BIJLAGE I BEHOREND BIJ ARTIKEL I
Bijlage behorend bij artikel 2, tweede lid, onder a en b, van de Regeling erkende
instanties vervoer gevaarlijke stoffen
Tabel 1. Randnummers in het ADN
3.2.3, Toelichting kolom 20, Extra eisen of Aantekeningen nr. 33, constructievoorschriften
i.2
9.1.0.40.2.7
7.2.3.7.1.6, 7.2.3.7.2.6
9.3.1.23.1, 9.3.1.40.2.7
9.3.2.23.5, 9.3.2.40.2.7
9.3.3.23.5, 9.3.3.40.2.7
Tabel 2. Randnummers in het ADR
1.6.2.12
3.3.1, bijzondere bepaling 371(2)
3.3.1, bijzondere bepaling 652
3.3.1, bijzondere bepaling 662
4.1.2.2.b)
4.1.3.6.2, 4.1.3.6.9
4.1.4.1, P200 (10) k, P200 (10) ac, P200 (12), P200 (13), P201(1)
4.1.4.1, P601 (3) g)
4.1.4.1, P902, P905
4.1.4.1, P911
4.1.4.1, LP906
4.1.4.2, IBC99
4.1.4.3, LP99 en LP902
4.1.6.14
4.2.1.7, 4.2.1.9.1
4.2.3.7.1, 4.2.5.1.1
4.2.5.3 TP10, TP16, TP24, TP41
4.3.2.1.5, voetnoot
4.3.3.2.5
6.1.3.1 g), 6.1.3.7, 6.1.3.8 i)
6.1.5.1.1, 6.1.5.1.3, 6.1.5.1.5, 6.1.5.1.8, 6.1.5.1.10, 6.1.5.2.5,
6.2.1.3.6.5.4, 6.2.1.4.1, 6.2.1.4.2, 6.2.1.5.1 opmerking, 6.2.1.6.1 opmerking 1 en
2, 6.2.2.1.1 opmerking 2
6.2.2.1.2 opmerking 2, 6.2.2.5.2.1, 6.2.2.5.2.2, 6.2.2.5.2.3
6.2.2.5.3.2, 6.2.2.5.3.3, 6.2.2.5.4.2, 6.2.2.5.4.4, 6.2.2.5.4.5
6.2.2.5.4.6, 6.2.2.5.4.9, 6.2.2.6.2.1, 6.2.2.6.2.2
6.2.2.7.8, 6.2.2.9.2 h), 6.2.3.5.1, 6.2.3.6.1, 6.2.3.11.2, 6.2.3.11.4
6.2.5.4.2
6.3.4.2, 6.3.4.3, 6.3.5.1.1, 6.3.5.1.3, 6.3.5.1.5, 6.3.5.1.7, 6.3.5.1.8
6.5.1.1.3
6.5.2.1.1
6.5.4.4.1, 6.5.4.4.4, 6.5.6.1.1, 6.5.6.2.1, 6.5.6.2.3
6.6.5.1.1, 6.6.5.1.3, 6.6.5.1.5, 6.6.5.1.7, 6.6.5.1.8
6.7.2.2.1, 6.7.2.2.10, 6.7.2.2.14, 6.7.2.3.1, 6.7.2.3.3.1
6.7.2.4.3, 6.7.2.6.2, 6.7.2.6.3, 6.7.2.6.4, 6.7.2.7.1, 6.7.2.8.3, 6.7.2.10.1
6.7.2.12.2.4, 6.7.2.18.1, 6.7.2.19.4, 6.7.2.19.5, 6.7.2.19.9, 6.7.2.19.10
6.7.3.2.1, 6.7.3.2.11, 6.7.3.3.3.1, 6.7.3.7.3, 6.7.3.8.1.2, 6.7.3.14.1
6.7.3.15.3, 6.7.3.15.5, 6.7.3.15.9, 6.7.3.15.10
6.7.4.2.1, 6.7.4.2.8.1, 6.7.4.2.8.2, 6.7.4.2.14, 6.7.4.3.3.1
6.7.4.5.10, 6.7.4.6.4, 6.7.4.7.4, 6.7.4.13.1, 6.7.4.14.3,
6.7.4.14.10, 6.7.4.14.11
6.7.5.2.9, 6.7.5.4.1, 6.7.5.4.3, 6.7.5.11.1, 6.7.5.12.3, 6.7.5.12.7
6.8.2.1.4, 6.8.2.1.16, 6.8.2.1.19, 6.8.2.1.20, 6.8.2.1.23, 6.8.2.2.2
6.8.2.2.10
6.8.2.3.1, 6.8.2.3.3, 6.8.2.3.4, 6.8.2.4.1 voetnoot, 6.8.2.4.2 voetnoot
6.8.2.4.5 (als erkend deskundige)
6.8.3.2.16, 6.8.3.2.26, 6.8.3.4.4, 6.8.3.4.6, 6.8.3.4.7, 6.8.3.4.13, voetnoot
6.8.3.4.14, 6.8.3.4.18
6.8.4 TT2, 6.8.4 TT7, 6.8.4 TT11, 6.8.5.2.2
6.9.2.1, 6.9.2.5, 6.9.2.13, 6.9.2.14.4, 6.9.2.14.5, 6.9.4.2.4, 6.9.4.4.1
6.9.5.3
6.11.4.4, 6.12.3.1.2, 6.12.3.1.3, 6.12.3.2.2, 6.12.3.2.6, 6.12.5
7.5.2.2a)
Tabel 3. Randnummers in het RID
1.6.2.12
3.3.1, bijzondere bepaling 371(2)
3.3.1, bijzondere bepaling 652
3.3.1, bijzondere bepaling 662
4.1.2.2.b)
4.1.3.6.2, 4.1.3.6.9
4.1.4.1, P200 (10) k, P200 (10) ac, P 200 (12), P 200 (13), P201(1)
4.1.4.1, P601 (3) g)
4.1.4.1, P902, 4.1.4.1, P905
4.1.4.1, P911
4.1.4.1, LP906
4.1.4.2, IBC99, 4.1.4.3, LP99
4.1.4.3 LP902
4.1.6.14
4.2.1.7, 4.2.1.9.1
4.2.3.7.1, 4.2.5.1.1
4.2.5.3 TP10, TP16, TP24, TP41
4.3.2.1.5, voetnoot
4.3.3.2.5
6.1.3.1 g), 6.1.3.7, 6.1.3.8 i)
6.1.5.1.1, 6.1.5.1.3, 6.1.5.1.5, 6.1.5.1.8, 6.1.5.1.10, 6.1.5.2.5
6.2.1.3.6.5.4, 6.2.1.4.1, 6.2.1.4.2, 6.2.1.5.1 opmerking, 6.2.1.6.1 opmerking 1 en
2, 6.2.2.1.1 opmerking 2
6.2.2.1.2 opmerking 2, 6.2.2.5.2.1, 6.2.2.5.2.2, 6.2.2.5.2.3
6.2.2.5.3.2, 6.2.2.5.3.3, 6.2.2.5.4.2, 6.2.2.5.4.4, 6.2.2.5.4.5 6.2.2.5.4.6, 6.2.2.5.4.9,
6.2.2.6.2.1, 6.2.2.6.2.2 6.2.2.7.8, 6.2.2.9.2 h), 6.2.3.5.1, 6.2.3.6.1, 6.2.3.11.2,
6.2.3.11.4, 6.2.5.4.2
6.3.4.2, 6.3.4.3, 6.3.5.1.1, 6.3.5.1.3, 6.3.5.1.5, 6.3.5.1.7, 6.3.5.1.8
6.5.1.1.3
6.5.2.1.1
6.5.4.4.1, 6.5.4.4.4, 6.5.6.1.1, 6.5.6.2.1, 6.5.6.2.3
6.6.5.1.1, 6.6.5.1.3, 6.6.5.1.5, 6.6.5.1.7, 6.6.5.1.8
6.7.2.2.1, 6.7.2.2.10, 6.7.2.2.14
6.7.2.3.1, 6.7.2.3.3.1
6.7.2.4.3, 6.7.2.6.2, 6.7.2.6.3, 6.7.2.6.4, 6.7.2.7.1, 6.7.2.8.3, 6.7.2.10.1
6.7.2.12.2.4, 6.7.2.18.1, 6.7.2.19.4, 6.7.2.19.5, 6.7.2.19.9, 6.7.2.19.10
6.7.3.2.1, 6.7.3.2.11, 6.7.3.3.3.1, 6.7.3.7.3, 6.7.3.8.1.2, 6.7.3.14.1
6.7.3.15.3, 6.7.3.15.5, 6.7.3.15.9, 6.7.3.15.10, 6.7.4.2.1
6.7.4.2.8.1, 6.7.4.2.8.2, 6.7.4.2.14, 6.7.4.3.3.1, 6.7.4.5.10, 6.7.4.6.4
6.7.4.7.4, 6.7.4.13.1, 6.7.4.14.3, 6.7.4.14.10, 6.7.4.14.11
6.7.5.2.9, 6.7.5.4.1, 6.7.5.4.3, 6.7.5.11.1
6.7.5.12.3, 6.7.5.12.7
6.8.2.1.2, 6.8.2.1.4, 6.8.2.1.16, 6.8.2.1.19, 6.8.2.1.20, 6.8.2.1.23
6.8.2.1.29
6.8.2.2.2, 6.8.2.2.10
6.8.2.3.1, 6.8.2.3.3, 6.8.2.3.4, 6.8.2.4.1 voetnoot, 6.8.2.4.2, voetnoot
6.8.2.4.5 (als erkend deskundige)
6.8.3.2.16, 6.8.3.2.26, 6.8.3.4.4, 6.8.3.4.6, 6.8.3.4.7, 6.8.3.4.13, voetnoot
6.8.3.4.14, 6.8.3.4.18
6.8.4, TT2, 6.8.4, TT7, 6.8.4, TT11
6.8.5.2.2
6.9.2.1, 6.9.2.5, 6.9.2.13, 6.9.2.14.4, 6.9.2.14.5, 6.9.4.2.4, 6.9.4.4.1
6.9.5.3
6.11.4.4
7.3.3.1, VC3
7.5.2.2 voetnoot a)
TOELICHTING
Hoofdstuk 1. Inleiding
Deze regeling strekt in de eerste plaats tot wijziging van vier ministeriële regelingen
in verband met de tweejaarlijkse revisie van internationale voorschriften inzake het
vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren (ADN), over de spoorweg (RID)
en over de weg (ADR). Het gaat om de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke
stoffen (VBG), de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG),
de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) en de Regeling erkende
instanties vervoer gevaarlijke stoffen.
De onderhavige regeling strekt daarnaast tot implementatie van richtlijn (EU) 2018/1846
van de Europese Commissie van 23 november 2018 tot aanpassing aan de wetenschappelijke
en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees
Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PbEU
2018, L 299).
Deze regeling strekt ten slotte tot enkele wijzigingen in de VSG en VLG. Naast enkele
wetstechnische wijzigingen in de VSG betreft het een wijziging van de regelgeving
over zoute veren in de VLG.
Hoofdstuk 2. Hoofdlijnen regeling en verhouding tot bestaande regelgeving
§ 2.1 Algemeen
De wijzigingen van de hiervoor genoemde regelingen houden onder meer verband met de
op 5 oktober 2018 vastgestelde wijzigingen van de mondiale VN-aanbevelingen voor het
vervoer van gevaarlijke stoffen. Hiermee wordt een harmonisatie van voorschriften
voor de verschillende transportmodaliteiten bereikt.
De belangrijkste internationale wijzigingen betreffen:
-
• Artikelen die gevaarlijke stoffen bevatten vielen voorheen onder een vrijstelling
in hoofdstuk 1.1.3. Deze artikelen zijn nu gereguleerd in een twaalftal nieuwe UN-nummers.
Hierbij zijn ook nieuwe verpakkingsinstructies en etiketteringsvoorschriften ingevoerd.
-
• De classificatiecriteria voor klasse 8 stoffen zijn aangepast. Nieuwe rekenmethoden
zijn toegevoegd die het mogelijk maken om mengsels in te delen op basis van de bestanddelen
zonder dat het hele mengsel getest hoeft te worden.
-
• Wat betreft lithiumbatterijen zijn nieuwe verpakkingsinstructies ingevoerd voor het
vervoer van defecte en beschadigde lithiumbatterijen. Daarnaast is er een eigen UN-nummer
ingevoerd voor lithiumbatterijen die geïnstalleerd zijn in transporteenheden. Daarnaast
zijn meerdere bijzondere bepalingen bijgewerkt, die betrekking hebben op het vervoer
van lithiumbatterijen.
-
• Voor de periodieke testen van drukhouders is een alternatieve, specifieke methode
ontwikkeld, om met kunststof omhulde drukhouders te kunnen testen. De conventionele
testmethodes zijn niet toereikend om dit type drukhouders te testen.
-
• Het vervoer van monsters van energetische materialen voor beproevingsdoeleinden wordt
in de nieuwe regelgeving onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Daardoor komt de wetgeving
aan een wens van de markt tegemoet.
-
• Wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor zijn in een werkgroep
onder Nederlands voorzitterschap, nieuwe controlelijsten ontwikkeld voor het laden
en lossen van gassen in en uit reservoirwagens.
-
• Wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg zijn tunnelcodes toegekend
voor het vervoer van onder meer verbrandingsmotoren (UN 3528 en 3529). Daardoor is
duidelijk geworden door welke tunnels deze producten vervoerd mogen worden.
-
• Ook is op initiatief van Nederland vastgelegd dat vanaf 1 januari 2027 bepaalde zuren
en basen niet langer vervoerd mogen worden in tanks die vervaardigd zijn van een aluminiumlegering
en voorzien zijn van een beschermende binnenbekleding (liner).
-
• Wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren zijn veelomvattende
constructie-eisen aangenomen die betrekking hebben op de explosieveiligheid aan boord
van binnenvaartschepen (droge lading en tankschepen).
-
• Als ontgassen op basis van andere wetgeving is toegestaan, stelt het ADN bepaalde
veiligheidsvoorwaarden die tijdens het ontgassen in acht moeten worden genomen. Deze
voorwaarden zijn verduidelijkt en aangescherpt waardoor ontgassen in de buurt van
sluizen, onder bruggen en in dichtbevolkte gebieden niet is toegestaan.
-
• Per 1 januari 2019 mogen schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, LNG gebruiken
als brandstof. Voorwaarde is wel dat deze schepen voldoen aan de eisen die hiervoor
zijn gesteld in de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften
voor binnenschepen (ES-TRIN).
Gezien de omvang van de wijzigingen van de technische voorschriften zoals opgenomen
in de bijlagen II, III en IV bij deze regeling en de beperkte doelgroep van deze voorschriften
is er voor gekozen deze niet in de Staatscourant te publiceren. Bekendmaking vindt
plaats door terinzagelegging bij de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken
van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ook zijn de bijlagen te raadplegen
via de internetsite www.rijksoverheid.nl.
Hoofdstuk 3. Gevolgen
De wijzigingen in de VBG, de VLG, de VSG en de Regeling erkende instanties vervoer
gevaarlijke stoffen houden verband met de wijzigingen van de internationale voorschriften
inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze wijzigingen vinden tweejaarlijks
plaats. In die tweejaarlijkse periode komen de wijzigingen tot stand in internationaal
verband en in nauwe samenwerking met de verschillende vervoersbranches. In internationaal
verband worden in algemene termen de handhaafbaarheid, veiligheid en haalbaarheid
van de verschillende wijzigingen onderzocht en voorgelegd aan de partijen. Deze bevindingen
zijn meegenomen in de totstandkoming van de wijzigingen. De branches zijn daarmee
op de hoogte van de eventuele gevolgen die de wijzigingen voor de afzonderlijke sectoren
met zich meebrengen en hebben daarmee ook ingestemd. Met de wijzigingen wordt voldaan
aan de verplichte implementatie die op grond van de afzonderlijke verdragen is voorgeschreven.
Naar aanleiding van in de praktijk gesignaleerde problemen door bij het vervoer betrokken
partijen, worden met de wijzigingen enerzijds versoepelingen aangebracht in de toepassing
van de regels. Anderzijds heeft het voor een aantal onderwerpen geleid tot een aanscherping.
In algemene zin kan worden opgemerkt dat de wijzigingen geen extra administratieve
lasten en nalevingskosten met zich meebrengen zodat de lasten en kosten daarvan niet
toenemen of tenminste gelijk zullen blijven.
Hoofdstuk 4. Inwerkingtreding
De onderhavige regeling is niet twee maanden voor de inwerkingtreding gepubliceerd
in de Staatscourant. Daarnaast is de regeling niet in werking getreden op een vast
verandermoment. Omdat sprake is van implementatie van internationale voorschriften
en de doelgroep van de regeling baat heeft bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding
van de regeling, is met gebruikmaking van de uitzonderingsmogelijkheden die Aanwijzing
4.17, vijfde lid, onder a en d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving daarvoor biedt,
afgeweken van het stelsel van vaste verandermomenten.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I (Wijziging Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen)
In de tabellen behorende bij de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen
zijn bepaalde randnummers uit het ADR, het ADN en het RID opgenomen ten aanzien waarvan
een instantie door de Minister als erkende instantie kan worden aangewezen. De tabellen
zijn aangepast aan de tweejaarlijkse revisie van het ADR, ADN en RID.
Artikel II (Wijziging VBG)
Onderdeel A
In verband met de internationale wijzigingen is bijlage 1 opnieuw vastgesteld.
Onderdeel B
De wijzigingen in tabel 1 van bijlage 4 houden verband met de wijzigingen in het ADN.
Artikel III (Wijziging VSG)
Onderdeel A
In verband met de internationale wijzigingen is bijlage 1 opnieuw vastgesteld.
Onderdeel B
Dit onderdeel betreft enkele wetstechnische verbeteringen.
Onderdeel C
De wijzigingen in tabel 1 van bijlage 3 houden verband met de wijzigingen in het RID.
Artikel IV (Wijziging VLG)
Onderdeel A
In verband met de internationale wijzigingen is bijlage 1 opnieuw vastgesteld.
Onderdeel B
De regeling voor ‘zoute veren’ (Waddenveren) is herzien. Het aantal stoffen dat met
zoute veren vervoerd mag worden is fors beperkt. De in de tabel genoemde stoffen mogen
worden vervoerd mits wordt voldaan aan de voorwaarden die in het artikel zijn genoemd.
Meestal worden deze stoffen vervoerd met speciale afvaarten, zonder passagiers aan
boord, dan is er namelijk geen sprake van zoute veren en gelden de regels van de VLG.
Wanneer dit niet kan omdat er vanwege onderhoud aan de ferry’s weinig capaciteit beschikbaar
is kunnen de stoffen uit de lijst nu toch met zoute veren worden vervoerd zonder een
ontheffing aan te vragen bij de ILT. De voorwaarden waaronder die ontheffingen tot
op heden werden verleend maken nu integraal onderdeel uit van de regeling. Door de
herziene regeling worden de administratieve lasten voor het bedrijfsleven verminderd
en wordt de werklast van de ILT verkleind. De beperking van het aantal gevaarlijke
stoffen dat tegelijkertijd met passagiers mag worden vervoerd brengt veiligheidswinst
met zich mee.
Onderdeel C
De wijzigingen in tabel 1 van bijlage 3 houden verband met de wijzigingen in het ADR.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer