op de middengeleider van de Kraakweg alle bestuurders te gebieden het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

  • 6.

    door het plaatsen van het bord D5 van Bijlage I van het RVV 1990 het verkeer komende van het Mora-terrein te gebieden tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven;

  • 7.

    door het plaatsen van de borden F13 van Bijlage I van het RVV 1990 wordt de Kraakweg aangewezen als weg uitsluitend ten behoeve van lijnbussen, tussen de aansluiting met het parkeerterrein van Mora en het verplichte fiets/bromfietspad ten zuiden van het P+R Maastricht Noord;

  • 8.

    door het plaatsen van de borden F13 van Bijlage I van het RVV 1990 wordt de zuidelijk gelegen toegangsweg van P+R Maastricht Noord naar de Kraakweg aangewezen als weg uitsluitend ten behoeve van lijnbussen;

  • 9.

    door het plaatsen van het bord F19 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te geven dat de oosterlijke rijbaan vanaf de zuidelijke toegang tot het P+R Maastricht Noord, vanaf de Kraakweg, in noordelijke richting uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s en lijnbussen is;

  • 10.

    door het plaatsen van de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden het vrijliggende pad tussen de Kraakweg en het P+R Maastricht Noord, ter hoogte van het parkeerterrein van Mora, aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad in twee richtingen;

  • 11

    door het plaatsen van het bord G12a van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord het vrijliggende pad net na de spoorwegovergang op de Kraakweg aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad in twee richtingen;

  • 12

    door het aanbrengen van de tekst “LIJNBUS” als bedoeld in artikel 81 van het RVV en twee bussluizen, de rijbanen van de Kraakweg aan te wijzen als busstroken voor lijnbussen.

 

Maastricht, 29 maart 2019

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie,

voor deze,

Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 11 april 2019 tot en met 23 mei 2019, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 11 april 2019.

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlage

Naar boven