Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 21 februari 2019, kenmerk 1489257-184911-WJZ, houdende aanpassingen van een aantal ministeriële regelingen in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de verbeteringen die worden doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet (Stb. 2018, 260)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op de artikelen 41, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 44, 46, 62, eerste lid, 82, zesde lid en 106, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1, onder d en e, Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid wordt ‘Gemeenschap’ telkens vervangen door ‘Unie’.

ARTIKEL II

De Regeling overgangsrecht getuigschriften psychotherapie wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

De Regeling vacatiegelden leden beroepsgenoten college van medisch toezicht wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

De Regeling vacatiegelden secretaris CMT wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

De Regeling vacatiegelden tuchtcolleges voor de gezondheidszorg 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onder c, wordt onder vervanging van de punt door een komma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • 6. wordt beslist op een ingesteld verzet als bedoeld in artikel 73b, eerste lid van de wet;

  • 7. een beslissing wordt genomen op een voordracht als bedoeld in artikel 79, eerste en tweede lid van de wet.

B

In artikel 2, zesde lid, wordt na ‘artikel 74, eerste lid, van de wet,’ ingevoegd ‘dan wel indien door de voorzitter of diens plaatsvervanger toepassing is gegeven aan artikel 67a, eerste lid van de wet,’ en wordt na ‘onder a tot en met d,’ ingevoegd ‘onderscheidenlijk voor de voorzitter of diens plaatsvervanger,’.

ARTIKEL VI

De Regeling vacatiegelden voorzitter en rechtsgeleerde leden college van medisch toezicht wordt ingetrokken.

ARTIKEL VII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Algemeen

Op 1 april 2019 is de Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de verbeteringen die worden doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet (Stb. 2018, 260) in werking getreden. Ten gevolge daarvan zijn een aantal algemene maatregelen van bestuur die uitvoering geven aan de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) gewijzigd. De wetswijzigingen en de wijzigingen van de amvb’s werken ook door in een aantal onderliggende ministeriële regelingen. Deze regeling strekt ertoe die ministeriële regelingen op die doorwerkingen aan te passen.

Artikelsgewijs

Artikel II

De Regeling overgangsrecht getuigschriften psychotherapie geeft uitvoering aan het vervallen artikel 106, derde lid, Wet BIG. Op grond van dat artikel was het mogelijk om bij de regulering van het beroep van psychotherapeut in 1998 op basis van oude getuigschriften een registratie als psychotherapeut te krijgen. In de Regeling overgangsrecht getuigschriften psychotherapie werden de oude getuigschriften aangewezen die recht gaven op inschrijving in het register voor psychotherapeuten. Doordat artikel 106 Wet BIG is vervallen, kan de Regeling overgangsrecht getuigschriften psychotherapie worden ingetrokken.

Artikelen III, IV, V en VI

Doordat het college van medisch toezicht is opgehouden te bestaan, kunnen de Regeling vacatiegelden leden beroepsgenoten college van medisch toezicht, de Regeling vacatiegelden secretaris CMT en de Regeling vacatiegelden voorzitter en rechtsgeleerde leden college van medisch toezicht worden ingetrokken. De taken van dat college zijn overgegaan naar de regionale tuchtcolleges. Bij de toekenning van vacatiegeld zal geen onderscheid meer worden gemaakt tussen vergoeding voor werkzaamheden ter behandeling van een tuchtzaak en een vergoeding voor de werkzaamheden ter behandeling van een voordracht tot het opleggen van een beperking in verband met ongeschiktheid. Vergoeding zal in alle gevallen plaatsvinden op basis van de Regeling vacatiegelden tuchtcolleges voor de gezondheidszorg 2009. Daarnaast is het mogelijk gemaakt een vergoeding toe te kennen voor het nemen van een voorzittersbeslissing of voor de behandeling van een ingesteld verzet tegen een in hoger beroep genomen voorzittersbeslissing.

De toe te kennen vergoeding voor de voorzittersbeslissing (€ 50,–) komt overeen met de situatie van artikel 74, eerste lid, Wet BIG, waarbij door het voltallige college in raadkamer, zonder behandeling ter terechtzitting, wordt besloten tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager.

De vergoeding van een behandeling van het centrale tuchtcollege van een verzet tegen een voorzittersbeslissing wordt door de aanpassing van artikel 1, onderdeel c, Regeling vacatiegelden tuchtcolleges voor de gezondheidszorg 2009, nu onder artikel 2, tweede lid van die regeling gebracht.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven