Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 26 maart 2019, nr. 7131192, tot wijziging van de Subsidieregeling lerarenbeurs in verband met het vaststellen van het subsidieplafond, de verdeling van de budgetten en de bedragen per studieverlofuur voor het schooljaar 2019–2020

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Wet overige OCW-subsidies;

BESLUITEN:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING LERARENBEURS

De Subsidieregeling lerarenbeurs wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor het studiejaar 2019–2020 is een bedrag van € 82.060.000 beschikbaar voor verstrekking van subsidies op grond van deze regeling.

B

In artikel 6 wordt onder vernummering van het vijfde tot het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. De verdeling van het beschikbare bedrag voor het studiejaar 2019–2020 over de verschillende doelgroepen geschiedt als volgt:

    • a. € 33.125.000 is beschikbaar voor opleidingen van leraren werkzaam in het basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;

    • b. € 29.283.700 is beschikbaar voor opleidingen van leraren werkzaam in het voortgezet onderwijs;

    • c. € 11.212.500 is beschikbaar voor opleidingen van leraren werkzaam in het beroepsonderwijs en educatie; en

    • d. € 8.438.800 is beschikbaar voor opleidingen van leraren werkzaam in het hoger beroepsonderwijs.

C

Aan artikel 22 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De subsidiebedragen voor het studiejaar 2019–2020 voor een studieverlofuur zijn voor een subsidieontvanger in de sector:

    • a. basisonderwijs: € 37,79;

    • b. speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs: € 39,58;

    • c. voortgezet onderwijs: € 42,86;

    • d. beroepsonderwijs en educatie: € 44,07; en

    • e. hoger beroepsonderwijs: € 48,00.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

I. Algemene toelichting

Het budget voor de Subsidieregeling Lerarenbeurs 2019 wordt met € 22,2 miljoen verlaagd ten opzichte van het budget van 2018. Deze verlaging is het gevolg van het op 4 december 2018 aangenomen amendement Rog c.s. (Kamerstukken II 2018/19, 35 000-VIII, nr. 115), dat regelt dat er structureel een bedrag van € 13,0 miljoen wordt ingezet voor de regioaanpak van het lerarentekort en € 9,2 miljoen (in 2019) wordt ingezet ter verhoging van het budget voor de Regeling subsidie zij-instroom.

Het nieuwe plafond voor 2019 (€ 82,1 miljoen) en de verdeling per sector worden in deze wijzigingsregeling voor studiejaar 2019–2020 vastgesteld.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven