Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 1 maart 2019, kenmerk 2494716, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de korpschef van de politie inzake bevoegdheden ten aanzien van de C2000-infrastructuur (Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging inzake beheer C2000)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 23, eerste lid, onder a Politiewet 2012, en artikel 1 van de Regeling C2000 en GMS;

Gelet op het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. bestedingsplan:

het onderdeel van de begroting en het jaarplan van de politie betreffende het tactisch en operationeel beheer C2000;

b. de korpschef:

de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

c. mandaat:

de bevoegdheid om namens de minister besluiten te nemen en stukken af te doen en te ondertekenen;

d. de minister:

de minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van dit mandaat gelijkgesteld de verlening van:

• a. volmacht: de bevoegdheid om namens de minister voor de Staat privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

• b. machtiging: de bevoegdheid om namens de minister handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3

• 1. Aan de korpschef wordt ter uitvoering van het bestedingsplan mandaat verleend inzake de uitoefening van bevoegdheden die verband houden met het beheer van C2000 en GMS en voor zover deze bevoegdheden niet reeds op basis van de Regeling C2000 en GMS ten behoeve van het tactische en operationele beheer bij de korpschef berusten

• 2. Onder de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid die aan de korpschef worden gemandateerd worden in ieder geval begrepen:

  • a. het afsluiten, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten met C2000 leveranciers;

  • b. het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden, dan wel de minister van Justitie en Veiligheid, in aangelegenheden betreffende het beheer van C2000;

  • c. het behandelen van bezwaarschriften en klachten;

  • d. het verrichten van betalingen aan derden.

• 3. De uitoefening van bevoegdheden met betrekking tot:

  • a. het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden, dan wel de minister van Justitie en Veiligheid,

  • b. het aangaan van overeenkomsten met meerjarige verplichtingen en

  • c. het beëindigen van overeenkomsten,

  geschiedt in overeenstemming met de directeur-generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 4

• 1. Aan de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen blijven voorbehouden de bevoegdheden ter uitvoering van het bestedingsplan die verband houden met de vernieuwing en aanbestedingen van C2000.

• 2. Aan de korpschef wordt machtiging verleend voor het uitvoeren van de taken in het kader van de bedrijfsvoering die verband houden met de uitvoering van de in het eerste lid genoemde bevoegdheden, waaronder het doen van betalingen en het bijhouden van de administratie.

Artikel 5

De korpschef kan ten aanzien van de aan hem gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 6

Ondertekening van besluiten en stukken door de korpschef met betrekking tot de uitoefening van aan hem gemandateerde bevoegdheden bedoeld vindt plaats op de volgende wijze:

De Minister van Justitie en Veiligheid

namens deze,

E.S.M. Akerboom

De korpschef van politie

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang na de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging inzake beheer C2000.

De Minister van Justitie en Veiligheid namens deze, Directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen W.F. Saris

TOELICHTING

De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de minister van Justitie en Veiligheid is eigenaar en strategisch beheerder van de C2000 infrastructuur, die de hulpdiensten gebruiken voor hun communicatie. Op basis van de Regeling C2000 en GMS berust het tactisch en operationeel beheer bij de korpschef van politie. De praktijk wijst uit dat het wenselijk is om ten aanzien van een aantal bevoegdheden dat thans formeel bij de minister berust, mandaat, volmacht en machtiging te verlenen aan de korpschef van politie. Het betreft in het bijzonder bevoegdheden die verband houden met de (uitoefening van) eigendomsrechten ten aanzien van de C2000 infrastructuur, alsmede de vertegenwoordiging in en buiten rechte (o.a. procesvertegenwoordiging) namens de Staat der Nederlanden, dan wel de minister van Justitie en Veiligheid. Hieronder vallen bevoegdheden die het beheer en instandhouding van C2000 en GMS betreffen, zoals programma’s en projecten.

De mogelijkheid tot uitoefening van de bevoegdheden wordt begrensd door de financiële kaders zoals door de minister vastgesteld in de begroting van de politie en de vertaling ervan in het bestedingsplan van C2000. Voor zover buiten de kaders van de begroting en het bestedingsplan beslissingen zijn vereist, berust die bevoegdheid volledig bij de minister, dan wel de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

In geval de korpschef de Staat der Nederlanden formeel vertegenwoordigt in procedures, als er beslissingen moeten worden genomen inzake nieuwe meerjarige verplichtingen en indien het voornemen bestaat overeenkomsten te ontbinden of op te zeggen gebeurt dit slechts in overeenstemming met de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen.

Het mandaat van de korpschef strekt zich niet uit tot de uitoefening van bevoegdheden ter uitvoering van activiteiten die verband houden met de vernieuwing en aanbesteding van C2000. Dit betreft projectmatige investeringen en uitgaven gericht op de vernieuwing van C2000 en het programma Implementatie Vernieuwing C2000 (IVC).

Deze activiteiten maken in tegenstelling tot het beheer van C2000 en GMS geen deel uit van de begroting van de politie. Na implementatie en acceptatie maken de resultaten van deze vernieuwing deel uit van het (reguliere) operationeel en tactisch beheer van C2000 en GMS door de politie. Voor het beheren van de vernieuwde omgeving beschikt de korpschef derhalve over de bevoegdheden zoals in dit besluit bepaald.

Omdat het operationeel en tactisch beheer van C2000 bij de korpschef berust, is overeengekomen dat de verantwoordelijkheid voor uitvoeren van taken in het kader van de bedrijfsvoering aangaande het gehele bestedingsplan bij de korpschef berust. Hieronder valt in elk geval het voeren van de (financiële) administratie, het uitvoeren van betalingen en dienstverlening op het gebied van inkoop en verhuur.

Daarom wordt voor de uitvoering van deze activiteiten in het kader van de bedrijfsvoering met betrekking tot de vernieuwing van C2000 aan de korpschef machtiging verleend.

De Minister van Justitie en Veiligheid namens deze, Directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen W.F. Saris