Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 18 maart 2019, nr. 19066300, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden bescherming van de teelt van suikerbieten tegen bietenvlieg (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van suikerbieten tegen bietenvlieg, 2019)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend het gebruik van Batavia ter bescherming van de teelt van suikerbieten tegen bietenvlieg (Pegomya betae).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2019 en vervalt op 29 juli 2019.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van suikerbieten tegen bietenvlieg, 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT BATAVIA (15615)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als insecten- en mijtenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsvoorwaarden:

Toepassingsgebied

Te bestrijden organisme

Type toepassing

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen

Suikerbiet

Bietenvlieg (Pegomya betae)

Gewasbehandeling

0,75 L/ha

0,75 L/ha

2 per teeltcyclus

14

60

Toepassingsvoorwaarden

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Na een gewasbehandeling percelen nog minimaal twee weken vrijhouden van bloeiende onkruiden.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Resistentiemanagement

Dit middel bevat de werkzame stof spirotetramat. Spirotetramat behoort tot de acetyl CoA carboxylase remmers. De IRAC code is 23.

Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Larven van de bietenvlieg maken mineergangen in de bladeren. In een jong stadium kunnen de bladeren helemaal afsterven. Bij planten die overleven verdrogen de mineergangen na een tijdje waarna deze bruin verkleuren. De planten kunnen hierdoor deze delen van het blad niet meer gebruiken voor fotosynthese. Hoewel suikerbieten een deel van de bladoppervlakte kunnen missen voordat dit suikeropbrengst kost, kan dit in een vroeg stadium zonder voldoende alternatieven voor de bestrijding van bietenvlieg leiden tot opbrengstverliezen, die een serieuze aanslag zijn op het saldo van suikerbieten. Daardoor wordt het bestaan van deze teelt bedreigd.

Alternatieven

Niet-chemisch

Preventieve maatregelen als een ruime vruchtwisseling en/of het rekening houden met plaagdruk uit naburige percelen worden ingezet en leveren een bijdrage aan de beheersing van bietenvlieg, maar geven geen afdoende bescherming. Monitoring en/of het gebruik van schadedrempels leveren een belangrijke bijdrage aan het bepalen of en wanneer er chemische bestrijding nodig is. Hiermee kan de inzet van chemie tot een minimum beperkt worden.

Spontaan voorkomende natuurlijke vijanden als sluipwespen, lieveheersbeestjes en gaasvliegen leveren een bijdrage aan de beheersing van bladluizen, maar bieden geen afdoende bescherming.

Chemisch

In de teelt van suikerbiet zijn ter bestrijding van insecten middelen toegelaten op basis van verschillende werkzame stoffen.

De grond- en zaadbehandelingen leveren een bijdrage aan het beheersen van bietenvliegen, maar kunnen deze niet volledig bestrijden.

De werking van de gewasbehandelingen berust (met name) op contactwerking. Het uitvoeren van gewasinspecties, gevolgd door een gewasbehandeling met een insecticide met enkel contactwerking, als schade wordt waargenomen, is effectief tegen bietenvliegen mits er zeer regelmatig geïnspecteerd wordt. Bij een hoge populatiedruk is dit onvoldoende werkzaam.

Bijzondere omstandigheden

In 2014 werd bekend dat er mogelijk een verbod op de drie neonicotinoïden zou komen, vanwege de risico’s die deze middelen met zich mee brengen voor bijen en andere bestuivers. Door een verbod van de Europese Commissie op het buitengebruik van de drie neonicotinoïden, imidacloprid, thiamethoxam en clothianidine zijn de toelatingen van de zaadbehandelingen van suikerbieten met ingang van 19 december 2018 (opgebruiktermijn) komen te vervallen. De sector heeft een vrijstelling aangevraagd voor een middel op basis van thiamethoxam voor de zaadbehandeling van suikerbieten. Deze is afgewezen omdat de voorwaarden, die het Ctgb nodig acht voor een veilige toepassing, uit landbouwkundig oogpunt niet uitvoerbaar, controleerbaar of handhaafbaar zijn.

De sector levert inspanningen om tot alternatieven te komen. Het middel op basis van spirotetramat kan een aanvulling zijn op het beschikbare middelenpakket om bietenvlieg te beheersen en concreet perspectief binnen 3 jaar bieden op een reguliere toelating.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige teelt van suikerbieten in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot bestrijding van bietenvliegen.

  • Een landbouwtechnisch doelmatige teelt van suikerbieten is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk door onvoldoende mogelijkheden ter bestrijding van bietenvliegen. Met de beschikbare middelen en/of maatregelen kunnen trips en bladluizen afdoende bestreden worden.

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van spirotetramat in de teelt van suikerbieten waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel niet beschikbaar.

De tijdelijke vrijstelling van Batavia voor het bestrijden van bietenvlieg in de teelt van suikerbieten voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restrictiezin:

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Na een gewasbehandeling percelen nog minimaal twee weken vrijhouden van bloeiende onkruiden.

Op het etiket moet ook de volgende waarschuwingszin (IPM) worden vermeld:

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Batavia in de teelt van suikerbieten te verlenen.

Op het etiket moeten de volgende waarschuwingszin (IPM) en restrictiezin worden vermeld:

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Na een gewasbehandeling percelen nog minimaal twee weken vrijhouden van bloeiende onkruiden.

3 Overwegingen

Een tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Batavia is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de teelt van suikerbieten op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen bietenvlieg. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van suikerbieten bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Batavia ter bescherming van de teelt van suikerbieten tegen bietenvlieg.

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2019 en vervalt op 29 juli 2019.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven