Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 9 januari 2019, nr. 2414873, houdende wijziging van Regeling vergoeding bestuur Bureau Financieel Toezicht in verband met de tijdelijke verhoging van de deeltijdfactor

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 110, negende lid, van de Wet op het notarisambt en de artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

In art. 2 wordt ‘0,069’ vervangen door ‘0,086’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 november 2018 en vervalt met ingang van 1 november 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 januari 2019

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

Sinds november 2018 zijn de taken van de bestuursleden van het Bureau Financieel Toezicht dermate geïntensiveerd dat een hogere vaste vergoeding tijdelijk noodzakelijk is voor diens werkzaamheden. In het advies van SEO Economisch Onderzoek inzake de evaluatie van het Bureau Financieel Toezicht van juni 2018 is geconstateerd dat het bureau nu toe is aan een volgende stap in zijn ontwikkeling als wettelijk toezichthouder. Deze stap bestaat uit het verbreden van het perspectief naar een integrale analyse van de markt en de maatschappelijke context van het toezicht, het dieper analyseren van de onderliggende oorzaken van problemen en het experimenteren met alternatieve toezichtsinterventies.

Voor een implementatie van het risicogerichte toezicht en de handhaving daarvan zijn eind 2018 gesprekken gevoerd met de betrokken beroepsorganisaties waarop toezicht gehouden wordt en met het Ministerie van Financiën over de contouren van de doorontwikkeling. Dit markeert het begin van een intensivering van de bestuurstaken van het Bureau Financieel Toezicht. Dit ijkmoment is uitgangspunt geweest voor de bepaling van de terugwerkende kracht. Het vervolgproces zal naar verwachting een periode van drie jaar met zich mee brengen, reden waarom voor een tijdelijke ophoging van de bestuursvergoeding is gekozen.

Gelet op de uitbreiding van de taken van de bestuurders dient de deeltijdfactor van de vaste vergoeding van de bestuurders van het Bureau Financieel Toezicht te worden verhoogd tot 0,086. De deeltijdfactor genoemd in artikel 2 van de Regeling vergoeding bestuur Bureau Financieel Toezicht wordt zodoende met de huidige regeling aangepast met als grondslag artikel 110, negende lid, van de Wet op het notarisambt en artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

Naar boven