Regio Deal Rotterdam Zuid

Partijen

1. de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten, hierna te noemen: LNV;

2. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw K.H. Ollongren, hierna te noemen: BZK;

3. de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw I.K. van Engelshoven, hierna te noemen: OCW;

4. de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de heer drs. A. Slob, hierna te noemen: BVOM;

5. de Minister van Justitie en Veiligheid, de heer F.B.J. Grapperhaus, hierna te noemen: J&V;

6. de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw T. van Ark, hierna te noemen: SZW;

7. de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer. P. Blokhuis, hierna te noemen: VWS.

Partijen genoemd onder 1 tot en met 7 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: het Rijk;

8. de gemeente Rotterdam, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer R. Moti, Wethouder Werk, Inkomen en Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ).

Partij genoemd onder 8 hierna te noemen: gemeente Rotterdam;

Alle partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.

Algemene overwegingen

  • 1. Het kabinet Rutte III erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.

  • 2. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende opgaven. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact, waardoor inzet op rijksniveau nodig is, maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect.

  • 3. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samen gewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waaruit Regio Deals worden gefinancierd tussen het Rijk en de regio. Ook vanuit de regio zelf wordt gezorgd voor financiering (cofinanciering).

  • 4. Deze integrale en gezamenlijke aanpak met bijbehorende afspraken over de financiering is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.

  • 5. Regio Deals gaan om meer dan een inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken.

  • 6. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.

Specifieke overwegingen

Aansluiting bij regionale doelstellingen

  • In 2011 is door de gemeente Rotterdam, (semi-)private partijen (scholen, bedrijven, corporaties) en de rijksoverheid het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) gestart. Met de uitvoering van een samenhangend pakket van maatregelen, gericht op de thema’s school (onderwijsachterstanden), werk(loosheid) en wonen (verpaupering en verduurzaming) is de ambitie om Rotterdam Zuid (200.000 bewoners) in de periode tot 2030 vanuit een forse achterstandspositie naar het gemiddelde niveau van de G4 te krijgen. Daarnaast is er op Rotterdam Zuid, sprake van criminaliteit die niet direct zichtbaar is, maar het vertrouwen van bewoners en ondernemers in de overheid en de samenleving ondermijnt. Deze vorm van criminaliteit moet krachtig worden aangepakt om de inzet op de thema’s school, werk en wonen succesvol te laten zijn. Ook is het van belang om in te zetten op positieve ontwikkelingen die de leefomgeving en sociale cohesie op Rotterdam Zuid versterken. Cultuur (voorzieningen en gebruik) kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Beide thema’s (criminaliteit/ondermijning en cultuur) zijn daarom onderdeel van de integrale aanpak die nodig is om bovengenoemde ambitie voor Rotterdam Zuid te realiseren.

  • Met de Regio Deal Rotterdam Zuid vindt continuering en versnelling van de integrale aanpak op genoemde thema’s in het kader van het NPRZ plaats. Dit is nodig om de achterstanden van Rotterdam Zuid op het gebied van school, werk en wonen weg te werken en opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en woonkwaliteit in 2030 te laten stijgen naar het G4-gemiddelde. De Regio Deal bevat een samenhangende aanpak van Rijk en regio om de verschillende opgaven in Rotterdam Zuid aan te pakken.

Aansluiting bij nationale beleidsdoelstellingen

  • Het Rijk participeert sinds 2012 in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ).

  • Het Rijk wil samen met de gemeente Rotterdam via een integrale aanpak op Rotterdam Zuid de achterstand van het gebied aanpakken. Deze aanpak past bij de nationale beleidsdoelstellingen, bijvoorbeeld om onderwijsachterstanden te bestrijden, het perspectief op werk voor kwetsbare groepen te verbeteren, te zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel voor bedrijven, het woningenaanbod te verbeteren en te verduurzamen, cultuur- en sportparticipatie te verhogen en de veiligheid voor burgers te vergroten

Urgentie

  • Rotterdam Zuid (200.000 bewoners) kent een forse achterstandspositie ten opzichte van de G4. De achterstandspositie is niet eendimensionaal, maar betekent een meervoudige opgave op thema’s die met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden.

  • Met het NPRZ is de afgelopen jaren al een goede basis gelegd om tot oplossingen te komen. Een extra impuls is nodig om de huidige generaties bewoners (zowel jongeren als ouderen) niet verloren te laten gaan en perspectief op werk, inkomen en een plek in de samenleving te geven.

  • De samenhangende problematiek in Rotterdam Zuid en de integrale aanpak die nodig is om tot oplossingen te komen gaan de draagkracht van de gemeente Rotterdam te boven. Dit laatste is een legitimatie voor het Rijk om samen met de regionale partners in Rotterdam de opgaven op Rotterdam Zuid aan te pakken. Een impuls aan het brede investeringsprogramma op Rotterdam Zuid versterkt tegelijkertijd ook de aantrekkelijkheid van deze regio voor wonen, werken en leven en daarmee de positie van Rotterdam als geheel als kracht in de regionale metropool (denk bijvoorbeeld aan de spilfunctie van de Rotterdamse haven) die weer een belangrijke pijler is onder de (brede) welvaartontwikkeling in Nederland.

  • Realisatie van de ambitie van het NPRZ en de hiertoe afgesproken doelen en resultaten in deze Regio Deal (zie artikel 2 en 3) vereist extra investeringen van Rijk en regio. Ook vraagt de complexiteit van de opgave om flankerend beleid, pilots, experimenten en nieuwe coalities.

1. Ambitie, doel, beoogde resultaten en aanpak Regio Deal Rotterdam Zuid

Artikel 1 – Ambitie

Partijen streven ernaar om de forse achterstandspositie van Rotterdam Zuid op de terreinen school, werk en wonen in 2030 om te buigen naar het G4-gemiddelde. Om deze ambitie te kunnen realiseren streven Partijen er gelijktijdig naar ondermijnende activiteiten op Rotterdam Zuid effectiever aan te pakken en het culturele voorzieningenniveau en het gebruik daarvan te verhogen. Met behulp van de Regio Deal Rotterdam Zuid en de middelen uit de Regio Envelop wordt een forse stap in de richting van het bereiken van het G4-gemiddelde gezet.

Artikel 2 – Doel

In de periode tot en met 2022 vindt een versnelde positieve ontwikkeling plaats op vijf thema’s, door een integrale aanpak zodat dit het grootste maatschappelijk effect heeft. De thema’s zijn:

  • 1. School: het aanpakken van onderwijsachterstanden, het vergroten van de ontwikkelkansen van kinderen en het toerusten van jongeren voor de arbeidsmarkt met name richting Techniek en Zorg.

  • 2. Werk: het vergroten van de arbeidsparticipatie van bewoners van Rotterdam Zuid, waardoor het aantal mensen dat structureel afhankelijk is van de bijstand wordt verminderd.

  • 3. Wonen: ingrepen in de goedkope woningvoorraad van Rotterdam Zuid moeten ervoor zorgen dat gemengde woonmilieus gerealiseerd worden, zodat woonruimte beschikbaar komt voor sociale stijgers uit Zuid en nieuwe bewoners met midden- en hoge inkomens. Hierbij is verduurzaming een belangrijk uitgangspunt.

  • 4. Veiligheid: het effectiever signaleren, voorkomen en aanpakken van ondermijnende activiteiten.

  • 5. Cultuur: het verhogen van het voorzieningenniveau en het gebruik daarvan, ter bevordering van de cultuurparticipatie, de aantrekkelijkheid van de leefomgeving en van de economische activiteit in Rotterdam Zuid.

Artikel 3 – Beoogde resultaten

Partijen beogen met de Regio Deal Rotterdam Zuid de volgende resultaten te behalen per thema:

  • 1. School: de huidige achterstand in onderwijsresultaten – Primair Onderwijs/Voortgezet Onderwijs (PO/VO) – in Rotterdam Zuid is ten opzichte van het gemiddelde van de G4 in 2022 relatief kleiner geworden. Het verschil met de resultaten van de Cito-eindtoets groep 8 ten opzichte van de G4 wordt verder ingelopen tot de helft van het verschil in 2011 oftewel, 531,9 in 2022.1

  • 2. Werk:

    • een absolute daling van het aantal mensen in de bijstand in Rotterdam Zuid oftewel van 15.200, stand maart 2018, naar streefwaarde 11.200 eind 2022;

    • een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling in Rotterdam Zuid oftewel van disproportioneel (nu 40%) naar evenredig (31%) in 2031 met als tussenwaarde 37,4% eind 2022.

  • 3. Wonen: een grondige aanpak van 1.400 particuliere woningen middels sloop/nieuwbouw en transformatie. Specifieke aantallen hiervoor worden jaarlijks geactualiseerd op basis van marktontwikkeling (met name vastgoedprijzen) en de opgedane ervaringen in pilots. Gezien de zeer hoge onrendabele kosten van de aanpak per woning wordt de woningkeuze gebaseerd op een zo hoog mogelijke hefboom door middel van een zorgvuldige afweging van het maatschappelijk rendement uitgedrukt in leefbaarheid voor de bewoners (o.a. ruimtelijke kwaliteit en mobiliteit) en stijging van de vastgoedwaarden in de omgeving.

  • 4. Veiligheid: de veiligheid in Rotterdam Zuid is in 2022 verbeterd door het versterken van een integrale aanpak van de problematiek. Belangrijke elementen van die aanpak zijn het creëren van nieuwe of het uitbreiden van bestaande (bestuurlijke) mogelijkheden, innovatie in de vorm van concrete pilots en het adresseren dan wel wegnemen van knelpunten die bij deze aanpak naar voren komen.

  • 5. Cultuur: verhoging van het gebruik en de verbetering van het aanbod van culturele voorzieningen in Rotterdam Zuid.

Artikel 4 – Inzet en aanpak

Partijen zetten zich per thema in om de beoogde resultaten van de Regio Deal Rotterdam Zuid te realiseren. Elk thema heeft een specifieke aanpak.

  • 1. School

    De aanpak kent onder meer drie samenhangende elementen (hieronder a tot en met c):

    • a. Intensievere samenwerking tussen alle relevante betrokkenen gericht op zinvolle, verplichte, georganiseerde en gestructureerde extra leertijd en vrijetijdsbesteding opdat de basisschoolkinderen in de focuswijken2 van Rotterdam Zuid elke doordeweekse dag, van vroeg in de morgen tot begin van de avond, goedgevulde uren krijgen, die bijdragen aan hun schoolprestaties, ontwikkeling en wereldbeeld.

    • b. Herstructurering van het onderwijsaanbod voor huidige en toekomstige leerlingen op Rotterdam Zuid. De inzet is gericht op het vergroten van de gemiddelde schaalgrootte van PO-scholen en vernieuwing van het aanbod van VO-scholen (uiterlijk in 2025 afgerond). Bij dit alles wordt aangesloten bij de Bouwagenda en de pilot verduurzaming (zie ook hieronder artikel 4, derde lid, d)).

    • c. Aanpak van het lerarentekort door middel van flankerend beleid gericht op instroom en behoud van personeel.

    • d. De aanpak op Zuid wordt ondersteund via synergie met rijksbrede initiatieven die direct of indirect kunnen bijdragen aan het realiseren aan deze aanpak, zoals i) de verduurzaming van schoolgebouwen in relatie tot het af te sluiten Klimaatakkoord, ii) het onderzoek naar 'anders organiseren in de klas' door OCW waar Rotterdam Zuid aan zal deelnemen en iii) deelname van een PO- en een VO-school aan het experiment '10–14–scholen' van OCW. Deze initiatieven richten zich niet exclusief op Rotterdam Zuid, maar er is wel sprake van deelname vanuit Rotterdam-Zuid waarbij de voor die initiatieven geldende kwalificatiecriteria in acht worden genomen. Daarnaast spannen Partijen zich in om een verbinding te maken met overige rijksbrede initiatieven die direct of indirect kunnen bijdragen aan het realiseren van deze aanpak.

  • 2. Werk

    De aanpak kent onder meer drie samenhangende elementen (hieronder a tot en met c):

    • a. Extra inzet op de aanbodkant van de arbeidsmarkt door een integrale aanpak van kwetsbare huishoudens. Dit betreft een maatwerkaanpak, afhankelijk van de specifieke positie van huishoudens en de afstand tot de arbeidsmarkt.

    • b. Extra inzet op vraagkant van de arbeidsmarkt, door extra vacatures geschikt te maken in branches/regio combinaties, duale leer-werktrajecten en opstapbanen. Het accent hierbij ligt op de sectoren haven, techniek & bouw en zorg.

    • c. Inkadering met behulp van een regionaal Leer-Werkakkoord met werkgevers, SBB, UWV, onderwijsinstellingen en overheden.

    • d. De aanpak wordt ondersteund door een strategische alliantie met het Rijk om waar mogelijk knelpunten in wet- en regelgeving op te lossen en experimenteerruimtes te creëren.

    • e. De aanpak wordt ondersteund via synergie met een aantal rijksbrede initiatieven die direct of indirect kunnen bijdragen aan het realiseren van de ambitie op het gebied van werk. Deze initiatieven richten zich niet exclusief op Rotterdam Zuid, maar partijen spannen zich in om een verbinding te maken met Rotterdam Zuid waarbij geldende kwalificatiecriteria in acht worden genomen.

    • f. Bij de versterking van het aanbod (werkfit maken) wordt een koppeling gelegd met de – nog in ontwikkeling zijnde – experimenten in het kader van het programma ‘Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt’ van SZW waarin het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van niet-westerse migranten centraal staat. Verkend zal worden of bijvoorbeeld de uitvoering van motie van de Rotterdamse gemeenteraad ‘Helpende Hand (arbeidsmarktpositie van Somaliërs)’ en de aanpak werkweekagenda zich lenen voor pilots.

    • g. Om jongeren vanaf 18 jaar zonder startkwalificatie en zonder werk te behouden voor het onderwijs en maatschappelijk actief te houden, wordt verkend of een pilot kan worden gestart waarbij deze jongeren deelnemen aan een maatschappelijke diensttijd als zij niet in opleiding zijn of duurzaam werk hebben.

  • 3. Wonen

    Het thema Wonen ondersteunt de thema’s School en Werk. Nu verlaten veel bewoners die een betere opleiding en werk hebben de zeven focuswijken van het NPRZ, waardoor Rotterdam Zuid een achterstandsgebied blijft. Het thema Wonen is gericht op het bieden van geschikte woonruimte voor deze doelgroep en andere midden- en hoge inkomens, zodat de wijken in Rotterdam Zuid meer in balans komen.

    • a. De Regio Deal Rotterdam Zuid focust op de aanpak van de particuliere woningvoorraad op Rotterdam Zuid. Met deze deal vindt een versnelling plaats van de grondige aanpak van deze woningen. Dit betreft sloop en nieuwbouw en samenvoegen of kluswoningen.

    • b. De aanpak is gericht op de zeven focuswijken van het NPRZ met bijzondere aandacht voor de wijk Carnisse (o.a. vanwege de grote particuliere voorraad en relatief slechte score op de landelijke Leefbaarometer/het gemeentelijke wijkprofiel). Daarbij gaat het om investeringen in woningen en woonomgeving (buitenruimte, winkelstraten, voorzieningen).

    • c. De aanpak krijgt concreet vorm via een meerjarig investeringsprogramma, waarin de gemeente Rotterdam, het Rijk, corporaties en marktpartijen samenwerken. Met de investeringsimpuls wordt een hefboomeffect beoogd voor investeringen van marktpartijen en andere partners.

    • d. Verduurzaming is een belangrijk onderdeel van de aanpak. In een aantal wijken zal begonnen worden met het aardgasvrij maken van al het vastgoed, bijvoorbeeld door koppeling aan het warmtenet. Op grond van het Programma ‘Aardgasvrije wijken’ is in 2018 € 6 miljoen beschikbaar voor de proeftuin Pendrecht Zuid. De gemeente Rotterdam zal voor de periode 2019–2021 nieuwe proposities ontwikkelen voor het aardgasvrij maken van (delen van) wijken van Rotterdam Zuid. Hiervoor wordt een bijdrage van € 18 miljoen gevraagd uit de Klimaatenvelop, waarover nog besluitvorming dient plaats te vinden. Het is de intentie van het Ministerie van BZK om in de begroting 2020–2021 hiervoor nadere middelen te realiseren. Het Ministerie van BZK zal deze voorstellen prioriteren binnen de selectie van het programma Aardgasvrije wijken. Bij het aardgasvrij maken zal een koppeling worden gelegd met de verbetering van de woon- en leefomgeving en de sociale opgaven in het gebied.

    • e. Partijen brengen knelpunten op het terrein van wet- en regelgeving in kaart en bezien naar aanleiding daarvan eventuele aanpassingen ter ondersteuning van de aanpak zoals:

      • het vereenvoudigen van de Onteigeningswet, zodat procedures korter duren en juridische kosten dalen;

      • een zelfbewoningsplicht voor nieuwe kopers woningen in het NPRZ gebied;

      • het ontwikkelen van de mogelijkheden om legale en gewenste bewoning te bevorderen en te monitoren, door middel van het verruimen van mogelijkheden van informatievergaring en gegevensuitwisseling, vestigingseisen en voorkeurbeleid.

      • sanctiemogelijkheden voor de gemeente bij overtreding van de huurwetgeving.

    • f. Regionale spreiding van de goedkope woningvoorraad is van belang voor Rotterdam Zuid. De provincie Zuid Holland ontwikkelt een stimulerend en handhavend instrumentarium om hierop te sturen. De provincie is bereid om hieraan € 4 miljoen bij te dragen in 4 jaar. Vanuit de Regio Deal Rotterdam Zuid wordt € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor dit doel.

    • g. In samenwerking met deskundigen werken Partijen aan nieuwe instrumenten en financieringsarrangementen om de aanpak van de particuliere woningvoorraad kostenefficiënt uit te voeren en nieuwe methoden te beproeven om de doelstellingen van deze aanpak en dit thema te bereiken. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan een Wijk Ontwikkel Maatschappij (WOM), coalitieovereenkomst, (beleggings)fonds of open inschrijving.

    • h. Het Ministerie van BZK zal samen met het Kadaster en de gemeente Rotterdam voor medio 2019 verkennen welke mogelijkheden de toepassing van de stedelijke kavelruil kan bieden. Hierbij zullen ook andere instrumenten van grondbeleid worden betrokken.

    • i. Er is sprake van een versnipperde structuur van verenigingen van eigenaren (VvE’s) waarbij op bouwblokniveau meerdere te kleine VvE’s bestaan. In de focuswijken van het NPRZ is dit een van de achterliggende oorzaken van verpaupering. De gemeente Rotterdam gaat in een pilot minimaal twee koepelverenigingen in Charlois realiseren die voor dergelijke kleine VvE’s het meerjarig onderhoud organiseren.

  • 4. Veiligheid

    In Rotterdam is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met de (integrale) aanpak van ondermijnende criminaliteit. Deze aanpak wordt de komende jaren voortgezet en geïntensiveerd, mede door de beleidsvoornemens en bijbehorende extra middelen vanuit het Coalitieakkoord 2018–2022 van de gemeente Rotterdam. Ook op rijksniveau is er veel aandacht voor versterking en verbetering van de aanpak van ondermijnende criminaliteit (o.a. maatregelen van wetgevende aard en het beschikbaar stellen van extra budget, onder meer via het ondermijningsfonds).

    Tegen deze achtergrond maken Partijen in het kader van de Regio Deal Rotterdam Zuid de volgende afspraken:

    • a. Partijen spannen zich in om waar mogelijk een verbinding te leggen tussen de beleidsvoornemens van het Rotterdamse college van B&W en landelijke initiatieven gericht op ondermijning, waarbij geldende kwalificatiecriteria in acht worden genomen.

    • b. Vanuit deze Regio Deal zetten Partijen in op een aantal specifieke pilots op Rotterdam Zuid, waarmee ervaringen worden opgedaan en inzicht wordt vergroot over de (beleids)effectiviteit van de aanpak van ondermijning. De concretisering van de pilots vindt plaats in afstemming met de verantwoordelijke stakeholders. Onderstaand is een eerste richting van thematiek waarop de pilots zich kunnen richten:

      • Herbestemming. Partijen verkennen de mogelijkheden met betrekking tot de herbestemming van in beslag genomen (on)roerende goederen in Rotterdam. Het Openbaar Ministerie en het Rijksvastgoedbedrijf van BZK werken momenteel samen met onder andere de gemeente Rotterdam en het Ministerie van Justitie en Veiligheid in afstemming met het Ministerie van Financiën een voorstel uit voor een pilot met als doel de mogelijkheden te verkennen voor het herbestemmen van in beslag genomen onroerende goederen. In de verkenning worden de financiële consequenties van deze pilot inzichtelijk gemaakt, zodat voor de start hiervan in het plan van aanpak duidelijkheid bestaat over de financiële dekking, een essentiële randvoorwaarde voor uitvoering van de pilot.

      • Integriteitsbehoud van branches. Partijen verkennen welke mogelijkheden er zijn binnen huidige wet- en regelgeving om beter zicht te krijgen op kwetsbaarheden en integriteitsrisico’s. Specifieke aandacht hierbij gaat uit naar money transfer organisations en erfpacht in een nader te bepalen specifiek gebied.

      • Publiek-private samenwerking: in een (aantal) door Partijen nader te bepalen branche(s) gaan publieke en private partners verkennen op welke wijze beter samengewerkt kan worden om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan.

      • Intelligence: doel is meer zicht te krijgen op onderliggende patronen van ondermijnende criminaliteit, criminele netwerken en daaraan gerelateerde financiële activiteiten. Insteek is om als pilot te verkennen op welke wijze deze informatie beter benut kan worden in het kader van de zogenaamde RIEC-samenwerking3 en dan specifiek ten aanzien van integraal afpakken. Daarnaast wordt bezien of en zo ja hoe een verlenging van de City Deal 'Zicht op ondermijning' een bijdrage kan leveren aan het vergroten van het inzicht in de onderliggende patronen van ondermijning.

      • Informatiedeling en wetgeving. Uitgangspunt is dat overheden elkaar maximaal ondersteunen om een effectieve bijdrage te leveren aan de integrale aanpak van ondermijning. Belangrijk element daarbij is het delen van informatie tussen en binnen de betrokken organisaties en het beschikken over toereikende bevoegdheden. Op landelijk niveau wordt gewerkt aan verbetering van wet- en regelgeving in het kader van de Ondermijningswetgeving. Deze verbeteringen komen ook ten goede aan individuele regio’s. Bij wijze van voorbeeld kunnen genoemd worden:

      • a) de sluitingsbevoegdheid burgemeester bij het verstoren van de openbare orde bij het aantreffen van wapens of het beschieten van een woning;

      • b) de mogelijkheden voor intragemeentelijke informatiedeling;

      • c) aanpassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob).

  • 5. Cultuur

    De aanpak kent drie samenhangende elementen (hieronder a tot en met c):

    • a. Het versterken van de culturele programmering in Rotterdam Zuid met als doel meer cultuurparticipatie en een aantrekkelijker leef – en woonklimaat voor de huidige én de nieuwe bewoners en meer culturele bezoekers naar die instellingen in Rotterdam Zuid.

    • b. Het versterken van de talentontwikkeling en het makersklimaat op Rotterdam Zuid, zodat meer nieuwe cultuurmakers de kans krijgen om bij te dragen aan de culturele programmering.

    • c. Het (verder) verkennen van de mogelijkheden van een nieuw beeldbepalend cultuur-wetenschappelijk instituut (NCWI) op Rotterdam Zuid.

2. Inzet middelen Regio Envelop

Artikel 5 – Algemene uitgangspunten beschikbaar stellen middelen Regio Envelop aan de gemeente Rotterdam door LNV

  • 1. LNV reserveert maximaal € 130 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor de aanpak van de regionale opgave van Rotterdam Zuid om het in artikel 2 genoemde doel van de Regio Deal Rotterdam Zuid te realiseren.

  • 2. LNV stelt de in het eerste lid genoemde bijdrage via het gemeentefonds beschikbaar aan de gemeente Rotterdam door middel van een aantal decentralisatie-uitkeringen in de periode van 2018–2021. Daarbij is voldoende cofinanciering een noodzakelijke randvoorwaarde.

  • 3. Voor de in het eerste lid genoemde Rijksbijdrage is een bedrag aan cofinanciering van € 130 miljoen vanuit de regio Rotterdam vereist. Indien deze cofinanciering onvoldoende gewaarborgd is of niet of niet geheel kan worden gerealiseerd, wordt het in het eerste lid genoemde maximumbedrag van de Rijksbijdrage naar rato verminderd.

  • 4. Voor de in het eerste lid genoemde bijdrage uit de Regio Envelop is, gelet op de in artikel 2 genoemde thema’s van de Regio Deal Rotterdam Zuid, met uitzondering van het thema Veiligheid, in beginsel de volgende indicatieve verdeling afgesproken waarbij geldt dat eenzelfde bedrag aan cofinanciering vereist is:

    • a. School: 44 miljoen

    • b. Werk: 24 miljoen

    • c. Wonen: 60 miljoen

    • d. Veiligheid: niet van toepassing4

    • e. Cultuur: 2 miljoen

  • 5. Indien de cofinanciering per thema onvoldoende gewaarborgd is of niet of niet geheel kan worden gerealiseerd, wordt het in de verdeelsleutel genoemde bedrag van de Rijksbijdrage naar rato verminderd.

  • 6. Specifiek voor het thema school is gemeente Rotterdam bereid € 16 miljoen voor de periode 2022–2025 te reserveren voor de inzet en aanpak op dit thema zoals omschreven in artikel 4 lid 1 van deze Regio Deal. Specifiek voor het thema wonen is gemeente Rotterdam bereid om € 40 miljoen te reserveren voor de periode 2022–2025 voor de inzet en aanpak op dit thema zoals omschreven in artikel 4 lid 3 van deze Regio Deal.

  • 7. De in het eerste lid genoemde Rijksbijdrage komt beschikbaar volgens tranchering in de jaren 2018 tot en met 2021. In 2018 bedraagt de tranche € 24 miljoen. In de navolgende jaren wordt na bestuurlijk overleg en aan de hand van de in artikel 9, tweede lid, bedoelde voortgangsrapportage het bedrag voor de volgende tranche door LNV bepaald.

  • 8. Op basis van voortschrijdend inzicht kan de tranchering gedurende de looptijd van de Regio Deal Rotterdam Zuid in gezamenlijk overleg worden aangepast met dien verstande dat de in het eerste lid genoemde maximale bijdrage en de in het tweede lid genoemde looptijd niet worden overschreden. Hierbij geldt verder dat een eventuele aanpassing binnen de mogelijkheden van Regio Envelop in zijn geheel moet passen.

  • 9. De in het zevende lid genoemde tranches worden, conform de bevoorschottingssystematiek van het gemeentefonds, aan de gemeente Rotterdam beschikbaar gesteld.

  • 10. Het niet, niet tijdig of niet volledig opleveren van de voortgangsrapportage, zoals bedoeld in artikel 9, derde lid, kan leiden tot opschorting door LNV van het beschikbaar stellen van een volgende tranche.

  • 11. Het ontbreken van overeenstemming tussen Partijen over de voortgang van het uitvoeren van de Regio Deal Rotterdam Zuid, mede gelet op het door Partijen verwachte tempo daarvan, kan leiden tot het opschorten van de beschikbaarstelling van een volgende tranche door LNV.

  • 12. Mogelijke (bijstellings)momenten van het beschikbaar stellen van een tranche zijn bij de meicirculaire, septembercirculaire of decembercirculaire gemeentefonds.

  • 13. Middelen van het Rijk die aan het einde van 2021 onbesteed zijn gebleven, vloeien terug naar de Regio Envelop.

Artikel 6 – Gezamenlijke uitgangspunten inzet Regio Envelop middelen

  • 1. Partijen zetten de bijdrage uit de Regio Envelop en de daarbij behorende cofinanciering in voor het initiëren en/of realiseren van projecten die voortvloeien uit de afspraken in de Regio Deal Rotterdam Zuid en kunnen bijdragen aan de ambitie, het doel en de beoogde resultaten van deze Regio Deal.

  • 2. Aan de in het eerste lid genoemde projecten stellen Partijen de voorwaarden zoals genoemd in de Kamerbrieven van 19 februari 2018 en 15 maart 2018 over de Regio Envelop opgave Rotterdam Zuid. Partijen stellen daarnaast voorwaarden met betrekking tot de vereiste cofinanciering, het waarborgen van structurele financiering na de incidentele investering uit de Regio Envelop en doelmatigheid en doeltreffendheid van projecten.

Artikel 7 – Uitgangspunten inzet Regio Envelop middelen door de gemeente Rotterdam ten behoeve van de Regio Deal Rotterdam Zuid

  • 1. De gemeente Rotterdam spant zich in, binnen de relevante wettelijke kaders en in overeenstemming met het Unierecht, de middelen uit de Regio Envelop beschikbaar te stellen voor het initiëren en/of realiseren van projecten die voortvloeien uit de afspraken die in de Regio Deal Rotterdam Zuid zijn gemaakt aan de hand van de in artikel 6, tweede lid, genoemde voorwaarden en vereisten.

  • 2. De gemeente Rotterdam legt gegevens en documenten over aan LNV op basis waarvan de door LNV beschikbaar gestelde middelen uit de Regio Envelop worden ingezet. Partijen treden met elkaar in overleg naar aanleiding van de verstrekte gegevens en documenten. Daarbij worden in elk geval de haalbaarheid van voorgenomen initiatieven en projecten het kader van de Regio Deal besproken en wordt de voortgang van lopende initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal besproken.

  • 3. Vanaf 2019 treden Partijen op vaste momenten met elkaar in overleg op basis van de onder verantwoordelijkheid van de gemeente Rotterdam op te stellen jaarlijkse voortgangsrapportage, zoals bedoeld in artikel 9.

3. Governance uitvoering Regio Deal Rotterdam Zuid

Artikel 8 – Stuurgroep Rijk – Regio

  • 1. Een in te stellen stuurgroep Rijk-Regio is het overlegorgaan voor de samenwerking tussen Partijen in het kader van de Regio Deal Rotterdam Zuid. De stuurgroep zorgt voor het uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal en voor het bewaken van de voortgang inclusief de in artikel 9 bedoelde monitoring.

  • 2. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers:

    • a. vanuit de ministeries van het Rijk:

      • i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

      • ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

      • iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

      • iv. Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

      • v. Justitie en Veiligheid;

      • vi. Economische Zaken en Klimaat.

    • b. vanuit de regio Rotterdam:

      • i. gemeente Rotterdam;

      • ii. Nationaal Programma Rotterdam Zuid.

  • 3. De stuurgroep formuleert en bewaakt de randvoorwaarden waarbinnen de uitvoering van de Regio Deal Rotterdam Zuid kan plaatsvinden.

  • 4. De stuurgroep voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Rotterdam Zuid maakt de stuurgroep hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast.

  • 5. De stuurgroep vergadert tenminste tweemaal per jaar, waaronder in ieder geval in de maand mei, ten behoeve van de bespreking van de in artikel 9, tweede lid, bedoelde jaarlijkse voortgangsrapportage Regio Deal Rotterdam Zuid.

4. Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal Rotterdam Zuid

Artikel 9 – Monitoring en evaluatie

  • 1. Monitoring van de uitvoering van de Regio Deal Rotterdam Zuid als geheel vindt plaats op drie niveaus:

    • a. op het niveau van de inhoudelijke en financiële realisatie van concrete projecten;

    • b. op het niveau van de in artikel 3 benoemde beoogde resultaten en indicatoren;

    • c. op het niveau van de in artikel 2 genoemde thema’s (School, Werk, Wonen en Cultuur5) voor wat betreft de verhouding tussen de Rijksbijdrage en de cofinanciering vanuit de regio Rotterdam.

  • 2. Op basis van deze monitoring stelt de gemeente Rotterdam éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op over het daarvoor voorafgaande jaar. Hierin wordt melding gemaakt van:

    • a. de voortgang van de uitvoering van de Regio Deal Rotterdam Zuid aan de hand van de in artikel 2 genoemde thema’s (School, Werk, Wonen, veiligheid en cultuur) waaronder de concrete projecten;

    • b. de behaalde resultaten gelet op de in artikel 3 benoemde beoogde resultaten;

    • c. de financiële realisatie van de uitvoering van de Regio Deal Rotterdam Zuid op het niveau van de in artikel 2 genoemde thema’s (School, Werk, Wonen en Cultuur);

    • d. de meerjarige projectenplanning.

  • 3. De voortgangsrapportage wordt (in concept) voor 15 mei van ieder jaar overgelegd aan de stuurgroep Rijk-Regio.

  • 4. De gemeente Rotterdam evalueert de uitvoering en werking van de Regio Deal Rotterdam Zuid binnen acht maanden na afronding van deze Regio Deal en maakt daarvan een eindevaluatie op conform de in het tweede lid onder a tot en met d genoemde onderdelen. De gemeente Rotterdam legt de eindevaluatie uiterlijk 1 september 2026 voor aan de stuurgroep Rijk-Regio.

Artikel 10 – Communicatie

  • 1. Partijen communiceren eensluidend over de Regio Deal Rotterdam Zuid. Hiertoe wordt gewerkt met een kernboodschap. De kernboodschap is:

    Met de Regio Deal Rotterdam Zuid wordt een stevige impuls gegeven aan de realisatie van de ambitie van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Dit is nodig om de achterstanden van Rotterdam Zuid op het gebied van School, Werk en Wonen weg te werken en het opleidingsniveau, de arbeidsparticipatie en de woonkwaliteit in 2030 te laten stijgen naar het G4-gemiddelde. Om deze ambitie te realiseren werken Partijen gelijktijdig aan activiteiten die ondermijnende activiteiten op Rotterdam Zuid effectiever aanpakken en die het culturele voorzieningenniveau en het gebruik ervan op Rotterdam Zuid verhogen. Rijk en de Regio – in het bijzonder de gemeente Rotterdam – werken in een partnerschap aan de ontwikkeling van Rotterdam Zuid en om het perspectief en de kansen van de burgers op Zuid te verbeteren.

  • 2. De communicatie over de Regio Deal Rotterdam Zuid verloopt via de bestaande kanalen van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Het Rijk draagt de kernboodschap ook uit via zijn eigen kanalen.

Slotbepalingen

Artikel 11 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

De afspraken van deze Regio Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.

Artikel 12 – Gegevenswisseling

  • 1. De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheim houden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.

  • 2. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacy gevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.

Artikel 13 – Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek heeft kenbaar gemaakt aan het programmateam Regio Portefeuille LNV. Het programmateam Regio Portefeuille LNV informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.

  • 3. Nadat alle Partijen aan het programmateam Regio Portefeuille LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan deze Regio Deal gehecht.

Artikel 14 – Toetreding nieuwe partijen

  • 1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal Rotterdam Zuid als nieuwe partijen toetreden tot deze deal.

  • 2. Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal Rotterdam Zuid wordt gericht aan het programmateam Regio Portefeuille LNV. Het programmateam Regio Portefeuille LNV informeert Partijen en vraagt hen om instemming.

  • 3. Zodra alle Partijen aan het programmateam Regio Portefeuille LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal Rotterdam Zuid en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlage aan de Regio Deal Rotterdam Zuid gehecht.

Artikel 15 – Nakoming

Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Regio Deal niet in rechte afdwingbaar is.

Artikel 16 – Citeertitel

Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Rotterdam Zuid

Artikel 17 – Inwerkingtreding

Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2025.

Artikel 18 – Openbaarmaking

  • 1. Deze Regio Deal zal net als andere afgesloten Regio Deals openbaar worden gemaakt, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Regio Deals.

  • 2. De Rijksoverheid rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Gemeente Rotterdam, namens deze R. Moti, Wethouder Werk, Inkomen en Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)


X Noot
1

Vanaf 2019 komt hiervoor een nieuwe indicator op basis van het nieuwe opbrengstenmodel van de Inspectie van het Onderwijs van OCW. De in deze Regio Deal genoemde indicator zal dan naar deze nieuwe indicator worden omgerekend.

X Noot
2

Dit zijn de wijken Afrikaanderwijk, Bloemhof, Carnisse, Feijenoord, Hillesluis, Oud-Charlois en Tarwewijk.

X Noot
3

RIEC staat voor Regionaal Informatie- en Expertise Centrum.

X Noot
4

In het kader van de Regio Deal Rotterdam Zuid wordt voor het thema veiligheid geen beroep gedaan op de Regio Envelop.

X Noot
5

Voor het thema veiligheid wordt geen beroep gedaan op de Regio Envelop.

Naar boven