Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2019, 11421 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2019, 11421 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister voor Rechtsbescherming;
Gelet op artikel 34, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vijfde lid van het Besluit toevoeging mediation, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;
Maakt bekend:
Met ingang van 1 januari 2019 luiden de bedragen, zoals vermeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand: € 27.300 respectievelijk € 38.600.
Met ingang van 1 januari 2019 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:
a. in artikel 2, eerste lid
– in onderdeel a: € 19.400;
– in onderdeel b: € 19.400 respectievelijk € 20.100;
– in onderdeel c: € 20.100 respectievelijk € 21.100;
– in onderdeel d: € 21.100 respectievelijk € 23.000; en
– in onderdeel e: € 23.000 respectievelijk € 27.300;
b. in artikel 2, tweede lid:
– in onderdeel a: € 26.900;
– in onderdeel b: € 26.900 respectievelijk € 27.900;
– in onderdeel c: € 27.900 respectievelijk € 29.200;
– in onderdeel d: € 29.200 respectievelijk € 32.600; en
– in onderdeel e: € 32.600 respectievelijk € 38.600;
c. in artikel 2a, tweede lid:
– in onderdeel a: € 19.400;
– in onderdeel b: € 19.400 respectievelijk € 20.100;
– in onderdeel c: € 20.100 respectievelijk € 21.100;
– in onderdeel d: € 21.100 respectievelijk € 23.000; en
– in onderdeel e: € 23.000 respectievelijk € 27.300;
e. in artikel 2a, derde lid:
– in onderdeel a: € 26.900;
– in onderdeel b: € 26.900 respectievelijk € 27.900;
– in onderdeel c: € 27.900 respectievelijk € 29.200;
– in onderdeel d: € 29.200 respectievelijk € 32.600; en
– in onderdeel e: € 32.600 respectievelijk € 38.600.
f. In artikel 2, derde lid:
– in onderdeel a: €20.100 respectievelijk €27.900; en
– in onderdeel b: €20.100 respectievelijk €27.300 respectievelijk €27.900 respectievelijk €38.600.
g. In artikel 2a, vierde lid:
– in onderdeel a: €20.100 respectievelijk €27.900;
– In onderdeel b: €20.100 respectievelijk €27.300 respectievelijk €27.900 respectievelijk €38.600.
Met ingang van 1 januari 2019 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:
a. in artikel 4, derde lid, onderdeel a: € 19.400;
b. in artikel 4, derde lid, onderdeel b: € 26.900;
1. Met ingang van 1 januari 2019 wordt het normbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op € 842.
2. Met ingang van 1 januari 2019 wordt het voorschot als bedoeld in artikel 35, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op: ten hoogste 10% van € 51.800.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-11421.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.