Kennisgeving in het kader van de uitvoering van het project Nieuwe Sluis Terneuzen, Rijkswaterstaat

Watervergunning activiteit onttrekken en retourbemaling van grondwater – Inspectie Leefomgeving en Transport

Op grond van artikel 20 van de Tracéwet bevordert de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een Tracébesluit. Op deze besluiten is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

In het kader van deze coördinatie geeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat kennis van het feit dat het volgende besluit is genomen.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

Voor de uitvoering van het Tracébesluit Nieuwe Sluis Terneuzen is onderstaand besluit genomen, overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 4, van de Tracéwet in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Het betreft een aanvraag van Sassevaart om een watervergunning voor een grondwateronttrekking op grond van artikel 6.5, onder b van de Waterwet.

Het besluit voor een watervergunning (kenmerk 193765) ten name van Sassevaart is op 29 maart 2019 afgegeven door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en betreft het onttrekken en retourbemaling van grondwater, ten behoeve van de aanleg van de Nieuwe Sluis tussen de Oostsluis en Westsluis.

Het besluit is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerp­besluit en is op 3 april 2019 bekendgemaakt aan de aanvrager.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

Het besluit en de bijbehorende stukken liggen met ingang van 4 april 2019 tot en met 15 mei 2019 ter inzage op het waterschapkantoor Waterschap Scheldestromen, Kennedylaan 1, 4538 AE Terneuzen. Voor het inzien van de stukken kunt u een afspraak maken via telefoonnummer 088 – 246 18 39.

Hoe kan er beroep worden ingesteld?

Van 4 april 2019 tot en met 15 mei 2019 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het instellen van beroep tegen een besluit geschiedt door indiening van een ondertekend beroepschrift dat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, alsmede de gronden van het beroep bevat.

Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en, zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit;

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

Op dit besluit is hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke zijn beroepsgronden zijn. Na afloop van de beroepstermijn kunnen deze gronden niet meer worden aangevuld. In het beroepschrift dient tevens te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Het instellen van beroep schorst de werking van de besluiten niet.

Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en dient ten minste het volgende te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • en omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

  • de gronden van het verzoek (motivering).

Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Meer informatie?

Voor nadere informatie met betrekking tot het besluit kunt u bellen via telefoonnummer 088 – 489 00 00.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, het wnd. afdelingshoofd BJV-Projectadvisering bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst, W. Warmerdam

Naar boven