Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Staatscourant 2019, 16353 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Staatscourant 2019, 16353 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, 26 februari 2019
Tweede wijziging gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2017 (vastgesteld middels toestemming door de bestuursorganen van de deelnemers in de periode daarna)
De raden van de gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert alsmede Provinciale Staten van Noord-Brabant;
dat het noodzakelijk is om de tekst van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant in overeenstemming te brengen met de gewijzigde tekst van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
dat de wijzigingsprocedure van de regeling ook wordt benut om tekstuele aanpassingen door te voeren in verband met “dubbels” in de regeling, omissies in de regeling, het verbeteren van de leesbaarheid van de regeling of het aanpassen van de regeling op basis van andere wettelijke voorschriften;
dat de regeling, die is aangegaan door de colleges van de in de aanhef van dit besluit vermelde gemeenten en de provincie Noord-Brabant, alleen gewijzigd kan worden als de betreffende gemeenteraden, onderscheidenlijk provinciale staten toestemming verlenen tot wijziging van de regeling;
gelet op het bepaalde in artikel 51, lid 3, juncto artikel 51, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen:
de colleges toestemming te verlenen de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant te wijzigen en conform de volgende tekst vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Waar in de regeling met betrekking tot personen, een mannelijk voornaamwoord of een mannelijk functionarisbegrip wordt gebruikt, worden zowel mannelijke als vrouwelijke personen bedoeld.
Waar in deze regeling artikelen van de Provinciewet of Gemeentewet, dan wel andere wettelijke regelingen van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt, tenzij anders vermeld, in die artikelen voor de provincie, Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning, respectievelijk de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders, de burgemeester, gelezen: de Omgevingsdienst, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Artikel 2 Instelling, doel en beleid
De Omgevingsdienst is ingesteld om ten behoeve van de deelnemers taken uit te voeren op het gebied van het omgevingsrecht en om als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage te leveren aan een leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Midden- en West Brabant. Door het aangaan van de gemeenschappelijke regeling worden ten aanzien van deze uitvoerende taken geen bevoegdheden overgedragen, die bij of krachtens een wettelijke regeling aan een of meer van de deelnemers zijn toegekend.
Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden
Het algemeen bestuur heeft een eigen verordenende bevoegdheid met betrekking tot de vaststelling van de verordeningen ex artikel 212 en 213 Gemeentewet juncto artikel 216 en 217 Provinciewet, de vaststelling van de organisatieverordening en de vaststelling van de arbeidsvoorwaardenverordeningen als bedoeld in artikel 125 Ambtenarenwet.
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van de hoofdstukken VIII en IX van de wet een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van de Omgevingsdienst enkel op het gebied van de ondersteunende processen. Het algemeen bestuur gaat niet over tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling dan nadat tenminste twee derde van het aantal deelnemers met het aangaan van de regeling heeft ingestemd. Onder het treffen van een gemeenschappelijke regeling wordt in dit artikel mede verstaan het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een gemeenschappelijke regeling.
Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daaraan ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van de Omgevingsdienst enkel op het gebied van de ondersteunende processen op voorwaarde dat de raden en Provinciale Staten vooraf in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorgenomen besluit aan het algemeen bestuur kenbaar te maken.
Het dagelijks bestuur kan enkel op basis van de door de heffingsambtenaren van de deelnemers verleende externe mandaten leges innen voor het op aanvraag door de Omgevingsdienst leveren van diensten en het uitvoeren van taken voor derden. De leges worden vastgesteld op basis van de door iedere deelnemer gehanteerde norm. De leges komen ten goede aan de betrokken deelnemer.
In aanvulling op de taken uit het Landelijk Basistakenpakket kan de Omgevingsdienst, voor zover dit geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de taken uit het Landelijk Basistakenpakket, op verzoek van een of meer deelnemers ook andere adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden inzake de vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het gebied van de fysieke leefomgeving verrichten.
Artikel 6 Dienstverleningsovereenkomsten
Met betrekking tot de uitvoering en nadere invulling van de in artikel 4 en 5 genoemde taken worden door of namens het dagelijks bestuur enerzijds en elk van de deelnemers afzonderlijk anderzijds, schriftelijke werkafspraken gemaakt in de vorm van contracten, waarin in ieder geval is vastgelegd welke producten en diensten de Omgevingsdienst aan de deelnemers zal leveren en wat de vergoeding daarvoor zal zijn.
Met betrekking tot de beëindiging van de in artikel 5 genoemde taken worden door of namens het dagelijks bestuur enerzijds en de deelnemer die het aangaat anderzijds, in deze contracten eveneens schriftelijke afspraken gemaakt met betrekking tot in ieder geval de afwikkeling van de financiële gevolgen daarvan, alsmede compensatie voor de overige rechten en verplichtingen.
Artikel 7 Werkzaamheden voor andere publiekrechtelijke rechtspersonen
Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de in artikel 4 en 5 bedoelde taken, kan de Omgevingsdienst op verzoek van andere publiekrechtelijke rechtspersonen voor hen adviserende, ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden op het gebied van de fysieke leefomgeving
verrichten, indien die uitvoering geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de in beide artikelen aangeduide taken voor de deelnemers.
Artikel 9 Het algemeen bestuur
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van 4 jaar en treden af op de dag waarop in het kader van een nieuwe zittingsperiode van de raden respectievelijk Provinciale Staten een nieuw geïnstalleerd college respectievelijk de nieuw geïnstalleerde Gedeputeerde Staten een besluit neemt tot aanwijzing van een lid en plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één der deelnemers dan wel door of vanwege het bestuur van de Omgevingsdienst aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld zij die in dienst van één der deelnemers dan wel van de Omgevingsdienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Het algemeen bestuur vergadert minimaal twee maal per jaar. Meer vergaderingen kunnen ingelast worden wanneer de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig acht, wanneer ter voldoening aan het bepaalde in artikel 16, tweede lid van deze regeling een of meer leden van het dagelijks bestuur moeten worden benoemd of wanneer tenminste 1/5e van de leden van het algemeen bestuur, onder opgave van redenen, dit schriftelijk verzoekt.
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.
Op vergaderingen als bedoeld in lid 3 is het bepaalde van lid 1 niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan in dat geval over alle onderwerpen, waaronder de begroting, een begrotingswijziging en de jaarstukken, beraadslagen en besluiten nemen ongeacht het aanwezige quorum. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerste vergadering was belegd alleen beraadslagen en besluiten, indien meer dan de helft van het aantal leden tegenwoordig is.
Besluiten betreffende vaststelling van de begroting, begrotingswijzigingen en jaarrekening worden genomen met een meerderheid van stemmen, met dien verstande dat de meerderheid van stemmen eveneens tenminste de helft van de omzet vertegenwoordigt welke de Omgevingsdienst in het voorafgaande jaar heeft gegenereerd.
Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken onderwerp aangehouden tot de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Ingeval de stemmen bij herstemming over besluiten met betrekking tot benoeming, voordracht of aanbeveling van personen staken, beslist de voorzitter.
De leden worden uit en door het algemeen bestuur gekozen in de eerste vergadering, waarin het algemeen bestuur in een nieuwe samenstelling bijeen komt, dan wel in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur, volgend op de beëindiging van het lidmaatschap van één of meer leden van het dagelijks bestuur.
De aanwijzing van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die door overlijden, ontslag of om een andere reden tussentijds zijn opengevallen vindt plaats binnen twee maanden na het tijdstip waarop de vacature is ontstaan. Een tussentijds tot lid van het dagelijks bestuur benoemd lid treedt af op het moment waarop degene in wiens plaats hij is benoemd zou aftreden.
Op de vergadering, bedoeld in het zesde lid, is het vijfde lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerste vergadering was belegd alleen beraadslagen en besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Artikel 18 Bevoegdheden dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is in het bijzonder belast met:
te besluiten namens de Omgevingsdienst, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
Het dagelijks bestuur kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het dagelijks bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens de vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of van de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het dagelijks bestuur haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het dagelijks bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel het algemeen bestuur haar opheft.
Hoofdstuk 4 Informatie en verantwoordingsplicht
Artikel 22 Interne inlichtingenplicht en verantwoordingsplicht lid dagelijks bestuur
Het algemeen bestuur regelt van welke besluiten van het dagelijks bestuur in ieder geval kennisgeving wordt gedaan aan de leden van het algemeen bestuur. Daarbij kan het algemeen bestuur de gevallen bepalen waarin met ter inzage legging kan worden volstaan. Het dagelijks bestuur laat de kennisgeving of ter inzage legging achterwege voor zover deze in strijd is met het algemeen belang.
Artikel 24 Externe verantwoordingsplicht lid algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan Gedeputeerde Staten of het college dat hem heeft aangewezen de door een of meer leden van Gedeputeerde Staten of van dat college alsmede aan Provinciale Staten of de raad gevraagde inlichtingen, voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang.
Hoofdstuk 5 Organisatiebepalingen
Het dagelijks bestuur stelt regels vast over de ambtelijke organisatie en legt die vast in een organisatiebesluit.
Artikel 30 Financiële informatieplicht
Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden en aan Provinciale Staten.
Artikel 32 Begrotingswijziging
Op besluiten tot wijziging van de begroting is de eerste volzin van artikel 59, lid 5 van de Wet van toepassing, indien door de wijziging de totale bijdrage van de deelnemers als gevolg van de uitvoering van de taken, die op basis van wettelijk voorschrift aan de Omgevingsdienst moeten worden opgedragen stijgt ten opzichte van het bedrag dat in de vastgestelde begroting is opgenomen.
Artikel 34 Vergoeding voor geleverde diensten
Op basis van de begroting kan iedere deelnemer aan de hand van de daarin vastgelegde tarieven en/of productprijzen berekenen welke bijdrage verschuldigd is voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. Voor elke deelnemer wordt een werkprogramma gemaakt waarin de begrote vergoeding voor de afname van taken zijn berekend. De verrekening van de gerealiseerde vergoeding is op basis van geleverde prestaties/inzet per deelnemer.
Wanneer het algemeen bestuur overeenkomstig het gestelde in artikel 33, lid 5 een besluit heeft genomen omtrent het bijdragen door de deelnemers in het nadelig exploitatiesaldo, wordt bij het bepalen van de bijdrage per deelnemer het uitgangspunt gehanteerd, dat de financiële gevolgen worden toegedeeld aan de deelnemers die dat aangaat.
Artikel 35 Verplichtingen deelnemers
Indien aan het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst blijkt, dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet respectievelijk 198 en 199 Provinciewet.
Hoofdstuk 7 Bepalingen omtrent archief
Artikel 38 Ter beschikkingstelling archiefbescheiden
De kosten van het beheer van de terbeschikkinggestelde archiefbescheiden komen ten laste van de deelnemer, die de archiefbescheiden ter beschikking stelt, tenzij partijen anders overeenkomen. De zorgdrager voor de archiefbescheiden van het bestuursorgaan dat de archiefbescheiden ter beschikking heeft gesteld, blijft in alle gevallen de zorgdrager voor de archiefbescheiden.
Hoofdstuk 8 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Indien het algemeen bestuur daarmee instemt kan een gemeente, provincie, waterschap, het Rijk toetreden krachtens daartoe strekkende besluiten van haar daartoe bevoegde bestuursorganen. De deelneming gaat in met ingang van een nader te bepalen datum, vastgesteld door het algemeen bestuur en het orgaan van de deelnemer.
Een deelnemer kan uit de regeling treden tenzij landelijke wetgeving of anderszins de mogelijkheid tot uittreding beperkt. Het algemeen bestuur regelt na overleg met de betrokken gemeente of de provincie, onder mededeling aan Gedeputeerde Staten en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de financiële verplichtingen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding. Daarbij brengt het algemeen bestuur in elk geval de financiële consequenties van de uittreding in beeld en draagt zij er zorg voor dat de Omgevingsdienst een redelijke periode krijgt om haar begroting en formatie in overeenstemming te brengen met het nieuwe aantal deelnemers. Verplichtingen die specifiek voor de uittredende deelnemer zijn aangegaan zullen daarbij in principe ook door die deelnemer nagekomen dienen te worden.
Een voorstel tot wijziging van de regeling wordt bij de deelnemers in procedure gebracht door tussenkomst van het algemeen bestuur. De regeling wordt gewijzigd indien de colleges en Gedeputeerde Staten daartoe, met toestemming van de raden respectievelijk Provinciale Staten eensluidend besluiten.
Artikel 42 Opheffing en liquidatie
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en in de verplichting alle rechten en verplichtingen van de Omgevingsdienst over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-16353.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.