Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2019, 18610 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2019, 18610 | beleidsregel |
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op de artikelen 6 en 7 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Gelet op artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;
Besluit:
Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op resultaatgerichte financiering van activiteiten op het gebied van de verbetering van toegang tot hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden gelden voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2024 de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.
1. Aanvragen voor subsidie in de eerste openstelling van het Subsidieprogramma SDG Results: Access to renewable energy worden ingediend vanaf 1 juli 2019 tot en met 27 september 2019, 12.00 uur Nederlandse tijd.
2. Voor aanvragen voor subsidie in de tweede openstelling van het Subsidieprogramma SDG Results: Access to renewable energy geldt een nader bekend te maken openstellingsperiode.
3. Aanvragen voor een subsidie in het kader van het Subsidieprogramma SDG Results: Access to renewable energy worden ingediend aan de hand van het daartoe door de minister vastgestelde aanvraagformulier en voorzien van de op het aanvraagformulier vermelde bescheiden.1
1. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidieprogramma SDG Results: Access to renewable energy gelden voor aanvragen bedoeld in artikel 2, eerste lid, en voor aanvragen bedoeld in artikel 2, tweede lid, voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2024 subsidieplafonds van € 11.250.000.
2. De middelen die beschikbaar zijn op grond van elk van de in het eerste lid genoemde subsidieplafonds zijn als volgt verdeeld over de volgende thema’s:
a. Toegang tot schoon koken met hernieuwbare energie: € 5.625.000.
b. Toegang tot decentrale hernieuwbare elektriciteit: € 5.625.000.
3. Indien na toepassing van het tweede lid een deel van één van de subsidieplafonds, genoemd in het tweede lid, onder a en b, resteert, wordt dit toegevoegd aan het subsidieplafond voor het andere thema.
De verdeling van de subsidieplafonds bedoeld in artikel 3, tweede lid, vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven, de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Indien één van deze plafonds dreigt te worden overschreden door twee of meer aanvragen die in dezelfde mate voldoen aan de maatstaven, bepaalt de minister door middel van loting de definitieve plaats in de rangschikking.
Dit besluit zal met de bijlage en de bij de bijlage behorende annexen in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, R.M. Buijs
Met het Subsidieprogramma SDG Results: Access to renewable energy (hierna te noemen het subsidieprogramma) wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de SDG-agenda.2 Het gaat om resultaatgerichte financiering van activiteiten die bijdragen aan SDG 7, toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen. Tegelijkertijd draagt het subsidieprogramma ook bij aan andere SDG’s zoals 13 (Klimaatverandering bestrijden), 1 (Einde aan armoede), 3 (Goede gezondheid en welzijn), 5 (Gendergelijkheid), 8 (Waardig werk en economische groei) en 10 (Ongelijkheid verminderen).
Om de klimaatdoelen van Parijs te halen moet de wereld versneld over van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie. Tegelijkertijd wordt gestreefd naar universele toegang tot moderne energie in 2030 en naar een verdubbeling van de snelheid van energiebesparing.
Eén miljard mensen hebben nog geen toegang tot elektriciteit. Drie miljard mensen koken nog met sterk vervuilende combinaties van inefficiënte technologieën en brandstoffen zoals mest, brandhout en houtskool. Het Nederlandse kabinet heeft zich daarom tot doel gesteld om 50 miljoen mensen te bereiken met toegang tot hernieuwbare energie in 2030.
Toegang tot moderne energiediensten biedt huishoudens, met name arme huishoudens, alternatieven voor onbetrouwbare, ongezonde, tijdrovende en relatief dure traditionele energievoorziening voor koken, verwarming, verlichting en communicatie. Arme huishoudens geven tot 20% van hun inkomen uit aan energiediensten van lage kwaliteit. Een gebrek aan elektriciteit beperkt de economische ontwikkeling in arme regio's. Het inademen van rook uit traditionele kookvuren en toestellen resulteert in ongeveer 4 miljoen sterfgevallen per jaar. De last van het verzamelen van brandhout en koken in door rook aangetaste omgevingen valt voornamelijk op vrouwen en meisjes, veelal geestdodend werk met een risico op gender-gerelateerd geweld en waarbij hun gezondheid in gevaar wordt gebracht. Daarnaast draagt traditioneel koken bij aan ontbossing, bodemdegradatie, lokale milieuvervuiling en klimaatverandering. Aangezien de meerderheid van de energie-armen in landelijke en peri-urbane gebieden woont, en hun koopkracht laag is, zijn oplossingen zoals een uitbreiding van het nationale netwerk financieel niet haalbaar noch een politieke prioriteit in de meeste landen. Als het huidige beleid en de bevolkingsontwikkeling zich voortzetten, zullen in 2030 nog steeds minstens 674 miljoen mensen geen toegang hebben tot elektriciteit en zullen bijna 2,3 miljard mensen nog steeds afhankelijk zijn van traditionele kookmethodes.3
Het Nederlandse kabinet wil daarom de toegang tot decentrale hernieuwbare energie vergroten waarbij de private sector de belangrijkste motor voor het bereiken van huishoudens is. Verschillende technische oplossingen zijn al beschikbaar (en nieuwe worden ontwikkeld). Nieuwe bedrijfsmodellen zijn ontwikkeld, die passen bij de betaalkracht van armere consumenten. Maar binnen de huidige markten worden nog steeds vooral de relatief rijkere mensen in relatief dichtbevolkte locaties bereikt.
Met het subsidieprogramma presenteert het Ministerie van Buitenlandse Zaken een innovatieve aanpak om private actoren te stimuleren hun activiteiten uit te breiden naar armere klantsegmenten en andere arme gebieden in de markten waarin ze nu al actief zijn.
De stimulering vindt plaats via een resultaatgerichte financiering in de vorm van subsidie waarmee de bijbehorende opstartrisico’s worden gedempt en de bijbehorende meerkosten worden verlaagd.
Voorschotverlening vindt pas plaats na onafhankelijke verificatie van de in de aanvraag opgenomen (deel)resultaten, te weten het aantal gerealiseerde aansluitingen op hernieuwbare energiediensten.
Aanvragers voor subsidie kunnen dit subsidieprogramma bijvoorbeeld gebruiken om de distributiekanalen uit te breiden naar nieuwe en meer uitdagende gebieden, en bedrijfsmodellen verder uit te breiden naar nieuwe, armere consumentensegmenten.
De Minister heeft de uitvoering van dit subsidieprogramma opgedragen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), agentschap van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. RVO zal dit subsidieprogramma uitvoeren namens de Minister op grond van een aan RVO verleend mandaat.
In dit subsidieprogramma wordt verstaan onder:
huishoudens met minder dan USD 3,20 inkomsten per persoon per dag volgens de Wereldbank armoede-index.4
tier of aansluitniveau van beoogde doelgroep voorafgaand aan aanvang van de activiteit.
decentraal en met hernieuwbare bronnen opgewekte elektriciteit.
de betreffende markt in een land op de landenlijst behorende bij dit subsidieprogramma (zie annex 1).
vraag naar en aanbod van technologie in een geografisch samenhangend gebied ten behoeve van een specifiek consumentensegment.
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
een niet op winst gerichte en niet door een overheidsinstantie opgerichte of aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisatie die beschikt over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht in het land waar de NGO statutair gevestigd is; deze partij is ook als zodanig geregistreerd.
algemene beginselen voor internationaal ondernemen die het uitgangspunt zijn voor het IMVO-beleid van de Nederlandse regering; de rode draad in deze richtlijnen zijn het in acht nemen van de 'regels' van het land waar een onderneming actief is en verantwoord ketenbeheer. De OESO-richtlijnen bieden handvatten voor ondernemingen hoe om te gaan met zaken zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. In de OESO-richtlijnen worden deze en andere begrippen nader gedefinieerd en uitgewerkt.5
een rechtspersoon die een economische activiteit uitoefent, niet zijnde een stichting of vereniging of een NGO.
groep landen met soortgelijke cultuur en economie, bijvoorbeeld de Oost Afrikaanse gemeenschap of UEMOA.6
meer energie-efficiënte en daarmee minder vervuilende voedselbereiding waarbij de energiebron zoveel mogelijk hernieuwbaar en in elk geval niet fossiel is.
Het subsidieprogramma heeft tot doel om in totaal 2 miljoen arme mensen te voorzien van aansluiting op moderne energiediensten via samenwerking met de private sector. Het gaat hierbij om het behalen van resultaten op het gebied van toegang tot schoon koken met hernieuwbare energie en tot decentrale hernieuwbare elektriciteit in huishoudens. Het subsidieprogramma wil dit doen door beperkingen van de commerciële markt te verminderen door een financiële stimulans te geven aan de private sector om tijdelijke risico's voor marktontwikkeling op het gebied van hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden te mitigeren en de bijbehorende innovatiekosten, zijnde meerkosten, te verlagen.
Het subsidieprogramma beoogt daarnaast bij te dragen aan de volgende nevendoelstellingen:
– koolstofarme, klimaatweerbare ontwikkeling;
– verminderde ongelijkheid;
– private sector ontwikkeling en goede banen;
– mobilisatie van private klimaatinvesteringen.
Tevens beoogt dit subsidieprogramma een significant gendereffect te hebben. Het subsidieprogramma wil bijdragen aan werkgelegenheid voor vrouwen. Toegang tot elektriciteit kan bijdragen aan inkomen-genererende activiteiten van vrouwen. Door de verbetering van de toegang tot schone kookoplossingen wordt de tijd die nodig is voor het verzamelen van brandhout en het schoonmaken van kookgerei verminderd. Deze activiteiten worden typisch gezien als de verantwoordelijkheid van vrouwen en meisjes. Bovendien zullen de negatieve gevolgen voor de gezondheid bij het koken op vaste biomassa, die met name meisjes en vrouwen treffen, aanzienlijk worden verminderd als gevolg van de introductie van schone of schonere kooktoestellen.
De uiteindelijke begunstigden van dit subsidieprogramma zijn arme huishoudens in de landen vermeld op de landenlijst (zie annex 1), die momenteel geen of vrijwel geen gebruik maken van moderne energiediensten (dat wil zeggen die aansluiting hebben op tier 0 of hooguit tier 1), zoals schone kooktechnologieën en elektriciteit, en die zonder subsidie niet bereikt worden.
Subsidies in het kader van dit subsidieprogramma zijn uitsluitend bedoeld voor NGO’s en ondernemingen die:
– bereid en in staat zijn om de risico's verbonden aan de activiteiten op zich te nemen;
– innovatieve diensten ontwikkelen;
– de implementatie van de activiteiten kunnen beheren;
– waar nodig kleinere lokale ondernemingen samen kunnen brengen zodat ook zij kunnen profiteren van het subsidieprogramma.
Alleen NGO’s of ondernemingen kunnen in aanmerking komen voor een subsidie in het kader van dit subsidieprogramma. Zij dienen hun aanvraag voor subsidie zelfstandig in te dienen, niet als penvoerder namens een samenwerkingsverband.
Aanvragers moeten daarnaast ten tijde van de indiening van de subsidieaanvraag voldoen aan het volgende:
– voor ondernemingen geldt dat zij minimaal 3 jaar actief moeten zijn op het gebied van het leveren van energiediensten op de markt van decentrale hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden;
– voor NGO’s geldt dat zij minimaal 3 jaar soortgelijke of gerelateerde activiteiten hebben uitgevoerd met betrekking tot decentrale hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden;
– een trackrecord hebben van minimaal 3 jaar in de regio van het land op de landenlijst waarop de aanvraag zich richt;
– de benodigde licenties en vergunningen hebben om op de doelmarkt te opereren;
– een solide digitale administratie ten behoeve van het aantal gerealiseerde aansluitingen hebben;
– een digitale boekhouding hebben, waaruit de (meer)kosten voor de activiteiten direct herleidbaar zijn en controleerbaar zijn voor een onafhankelijke accountant;
– financieel stabiel zijn en aantoonbaar zorg kunnen dragen voor de voorfinanciering van de activiteiten.
Per openstelling kan één aanvrager hoogstens twee maal in aanmerking komen voor een subsidie in het kader van dit subsidieprogramma.
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie moet de aanvrager aantonen dat hij een integriteitsbeleid heeft vastgesteld en dat hij procedures heeft ingevoerd om aan dat beleid toepassing te kunnen geven. Dit integriteitsbeleid en deze procedures zijn er om ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag, daaronder begrepen seksuele misdragingen, jegens medewerkers en derden bij de uitvoering van de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft en de door hen ingeschakelde partijen, zo veel mogelijk te voorkomen, in voorkomend geval te onderzoeken, met passende maatregelen zo spoedig mogelijk te doen beëindigen en de gevolgen daarvan te mitigeren. De procedures zijn zodanig ingericht dat een tijdige melding van incidenten aan de minister is gewaarborgd.
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie moet de aanvrager aantonen dat de organisatie een verantwoord niveau van bezoldiging van management en bestuur hanteert.
A. De maximale bezoldiging van de individuele leden van management en bestuur van de in Nederland gevestigde aanvrager bedraagt, uiterlijk met ingang van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, per kalenderjaar ten hoogste € 181.000 (bruto) bij een dienstverband van een 36-urige werkweek. Genoemd bedrag bestaat uit:
1. de beloning (de som van de periodiek betaalde beloningen en winstdelingen en bonusbetalingen);
2. de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen; en
3. beloningen betaalbaar op termijn, zoals vakantiegeld, 13e maand, werkgeversdeel pensioenbijdrage enzovoorts.
B. Deze bezoldigingsnorm is ook van toepassing voor aanvragers die zijn gevestigd in een EU-lidstaat die is aangesloten bij de euro. Voor aanvragers gevestigd in EU-lidstaten die niet zijn aangesloten bij de euro en voor aanvragers uit landen buiten de EU, geldt dat omrekening van de lokale valuta naar de euro geschiedt op grond van de ‘corporate rates’ (annex 3) die door Ministerie van Buitenlandse Zaken worden gehanteerd met ingang van 1 januari 2019.
C. Gelet op de koopkrachtgegevens gepubliceerd door EUROSTAT (comparative price levels 2017) geldt voor de volgende landen een aangepaste bezoldigingsnorm, op grond van het algemene inkomensniveau in de betreffende landen:
• Noorwegen |
NOK 2.343.565; |
• Zwitserland |
CHF 295.399; |
• Japan |
YEN 23.203.761; |
• VS/Canada |
USD 217.310. |
D. De maximale bezoldiging van de individuele leden van management en bestuur van de aanvrager gevestigd in overige landen staat met ingang van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd in redelijke verhouding tot het niveau van de functie, de geografische ligging en de omvang en complexiteit van de organisatie.
Voordat een aanvrager subsidie kan aanvragen moet er eerst een concept note worden ingediend. Meer informatie hierover staat op de website van RVO.7
Na indiening van de concept note ontvangt de aanvrager binnen 6 weken een niet bindend advies van RVO. Het is daarna aan de potentiële aanvrager om wel of niet een subsidieaanvraag in te dienen.
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van dit subsidieprogramma dienen de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd te zijn gericht op de energietoegang voor arme huishoudens en op één van de volgende thema’s:
a. Toegang tot schoon koken met hernieuwbare energie op minimaal ‘tier 2’, met uitzondering van kooktoestellen met houtskool waarvoor ‘tier 1’ zal worden aangehouden
b. Toegang tot decentrale hernieuwbare elektriciteit op minimaal ‘tier 1’.
De bovengenoemde ‘tiers’, oftewel aansluitniveaus, zijn gedefinieerd conform het Multi-Tier Framework for Measuring Energy Access van ESMAP, het Energy Sector Management Assistance Program van de Wereldbank (zie annex 2 bij dit subsidieprogramma).8 Of de in de aanvraag voorgestelde aansluiting toegang biedt tot de bovengenoemde ‘tiers’, wordt beoordeeld aan de hand van dit raamwerk.
De subsidie dient additioneel te zijn aan de gangbare bedrijfsactiviteiten én aan de doelmarkt en mag derhalve niet leiden tot marktverstoring.
De activiteiten moet resultaten opleveren in minimaal één van de landen op de landenlijst, zie annex 1.
Voor subsidie komen niet in aanmerking:
• activiteiten waarvoor reeds rechtstreeks of middellijk een subsidie of bijdrage ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken of de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt ontvangen;
• activiteiten van organisaties die reeds ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken of de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een instellingssubsidie ontvangen waarvan de werkingsduur zich uitstrekt tot in het subsidietijdvak van dit subsidieprogramma.
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van dit subsidieprogramma moeten de activiteiten in maximaal 4 jaar worden uitgevoerd.
De subsidie bedraagt per aanvraag maximaal € 2.500.000. De omvang van de aangevraagde subsidie is niet lager dan € 250.000. De subsidie is gemaximeerd op de totale begrote meerkosten omgeslagen over het geprognosticeerd aantal aansluitingen als gevolg van de activiteit.
De subsidiabele kosten betreffen de redelijkerwijs noodzakelijke meerkosten van de activiteiten en worden omgeslagen naar en afgerekend op basis van het aantal gerealiseerde aansluitingen (zie 4.5).
De aanvrager dient in zijn aanvraag te onderbouwen wat de meerkosten in de beoogde doelmarkt zijn ten opzichte van de soortgelijke aansluitkosten in zijn huidige markten.
In ieder geval subsidiabel zijn de volgende soort kosten:
– afschrijvingskosten (op investeringen): bijvoorbeeld bouwen van extra opslagruimte/winkels of aanschaffen van extra vervoermiddelen ten behoeve van de activiteiten;
– overige kosten, zoals:
○ loonkosten;
○ vrachtkosten (van leverancier naar verkoper);
○ transportkosten;
○ opslagkosten;
○ kosten kwaliteitscontrole;
○ reis- en verblijfskosten.
In ieder geval niet subsidiabel zijn de volgende kosten:
– het ontwikkelen van de aanvraag en het aanvragen van subsidie;
– andere kosten die vóór indiening van de aanvraag zijn gemaakt;
– inflatie en schommelingen in wisselkoers;
– omzetbelasting of andere soorten van belasting;
– accountantskosten;
– representatiekosten.
Om een aanvraag voor subsidie in het kader van dit subsidieprogramma te kunnen indienen dient de aanvrager eerst een advies van RVO te hebben verkregen zoals beschreven in paragraaf 4.4 (advies naar aanleiding van concept note). Per openstelling kan een aanvrager maximaal 2 aanvragen indienen voor een subsidie in het kader van dit subsidieprogramma.
De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe op de website van RVO9 beschikbaar gesteld middel en voorzien van de daarin genoemde bijlagen.
De aanvraag wordt opgesteld in de Engelse taal en bevat in ieder geval:
– referentienummer van het ontvangen RVO-advies;
– land van de landenlijst (zie annex 1) waar de activiteiten zullen worden uitgevoerd;
– businessplan;
– begroting van de meerkosten als onderdeel van de totale kostenbegroting van de activiteit;
– door een accountant gecontroleerde jaarrekeningen van de afgelopen 3 jaar.
Tevens moet de aanvrager verklaren dat hij op de hoogte is van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen en de ILO-Verklaring inzake fundamentele principes en rechten op het werk, en dat hij hiernaar handelt. Ook dient hij op de hoogte te zijn van de FMO-uitsluitingslijst10 en geen activiteiten uit te voeren die op deze lijst benoemd zijn.
De uiterste termijn voor het indienen van aanvragen in de eerste openstelling van dit subsidieprogramma is 27 september 2019, 12.00 uur Nederlandse tijd. Aanvragen, inclusief alle verplichte bijlagen, dienen op dit tijdstip door RVO te zijn ontvangen.
In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de Minister vragen om een aanvulling. Als datum van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Indien een aanvraag pas in de laatste twee weken voor het verstrijken van de deadline wordt ingediend, loopt de aanvrager het risico dat de Minister geen toepassing zal geven aan zijn bevoegdheid om een aanvulling te vragen in verband met de tijd die is gemoeid met het controleren van alle aanvragen op volledigheid. In dat geval zal de aanvraag derhalve niet meer kunnen worden aangevuld, maar zal deze worden beoordeeld zoals zij primair is ingediend.
Kortheidshalve verwijzen naar andere onderdelen van de aanvraag, websites of bijlagen is niet voldoende, tenzij in de aanvraagdocumenten uitdrukkelijk is aangegeven dat daarmee (geheel of gedeeltelijk) kan worden volstaan. Indien onderdelen van de aanvraagdocumenten niet worden ingevuld, loopt de aanvrager het risico op afwijzing van de aanvraag.
Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient de aanvraag te voldoen aan alle hiervoor, in het bijzonder in paragraaf 4 tot en met 6, opgenomen vereisten. Slechts de aanvragen die daaraan voldoen worden inhoudelijk beoordeeld op kwaliteit aan de hand van de in paragraaf 7.2 opgenomen criteria.
Ter ondersteuning van de beoordeling kan RVO activiteiten uitvoeren ter controle van de in de aanvraag gedane aannames en stellingnames. Tevens kan hierdoor informatie die nodig is voor een goede beoordeling van de kwaliteit van de aanvraag verzameld worden. Hiervoor kan RVO contact zoeken met de aanvrager en relevante stakeholders.
RVO kan tijdens de inhoudelijke beoordeling ook advies inwinnen bij externe experts. De Ambassades van het Koninkrijk der Nederlanden wordt altijd gevraagd om input voor de beoordeling van de aanvragen.
Verder zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 onverkort van toepassing op de beoordeling van aanvragen en de uiteindelijke subsidieverstrekking. De aanvragen worden beoordeeld met inachtneming van deze regelgeving en overeenkomstig de maatstaven die in dit subsidieprogramma zijn neergelegd.
Aanvragen moeten in voldoende mate aan de inhoudelijke criteria voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie. Aanvragen zullen aan de hand van de beoordeling op onderstaande criteria en na toekenning van eventuele bonuspunten voor aanvragen in de focuslanden zoals aangegeven op de landenlijst, gerangschikt worden ten einde te kunnen bepalen welke aanvragen in aanmerking kunnen komen voor subsidie.
1. Businessplan
De kwaliteit en de verwachte haalbaarheid van het businessplan. Het plan belicht de financiële, management-, marketing- en technische aspecten van de activiteiten en maakt tevens duidelijk hoe de activiteiten na afloop van de subsidie zelfstandig voortgezet kunnen worden.
2. Duurzaamheidsstrategie
De kwaliteit en de verwachte haalbaarheid van de duurzaamheidsstrategie van de aanvrager wat betreft financiële, institutionele, milieu-, technische en sociale aspecten van de activiteit.
3. Gevraagde subsidie in euro per aansluiting
De gevraagde subsidie per aansluiting; de subsidie is overigens gemaximeerd op de totale begrote meerkosten omgeslagen over het geprognosticeerd aantal aansluitingen als gevolg van de activiteit.
4. Verwachte impact
a. Toename van het serviceniveau in vergelijking met de baseline en volgens het Multi-Tier Framework for Measuring Energy Access van ESMAP (zie annex 2) en
b. (actuele) marktontwikkelingsfase volgens EAMD-scorecard.11
5. Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)
De mate waarin de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op het minimaliseren van negatieve impact en het vergroten van positieve impact op mens, milieu en maatschappij. Uitgangspunt hierbij zijn de OESO- richtlijnen.
6. Genderstrategie
De mate waarin de activiteiten bijdragen aan gendergelijkheid (SDG 5).
Er zijn twee openstellingen voor subsidieaanvragen in het kader van dit Subsidieprogramma. Voor beide rondes is steeds € 11.250.000 beschikbaar. Dit bedrag is in beide rondes verdeeld over twee thema’s. Voor subsidieverstrekking voor activiteiten gericht op toegang tot schoon koken met hernieuwbare energie is in beide rondes € 5.625.000 beschikbaar, voor subsidieverstrekking voor activiteiten gericht op toegang tot decentrale hernieuwbare elektriciteit eveneens in beide rondes € 5.625.000.
De beoordeling van de aanvragen en de toekenning en verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een tender: van alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven van deze beleidsregels, wordt de kwaliteit beoordeeld volgens de criteria opgenomen in paragraaf 7.2. Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie, dient de kwaliteit van de aanvraag ten minste voldoende te zijn. De aanvragen worden vervolgens gerangschikt op basis van de uitkomsten van deze beoordeling. De aanvragen die het beste voldoen aan de criteria komen als eerste voor subsidie in aanmerking. De verdeling van de beschikbare middelen vindt derhalve plaats op grond van de kwaliteit van de ingediende aanvragen, waarbij de minister rekening houdt met een evenwichtige spreiding van de middelen over de landen op de landenlijst behorende bij dit subsidieprogramma (annex 1). Van de middelen die in totaal voor één van beide openstellingen beschikbaar zijn, wordt niet meer dan 40% ingezet voor subsidieverstrekking voor activiteiten in eenzelfde land van de landen op de landenlijst en wordt ten minste 25% ingezet voor subsidieverstrekking voor activiteiten in de focusregio’s.
In de onderstaande tabel staat per criterium de minimaal vereiste score om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie, het maximum aantal punten, de weegfactor en het aantal bonuspunten dat behaald kan worden. Exclusief de eventuele bonuspunten dient in elk geval een score van 60 punten te worden behaald om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie.
Criterium |
Minimum score |
Maximum score |
Wegingsfactor |
Totaal maximum |
|
---|---|---|---|---|---|
1. |
Business plan |
4 |
10 |
2,5 |
25 |
2. |
Duurzaamheidsstrategie |
4 |
10 |
1,5 |
15 |
3. |
Gevraagde subsidie in euro per aansluiting |
4 |
10 |
3,0 |
30 |
4. |
Verwachte impact |
4 |
10 |
2,0 |
20 |
5. |
IMVO |
4 |
10 |
0,5 |
5 |
6. |
Genderstrategie |
4 |
10 |
0,5 |
5 |
Subtotaal |
100 |
||||
7. |
Focuslanden bonus |
20 (LDC) 10 (MIC) |
|||
Totaal (maximale) score |
120 |
Het subsidieprogramma hanteert de volgende uitgangspunten:
1. Voorschotten worden pas verleend nadat de met de gesubsidieerde activiteiten beoogde deelresultaten zijn bereikt.
2. Voorschotten worden pas verleend na onafhankelijke verificatie van de behaalde deelresultaten.
3. De ontvanger van de subsidie heeft enige flexibiliteit om de aanpak tussentijds te wijzigen zolang dit binnen de beoogde resultaten en het tijdspad van de subsidieverleningsbeschikking blijft.
Het risico van het niet bereiken van de resultaten ligt hiermee aan de kant van de subsidieontvanger. Dit wijkt af van traditionele subsidieprogramma’s waarbij de subsidieverstrekker en de subsidieontvanger de risico's gewoonlijk delen, zowel doordat daarbij een deel van de subsidie wordt betaald door middel van voorschotten vóórdat activiteiten zijn uitgevoerd, alsook doordat daarbij de subsidie meest gerelateerd is aan het uitgevoerd hebben van de activiteit (output) en niet zozeer aan het profijt voor de eindgebruiker (outcome). In het kader van dit subsidieprogramma is de verantwoordelijkheid voor de voorfinanciering van de activiteiten die nodig zijn om toegang tot energie te bieden, die van de subsidieontvanger. Daar staat tegenover dat de subsidieontvanger ruimte heeft om wijzigingen aan te brengen in zijn aanpak met inachtneming van het bepaalde in de subsidieverleningsbeschikking, indien en voor zover het gaat om wijzigingen die niet tot een ander oordeel over de aanvraag zouden hebben geleid indien zij deel hadden uitgemaakt van de aanvraag die is gehonoreerd.
Voor activiteiten met ‘mini-grids’ geldt als uitzondering op het eerste uitgangspunt dat al een voorschotverzoek gedaan kan worden na de oplevering van de installatie, en dus niet pas na de realisatie van de aansluiting. Voor dit subsidieprogramma geldt als mini-grid een decentraal distributienetwerk voor elektriciteit met een eigen kleinschalige hernieuwbare-elektriciteitsopwekking.
In de subsidieverleningsbeschikkingen zullen verplichtingen worden opgenomen over de verificatie van aansluitingen in verband met de voorschotverlening. Hiervan zal een verificatieprotocol onderdeel uitmaken. Nadat de subsidie is verleend, zal de door RVO benoemde onafhankelijke verificateur in samenwerking met de subsidieontvanger het verificatieprotocol nader afstemmen.
Ten behoeve van een eenduidige dataverzameling worden subsidieontvangers verplicht een door RVO beschikbaar gestelde digitale applicatie te gebruiken voor het vastleggen van de resultaten (op huishoudniveau).
Subsidieontvangers kunnen voorschotten aanvragen gedurende de looptijd van de activiteiten. Alvorens tot voorschotverlening wordt overgegaan, zal de verificateur verifiëren dat de aansluitingen die door de subsidieontvanger worden gerapporteerd en waarvoor een voorschotverzoek aan RVO wordt gedaan, daadwerkelijk zijn gerealiseerd en voldoen aan het bepaalde in de beschikking, zoals serviceniveau (tier), doelgroep.
Figuur 1 illustreert de verificatiecyclus.
Figuur 1.
In de subsidieverleningsbeschikking wordt tevens als verplichting opgenomen dat de subsidieontvanger jaarlijks informatie verstrekt over de voortgang van de activiteiten ten opzichte van de in de aanvraag beoogde resultaten. Deze rapportages worden benut voor de jaarlijkse evaluatie die RVO uitvoert van de voortgang van de activiteiten en de behaalde resultaten.
Aan de hand van de evaluatie wordt jaarlijks per subsidie bezien of er sprake is van een afwijking van meer dan 25% ten aanzien van de in de subsidieverleningsbeschikking opgenomen jaarlijkse mijlpalen voor de te behalen resultaten. In de gevallen waarin daarvan sprake is, wordt beoordeeld of het kennelijk te verwachten is dat er sprake zal zijn van een afwijking van meer dan 25% ten opzichte van de met de gesubsidieerde activiteiten te behalen doelstelling (het totaal aantal te realiseren aansluitingen) aan het einde van het subsidietijdvak. Als gevolg van deze jaarlijkse evaluatie kan het in de subsidieverleningsbeschikking vermelde maximale subsidiebedrag worden:
– verlaagd, indien de evaluatie uitwijst dat de doelstelling van de activiteiten (dat wil zeggen het aantal gerealiseerde aansluitingen) aan het einde daarvan niet behaald zal worden voor meer dan 25%;
– verhoogd, na een oproep onder alle subsidieontvangers van de betreffende openstelling, om aan te tonen dat de doelstelling van hun activiteiten met meer dan 25% zal worden overschreden binnen het subsidietijdvak.
De subsidieontvanger dient na afloop van de subsidieperiode een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in met daarbij een controleverklaring van een onafhankelijke accountant die de daadwerkelijk gemaakte kosten en meerkosten van de activiteiten heeft gecontroleerd.
Naast het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een aanvraag voor subsidie afgewezen als er niet (in voldoende mate) wordt voldaan aan het bepaalde in dit subsidieprogramma of indien het voor het thema waarop de aanvraag in hoofdzaak betrekking heeft beschikbare budget ontoereikend is.
RVO zal een steekproefsgewijze controle uitvoeren op het correcte gebruik van de subsidie waarbij op grond van de afgegeven beschikkingen wordt gecontroleerd op rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitgaven. De subsidieontvanger heeft de plicht om RVO te informeren zodra hij niet (geheel) aan de verplichtingen van de subsidie kan voldoen en/of de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet (geheel) kan uitvoeren.
In de subsidiebeschikking wordt de verplichting opgenomen dat meegewerkt moet worden aan verificatie, monitoring en effectmeting door RVO aangaande de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt. Ook zal een verplichting worden opgenomen volgens wel de subsidieontvanger de principes van digitale ontwikkeling12 dient na te leven omdat er sprake zal zijn van privacygevoelige informatie in de uitvoering van de activiteiten (onder andere gegevens van arme huishoudens).
Ter verantwoording van de administratieve lasten waarmee de subsidieaanvrager te maken krijgt is een toets uitgevoerd volgens een standaard kostenmodel. Daarbij is rekening gehouden met de indiening van een aanvraag voor subsidie, de beheerfase, de vaststelling van de subsidie en eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Uit de berekening blijkt dat het totale percentage administratieve lasten ten opzichte van het totaal beschikbare subsidiebudget 4,8% bedraagt.
• Bangladesh
• Burkina Faso *
• Ethiopië *
• Gambia
• India
• Kenia *
• Mali *
• Mozambique
• Niger *
• Nigeria *
• Oeganda *
• Rwanda
• Senegal *
• Soedan *
• Tanzania
• Tsjaad *
• Zuid-Soedan *
* De overwegingen uit de Kamerbrief van 14 december 201813 hebben geleid tot deze focuslanden voor internationale samenwerking. Aanvragen voor subsidie op deze landen komen bij de beoordeling in aanmerking voor extra punten.
Table 1.
Criterion |
Rigour of assessment |
---|---|
1. Capacity |
Full |
2. Duration |
Full |
3. Reliability |
Light |
4. Quality |
Full |
5. Affordability |
Light |
6. Legality |
Full |
7. Health and Safety |
Full |
N.B. ‘light’: a narrative reasonably explaining the criterion is respected.
Each stove type that is distributed under the SDG 7 RESULTS needs to comply with the standards set under Tier 2 for each MTF attribute. For the attributes: cooking exposure, cookstove efficiency and safety, SDG 7 Results refers to the ISO lab testing standard and voluntary performance targets. In the first tender compliance with the ISO-IWA 11-2012 standards is requested, organizations are encouraged to test their stoves according to the new ISO/TC 285. For the second tender compliance with the new ISO/TC 285 standards can become mandatory depending on the adequate availability of testing facilities compliant with the new standards. For charcoal stoves, an exception is made regarding the attribute exposure: the emissions on CO will be acceptable at tier 1 level.
The attributes convenience, affordability and fuel availability, are considered ‘soft’ attributes. The applicant will be asked to specify the proposed product according to the MTF standards in a narrative manner. At the full proposal the applicant will be asked to provide a test certificate for each stove type to be sold under the SDG 7 RESULTS for the attributes measured through the ISO lab testing standard and voluntary performance targets. If the applicant wishes to add products during the execution of the SDG 7 RESULTS, this can be accepted after RVO received and approved the test certificate for the product as well as the explanation on the ‘soft’ attributes.
Tier 0 |
Tier 1 |
Tier 2 |
Tier 3 |
Tier 4 |
Tier 5 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Cooking Exposure |
ISO voluntary performance targets High power PM (mg/MJd) High power CO (g/MJd) |
>979 >16 |
≤979 ≤16 |
≤386 ≤11 |
≤168 ≤9 |
≤41 ≤8 |
|
Cookstove Efficiency |
ISO voluntary performance targets high power thermal efficiency % |
< 15% |
≥15% |
≥25% |
≥35% |
≥45% |
|
Convenience |
Fuel acquisition and preparation time (hours per week) |
≥7 |
<7 |
<3 |
<1.5 |
<0.5 |
|
Stove preparation time (minutes per meal) |
≥15 |
<15 |
<10 |
<5 |
<2 |
||
Safety |
ISO voluntary performance targets (score) |
<45 |
≥45 |
≥75 |
≥88 |
≥95 |
|
Affordability |
Fuel cost ≥ 5% of household expenditure (income) |
Fuel cost <5% of household income |
|||||
Fuel availability |
Primary fuel available less than 80% of the year |
Available 80% of the year |
Readily available throughout the year |
Tier 0 |
Tier 1 |
Tier 2 |
Tier 3 |
Tier 4 |
Tier 5 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Cooking Exposure |
ISO voluntary performance targets PM2.5 (mg/MJd) CO (g/MJd) |
>1030 >18.3 |
≤1030 ≤18.3 |
≤481 ≤11.5 |
≤218 ≤7.2 |
≤62 ≤4.4 |
≤5 ≤3.0 |
Cookstove Efficiency |
ISO voluntary performance targets |
≤10% |
>10% |
>20% |
>30% |
>40% |
>50% |
Convenience |
Fuel acquisition and preparation time (hours per week) |
≥7 |
<7 |
<3 |
<1.5 |
<0.5 |
|
Stove preparation time (minutes per meal) |
≥15 |
<15 |
<10 |
<5 |
<2 |
||
Safety |
ISO voluntary performance targets |
<60 |
≥60 |
≥68 |
≥77 |
≥86 |
≥95 |
Affordability |
Fuel cost ≥ 5% of household expenditure (income) |
Fuel cost <5% of household income |
|||||
Fuel availability |
Primary fuel available less than 80% of the year |
Available 80% of the year |
Readily available throughout the year |
Criterion |
Rigour of assessment |
---|---|
1. Cooking exposure |
Full |
2. Cookstove efficiency |
Full |
3. Convenience |
Light |
4. Safety |
Full |
5. Affordability |
Light |
6. Fuel availlability |
Light |
NB ‘light’: a narrative reasonably explaining the criterion is respected.
World Part |
Country |
City |
ISO code |
Currency |
Corporate rate valid from |
Corporate rate |
---|---|---|---|---|---|---|
– |
– |
– |
SDR |
Special Drawing Rights IMF |
31-12-2018 |
1.2 |
Eastern Europe |
Albania |
Tirana |
ALL |
Lek |
31-12-2018 |
0.00795 |
Eastern Europe |
Armenia |
Yerevan |
AMD |
Dram |
31-12-2018 |
0.00178 |
Eastern Europe |
Azerbaijan |
Baku |
AZN |
New Manat |
31-12-2018 |
0.506 |
Eastern Europe |
Bosnia and Herzegovina |
Sarajevo |
BAM |
Mark |
31-12-2018 |
0.51129 |
Eastern Europe |
Bulgaria |
Sofia |
BGN |
Lev |
31-12-2018 |
0.51129 |
Eastern Europe |
Croatia |
Zagreb |
HRK |
Kuna |
31-12-2018 |
0.134 |
Eastern Europe |
Czech Republic |
Prague |
CZK |
Kroon |
31-12-2018 |
0.0389 |
Eastern Europe |
Georgia |
Tbilisi |
GEL |
Lari |
31-12-2018 |
0.336 |
Eastern Europe |
Hungary |
Budapest |
HUF |
Forint |
31-12-2018 |
0.00309 |
Eastern Europe |
Kazakhstan |
Astana |
KZT |
Tenge |
31-12-2018 |
0.00237 |
Eastern Europe |
Kyrgyzian Rep. |
Bishkek |
KGS |
Som |
31-12-2018 |
0.0125 |
Eastern Europe |
Macedonia |
Skopje |
MKD |
Denar |
31-12-2018 |
0.0163 |
Eastern Europe |
Moldova |
Bucharest (Chisinau) |
MDL |
Leu |
31-12-2018 |
0.0513 |
Eastern Europe |
Romania |
Bucharest |
RON |
Leu |
31-12-2018 |
0.215 |
Eastern Europe |
Russia |
Moscow |
RUB |
Roebel |
31-12-2018 |
0.0127 |
Eastern Europe |
Serbia |
Belgrade |
RSD |
Dinar |
31-12-2018 |
0.00847 |
Eastern Europe |
Turkey |
Ankara |
TRY |
Lira |
31-12-2018 |
0.138 |
Eastern Europe |
Ukraine |
Kiev |
UAH |
Gryvna |
31-12-2018 |
0.031 |
Eastern Europe |
Uzbekistan |
Moscow (Tashkent) |
UZS |
Som |
31-12-2018 |
0.00011 |
Middle East |
Algeria |
Algiers |
DZD |
Dinar |
31-12-2018 |
0.00728 |
Middle East |
Bahrain |
Kuwait (Bahrain) |
BHD |
Dinar |
31-12-2018 |
2.29 |
Middle East |
Egypt |
Kairo |
EGP |
Pond |
31-12-2018 |
0.0484 |
Middle East |
Iran |
Tehran |
IRR |
Rial |
31-12-2018 |
0.0000111 |
Middle East |
Iraq |
Baghdad |
IQD |
Dinar |
31-12-2018 |
0.000722 |
Middle East |
Israel |
Tel Aviv |
ILS |
Shekel |
31-12-2018 |
0.236 |
Middle East |
Jordan |
Amman |
JOD |
Dinar |
31-12-2018 |
1.21 |
Middle East |
Kuwait |
Kuwait |
KWD |
Dinar |
31-12-2018 |
2.85 |
Middle East |
Lebanon |
Beirut |
LBP |
Pond |
31-12-2018 |
0.000568 |
Middle East |
Libya |
Tripoli |
LYD |
Dinar |
31-12-2018 |
0.622 |
Middle East |
Morocco |
Rabat |
MAD |
Dirham |
31-12-2018 |
0.0911 |
Middle East |
Oman |
Muscat |
OMR |
Rial |
31-12-2018 |
2.24 |
Middle East |
Qatar |
Doha |
QAR |
Riyal |
31-12-2018 |
0.235 |
Middle East |
Saudi Arabia |
Riyadh |
SAR |
Riyal |
31-12-2018 |
0.23 |
Middle East |
Syria |
Damascus |
SYP |
Pond |
31-12-2018 |
0.00166 |
Middle East |
Tunisia |
Tunis |
TND |
Dinar |
31-12-2018 |
0.313 |
Middle East |
United Arab. Emirates |
Abu Dhabi |
AED |
Dirham |
31-12-2018 |
0.234 |
North Africa |
Cape Verde |
Dakar (Praia) |
CVE |
Escudo |
31-12-2018 |
0.00909 |
North Africa |
Djibouti |
Addis Ababa (Djibouti) |
DJF |
Frank |
31-12-2018 |
0.00483 |
North Africa |
Eritrea |
Asmara |
ERN |
Nafka |
31-12-2018 |
0.0571 |
North Africa |
Ethiopia |
Addis Ababa |
ETB |
Birr |
31-12-2018 |
0.0312 |
North Africa |
Gambia |
Dakar (Banjul) |
GMD |
Dalasy |
31-12-2018 |
0.0176 |
North Africa |
Ghana |
Accra |
GHS |
Cedi |
31-12-2018 |
0.181 |
North Africa |
Guinea |
Dakar (Conakry) |
GNF |
Frank |
31-12-2018 |
0.0000951 |
North Africa |
Mauretanie |
Dakar (Nouakchott) |
MRO |
Ouaguiya |
31-12-2017 |
0.00232 |
North Africa |
Mauretanie |
Dakar (Nouakchott) |
MRU |
Ouaguiya |
31-12-2018 |
0.024 |
North Africa |
Nigeria |
Abuja |
NGN |
Naira |
31-12-2018 |
0.0028 |
North Africa |
Sierra Leone |
Accra (Freetown) |
SLL |
Leone |
31-12-2018 |
0.000103 |
North Africa |
Southern Sudan |
Juba |
SSP |
Pond |
31-12-2018 |
0.00669 |
North Africa |
Sudan |
Khartoum |
SDG |
Pond |
31-12-2018 |
0.0293 |
North Africa |
Yemen |
Sana'a |
YER |
Riyal |
31-12-2018 |
0.00343 |
North America |
Aruba |
Oranjestad |
AWG |
Gulden |
31-12-2018 |
0.481 |
North America |
Barbados |
Port of Spain (Bridgetown) |
BBD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.429 |
North America |
Belize |
Mexico (Belize City) |
BZD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.429 |
North America |
Bermuda Islands |
London (Hamilton) |
BMD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.857 |
North America |
Canada |
Ottawa |
CAD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.661 |
North America |
Cuba |
Havana |
CUC |
Peso |
31-12-2018 |
0.857 |
North America |
Dominican Rep. |
Santo Domingo |
DOP |
Peso |
31-12-2018 |
0.0172 |
North America |
Guyana |
Paramaribo (Georgetown) |
GYD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.00413 |
North America |
Haiti |
Santo Domingo (Port au Prince) |
HTG |
Gourde |
31-12-2018 |
0.0127 |
North America |
Jamaica |
Kingston |
JMD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.0063 |
North America |
Leeward Islands |
Port of Spain (Windward-eil.) |
XCD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.317 |
North America |
Mexico |
Mexico |
MXN |
Peso |
31-12-2018 |
0.0455 |
North America |
Ned. Antilles |
Willemstad |
ANG |
Gulden |
31-12-2018 |
0.466 |
North America |
Suriname |
Paramaribo |
SRD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.115 |
North America |
Trinidad & Tobago |
Port of Spain |
TTD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.129 |
North America |
United States of America |
Washington |
USD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.85 |
South Africa |
Angola |
Luanda |
AOA |
Kwanza |
31-12-2018 |
0.00286 |
South Africa |
Botswana |
Pretoria (Gaborone) |
BWP |
Pula |
31-12-2018 |
0.0814 |
South Africa |
Burundi |
Bujumbura |
BIF |
Frank |
31-12-2018 |
0.000486 |
South Africa |
Congo |
Kinshasa |
CDF |
Frank |
31-12-2018 |
0.000529 |
South Africa |
Fcfa Zone (Center / East) |
div. |
XAF |
Frank |
31-12-2018 |
0.00152449 |
South Africa |
Fcfa Zone (West) |
div. |
XOF |
Frank |
31-12-2018 |
0.00152449 |
South Africa |
Kenya |
Nairobi |
KES |
Shilling |
31-12-2018 |
0.00851 |
South Africa |
Madagascar |
Dar es Salaam (Antananarivo) |
MGA |
Ariary |
31-12-2018 |
0.00026 |
South Africa |
Malawi |
Lusaka (Blantyre) |
MWK |
Kwacha |
31-12-2018 |
0.0012 |
South Africa |
Mauritius |
Dar es Salaam (Port Louis) |
MUR |
Rupiah |
31-12-2018 |
0.0252 |
South Africa |
Mozambique |
Maputo |
MZN |
Metical |
31-12-2018 |
0.0144 |
South Africa |
Namibia |
Windhoek |
NAD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.0602 |
South Africa |
Rwanda |
Kigali |
RWF |
Frank |
31-12-2018 |
0.00098 |
South Africa |
Seychelles |
Nairobi (Mahe) |
SCR |
Rupiah |
31-12-2018 |
0.0635 |
South Africa |
South Africa |
Pretoria |
ZAR |
Rand |
31-12-2018 |
0.0603 |
South Africa |
Tanzania |
Dar es Salaam |
TZS |
Shilling |
31-12-2018 |
0.000375 |
South Africa |
Uganda |
Kampala |
UGX |
Shilling |
31-12-2018 |
0.000229 |
South Africa |
Zambia |
Lusaka |
ZMW |
New Kwacha |
31-12-2018 |
0.0836 |
South America |
Argentina |
Buenos Aires |
ARS |
Peso |
31-12-2018 |
0.0277 |
South America |
Bolivia |
La Paz |
BOB |
Bolivanos |
31-12-2018 |
0.125 |
South America |
Brazil |
Brasilia |
BRL |
Real |
31-12-2018 |
0.21 |
South America |
Chili |
Santiago de Chile |
CLP |
Peso |
31-12-2018 |
0.0013 |
South America |
Colombia |
Bogota |
COP |
Peso |
31-12-2018 |
0.000292 |
South America |
Costa Rica |
San Jose |
CRC |
Colon |
31-12-2018 |
0.00151 |
South America |
Guatemala |
Guatemala |
GTQ |
Quetzal |
31-12-2018 |
0.114 |
South America |
Honduras |
San Jose (Tegucigalpa) |
HNL |
Lempira |
31-12-2018 |
0.0358 |
South America |
Nicaragua |
Managua |
NIO |
Oro |
31-12-2018 |
0.0269 |
South America |
Panama |
Panama |
PAB |
Balboa |
31-12-2018 |
0.857 |
South America |
Paraguay |
Asuncion |
PYG |
Guarani |
31-12-2018 |
0.000148 |
South America |
Peru |
Lima |
PEN |
Nuevo Sol |
31-12-2018 |
0.261 |
South America |
Uruguay |
Montevideo |
UYU |
Peso |
31-12-2018 |
0.0269 |
South America |
Venezuela |
Caracas |
VEF |
Bolivar Fuerte |
31-12-2017 |
0.0000503 |
South America |
Venezuela |
Caracas |
VES |
Bolivar Soberano |
22-3-2019 |
0.00027 |
South Asia |
Afganistan |
Kabul |
AFN |
Afghani |
31-12-2018 |
0.0118 |
South Asia |
Australia |
Canberra |
AUD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.628 |
South Asia |
Bangladesh |
Dhaka |
BDT |
Taka |
31-12-2018 |
0.0103 |
South Asia |
Bhutan |
New Delhi (Thimbu) |
BTN |
Rupee |
31-12-2018 |
0.0122 |
South Asia |
Brunei |
Singapore (Seria) |
BND |
Dollar |
31-12-2018 |
0.628 |
South Asia |
China |
Beijing |
CNY |
Ren Min Bi |
31-12-2018 |
0.126 |
South Asia |
Fiji Islands |
Wellington (Suva) |
FJD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.413 |
South Asia |
Hong Kong |
Hong Kong |
HKD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.109 |
South Asia |
India |
New Delhi |
INR |
Rupee |
31-12-2018 |
0.0123 |
South Asia |
Indonesia |
Jakarta |
IDR |
Rupiah |
31-12-2018 |
0.0000588 |
South Asia |
Japan |
Tokyo |
JPY |
Yen |
31-12-2018 |
0.00771 |
South Asia |
Laos |
Vientiane |
LAK |
Kip |
31-12-2018 |
0.000102 |
South Asia |
Malaysia |
Kuala Lumpur |
MYR |
Ringgit |
31-12-2018 |
0.209 |
South Asia |
Maldives |
Malé |
MVR |
Rufiyaa |
31-12-2018 |
0.0556 |
South Asia |
Mongolia |
Ulaanbaatar |
MNT |
Tugrik |
31-12-2018 |
0.000349 |
South Asia |
Myanmar |
Bangkok (Yangon) |
MMK |
Kyat |
31-12-2018 |
0.00058 |
South Asia |
Nepal |
New Delhi (Kathmandu) |
NPR |
Rupee |
31-12-2018 |
0.00764 |
South Asia |
New Caledonia |
Wellington (Noumea) |
XPF |
Frank |
31-12-2018 |
0.00838 |
South Asia |
New Zealand |
Wellington |
NZD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.573 |
South Asia |
Pakistan |
Islamabad |
PKR |
Rupee |
31-12-2018 |
0.00702 |
South Asia |
Papua New Guinea |
Canberra (Port Moresby) |
PGK |
Kina |
31-12-2018 |
0.266 |
South Asia |
Philippines |
Manila |
PHP |
Peso |
31-12-2018 |
0.0161 |
South Asia |
Samoa |
Wellington (Apia) |
WST |
Tala |
31-12-2018 |
0.328 |
South Asia |
Singapore |
Singapore |
SGD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.629 |
South Asia |
South Korea |
Seoul |
KRW |
Won |
31-12-2018 |
0.000771 |
South Asia |
Sri Lanka |
Colombo |
LKR |
Rupee |
31-12-2018 |
0.00532 |
South Asia |
Taiwan |
Taipei |
TWD |
Dollar |
31-12-2018 |
0.0279 |
South Asia |
Thailand |
Bangkok |
THB |
Baht |
31-12-2018 |
0.0263 |
South Asia |
Tonga |
Wellington (Nuku 'Alofa) |
TOP |
Panga |
31-12-2018 |
0.377 |
South Asia |
Vietnam |
Hanoi |
VND |
Dong |
31-12-2018 |
0.0000368 |
Western Europe |
Belarus |
Warsaw (Minsk) |
BYN |
Roebel |
31-12-2018 |
0.418 |
Western Europe |
Denmark |
Copenhagen |
DKK |
Kroon |
31-12-2018 |
0.134 |
Western Europe |
Gibraltar |
Gibraltar |
GIP |
Pond |
31-12-2018 |
1.1 |
Western Europe |
Iceland |
Oslo (Reijkjavik) |
ISK |
Kroon |
31-12-2018 |
0.00804 |
Western Europe |
Norway |
Oslo |
NOK |
Kroon |
31-12-2018 |
0.103 |
Western Europe |
Poland |
Warsaw |
PLN |
Zloty |
31-12-2018 |
0.234 |
Western Europe |
Sweden |
Stockholm |
SEK |
Kroon |
31-12-2018 |
0.0941 |
Western Europe |
Switzerland |
Bern |
CHF |
Frank |
31-12-2018 |
0.874 |
Western Europe |
United Kingdom |
London |
GBP |
Pond |
31-12-2018 |
1.1 |
Het aanvraagformulier is geplaatst op https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/sdg-7-results.
Union Economique et Monétaire Ouest Africaine (West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-18610.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.