Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 februari 2019, kenmerk 1361456-177749-WJZ, houdende vaststelling van de rekenfactor ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers voor het jaar 2018

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 8, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en artikel 35d, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers;

Besluit:

Artikel 1

De rekenfactor, bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, alsmede in artikel 35d, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers bedraagt voor het jaar 2018:

100

2737

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

De bij ministeriële regeling van 16 januari 1978, nr. XX-58000 (Stcrt. 1978, 28) geïntroduceerde reeks van rekenfactoren wordt voor het jaar 2018 aangevuld met de in deze regeling genoemde rekenfactor. De factor is berekend aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gehanteerde indexcijfer van de CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen voor werknemers in de particuliere bedrijven (2010=100).

De aan deze regeling verbonden kosten zijn zeer afhankelijk van het aantal mensen dat een pensioen of een herziening daarvan aanvraagt en hun financiële situatie. Dat aantal fluctueert al enige jaren tussen de 0 en 4. De aan deze regeling verbonden kosten zullen daarom naar schatting niet hoger zijn dan € 2.000,– voor de komende vijf jaar. Deze uitgavenstijging zal worden gefinancierd uit de loonbijstelling van 2019.

In het kader van de vaste verandermomenten (vvm) wordt normaal gesproken het uitgangspunt gehanteerd dat een invoeringstermijn van twee maanden vereist is tussen de publicatie van een regeling en de feitelijke inwerkingtreding ervan. Dit is op de onderhavige regeling niet van toepassing. Gelet op de strekking van deze regeling, te weten de jaarlijkse indexering van de rekenfactor ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, is de in het kader van vvm gehanteerde uitzonderingsgrond ‘Reparatiewetgeving’ van toepassing.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven