Ontheffingen voor de pilot met bedrijfsspecifieke fosfaatbemesting op basis van de KringloopWijzer

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Gelet op artikel 38, tweede lid, van de Meststoffenwet in samenhang met artikel 3:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Geeft kennis van:

In het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn is door Nederland aangegeven dat er pilots zullen worden uitgevoerd in het kader van bedrijfsspecifiek afrekenen in de melkveehouderij. Deze pilots zijn enkele jaren geleden gestart omdat generieke maatregelen niet altijd recht doen aan specifieke omstandigheden op bedrijfsniveau of aan de zeer diverse regionale omstandigheden van bodem- en watersystemen en de belasting van milieu vanuit andere bronnen, zoals rioolwaterzuiveringsinstallaties en industrie. Een van de criteria bij de pilots is dat het gebruik van de bedrijfsspecifieke regel of norm niet leidt tot negatieve consequenties voor het milieu, en bij voorkeur tot een voordeel. Milieuneutraliteit geldt niet alleen voor de specifieke ondernemer, maar ook voor de groep ondernemers als geheel.

In het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn is een pilot met praktijkbedrijven voorzien om te verkennen of implementatie van fosfaatevenwichtsbemesting op basis van de Kringloopwijzer in de praktijk goed te borgen is, zonder extra handhavingslasten voor de overheid. In de pilot zal ervaring opgedaan worden met borging en handhaving van een dergelijk bedrijfsspecifiek systeem en zullen de juridische en praktische mogelijkheden voor een eventuele wettelijke verankering worden verkend. Deze pilot (BEP-pilot) gaat nu het vijfde jaar in.

Ten behoeve van de pilot is door LTO, NZO, Nevedi en VLB een platform opgericht dat deelnemers werft, een (eerstelijns-)beoordeling verricht en de gegevens van deelnemers beheert en borgt. Deelnemers beschikken over minimaal 3 jaar aan Kringloopwijzer-gegevens. Op basis daarvan krijgen deze bedrijven een individuele, op de historische fosfaatonttrekking op hun bedrijf gebaseerde, fosfaatgebruiksnorm toegekend. Daar zijn ontheffingen voor nodig. Het gaat hier om ontheffingsaanvragen van de fosfaatgebruiksnorm voor de duur van één jaar (tot en met december 2019) voor maximaal 200 bedrijven.

Daarnaast lopen in het kader van de in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn twee kleinschalige onderzoekspilots rond bedrijfsspecifieke stikstofbemesting in de melkveehouderij. Deze pilots vinden plaats binnen het onderzoeksproject Koeien en Kansen. De duur van deze pilots met bedrijfsspecifieke bemesting met kunstmeststikstof (BEN-pilot) en stikstof uit dierlijke mest (BES-pilot) worden verlengd tot en met 31 december 2019.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is voornemens de gevraagde ontheffingen voor de pilot met bedrijfsspecifieke fosfaatbemesting op basis van de KringloopWijzer, onder voorwaarden, tot en met 31 december 2019 te verlenen aan deelnemende bedrijven. Daarnaast is de Minister voornemens om de gevraagde ontheffingen rond bedrijfsspecifieke stikstofbemesting (zowel dierlijke mest als kunstmest) in het kader van onderzoeksproject Koeien en Kansen, onder voorwaarden, te verlenen tot en met 31 december 2019. In kader van de continuïteit van deze lopende pilots zullen ook ontheffingen worden verleend voor deelnemers die aan het project Koeien en Kansen en de daarbij behorende bedrijfsmetingen meededen in de tijd dat 250 kg stikstof op zand nog was toegestaan in kader van de destijds geldende derogatie. Om geen trendbreuk in gegevens te veroorzaken wordt voor deze bedrijven een ontheffing verleend voor bemesting tot 250 kilogram stikstof per hectare.

Gedurende zes weken na dagtekening van deze Staatscourant kunnen het ontwerp van de ontheffingen en de daarop betrekking hebbende stukken tijdens kantoortijden worden ingezien bij de receptie van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Bezuidenhoutseweg 73 te Den Haag.

Gedurende dezelfde termijn kan eenieder zijn zienswijze met betrekking tot de ontwerpontheffing mondeling of schriftelijk kenbaar maken. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan;

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag, onder vermelding van 'Ontheffingen Meststoffenwet bedrijfsspecifieke bemesting'.

Voor nadere inlichtingen over de procedure of voor het maken van een afspraak als u een zienswijze mondeling kenbaar wilt maken, neemt u contact op met het secretariaat van het Programma mest via telefoonnummer (070) 3798952.

Den Haag, 13 maart 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven