Verlenen Opsporingsvergunning aardwarmte De Lier V, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

28 februari 2019

DGKE-W / 19056956

Procesverloop:

  • – Trias Westland B.V. (hierna: TW) heeft per bericht van 20 januari 2017 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd De Lier V, ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Westland en Midden-Delfland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 1,64 km2;

  • – in de Staatscourant van 10 mei 2017 (Staatscourant 2017, nr. 25945) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van een concurrerende aanvraag. Binnen de termijn van dertien weken is een concurrerende aanvraag ontvangen van EnergieWende B.V. en De Bruijn Geothermie B.V. (hierna: EnergieWende) voor het gebied genaamd De Lier VI;

  • – TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) advies uitgebracht. Op 25 oktober 2018 is van TNO advies ontvangen (kenmerk: AGE 18-10.085);

  • – Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK advies uitgebracht. Op 16 maart 2018 is van SodM advies ontvangen (kenmerk: 18043980);

  • – het College van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16 van de Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 12 januari 2018 advies ontvangen (kenmerk: ODH-2017-00131436);

  • – de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 24 januari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19014718).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Trias Westland B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd De Lier V.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Westland en Midden-Delfland en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

76 988,835

443457,645

2

77 540,000

445616,000

3

77 299,747

446049,874

4

77 898,774

446349,387

5

78 461,039

445391,173

6

77 733,700

444980,100

7

78 040,928

444436,518

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 1,64 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 20 januari 2017 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot 30 december 2020.

Artikel 5

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven