Publicatie AGOS, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, wijziging productdossier „Gönci kajszibarack” (BGA)

Gelet op artikel 2 van het Instellingsbesluit Adviescommissie geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten maakt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de volgende publicatie(s) in Publicatieblad C 459 van 20 december 2018 van de Europese Unie bekend.

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een rechtmatig belang te hebben in verband met door de Europese Commissie voorgenomen wijziging van bestaand productdossier(s), kan tot uiterlijk 20 februari 2019 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, secretariaat AGOS, Postbus 93119, 2509 AC Den Haag

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2018 tot bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad voor de naam „Gönci kajszibarack” (BGA)

(2018/C 459/11)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 50, lid 2, onder a), in samenhang met artikel 53, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) Hongarije heeft overeenkomstig artikel 49, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van „Gönci kajszibarack” (BGA) ingediend. Een van de wijzigingen is de wijziging van de naam „Gönci kajszibarack” in „Gönci kajszibarack”/„Gönci kajszi”.

  • (2) Overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie die aanvraag onderzocht en zij heeft geconcludeerd dat is voldaan aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden.

  • (3) Met het oog op de indiening van aankondigingen van bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 moet de aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier als bedoeld in artikel 10, lid 1, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (2), met inbegrip van het gewijzigde enig document en de publicatiegegevens van het desbetreffende productdossier, voor de geregistreerde naam „Gönci kajszibarack” (BGA) worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

De aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier als bedoeld in artikel 10, lid 1, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014, met inbegrip van het gewijzigde enig document en de publicatiegegevens van het desbetreffende productdossier, voor de geregistreerde naam „Gönci kajszibarack” (BGA) is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 geeft de bekendmaking van dit besluit het recht om uiterlijk drie maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar te maken tegen de in de eerste alinea van dit artikel bedoelde wijziging.

Gedaan te Brussel, 11 december 2018.

Voor de Commissie Phil HOGAN Lid van de Commissie

(1PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).

BIJLAGE

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

„GÖNCI KAJSZIBARACK”

EU-nr.: PGI-HU-0388-AM01 – 11.4.2017

BOB ( ) BGA (X)

1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Gyümölcsért Termelői Értékesítő Kft.

Külterület 068/8 HRSZ.

3885 Boldogkőváralja

MAGYARORSZÁG/HUNGARY

Tel. +36 46587477

Fax +36 46587478

E-mail: info@gyumolcsert.com

De coöperatie van Abaúj-Gönc, die het productdossier heeft opgesteld, is op 20 maart 2013 in vereffening gegaan. Om die reden heeft Gyümölcsért Termelői Értékesítő, een organisatie die de belangrijkste abrikozentelers uit de regio groepeert, de administratieve en praktische taken met betrekking tot dit beschermd product overgenomen. Gyümölcsért Termelői Értékesítő Kft. telt meer dan 70 telers van abrikozen en brengt jaarlijks tussen 1500 en 2.000 ton abrikozen uit het productiegebied op de markt.

2. Lidstaat of derde land

Hongarije

3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige: Controlesysteem, controlestructuur

4. Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5. Wijziging(en)

Punt 1 van het huidige productdossier

De naam van het product „Gönci kajszibarack” werd aangevuld met de kortere formulering “Gönci kajszi”, die steeds vaker in de omgangstaal wordt gebruikt. Bijgevolg worden alle vermeldingen „Gönci kajszibarack” in het productdossier aangevuld met de naam „Gönci kajszi”.

„Gönci kajszi” is eveneens de erkende, in de handel gebruikte naam van de abrikozen die uit de regio Gönc afkomstig zijn.

Krachtens de voorgestelde wijziging worden de naam in punt 4.1 van de samenvatting (PB C 247 van 14.9.2010) en alle vermeldingen „Gönci kajszibarack” in het enig document dat de samenvatting vervangt, aangevuld met de naam „Gönci kajszi”.

Punt 2 van het huidige productdossier (Beschrijving van het product) en punt 3.2 van het enig document

De onderstaande tweede alinea:

„De beschermde geografische aanduiding (BGA) „Gönci kajszibarack” mag worden gebruikt voor de volgende rassen van de soort Prunus armeniaca L.: Gönci magyar kajszi, Magyar kajszi C 235, Mandulakajszi, Bergeron, Ceglédi Piroska, Ceglédi bíborkajszi, Ceglédi arany, Ceglédi óriás, Pannónia.”

wordt als volgt gewijzigd:

„De beschermde geografische aanduiding (BGA) „Gönci kajszibarack”/„Gönci kajszi” mag worden gebruikt voor de volgende rassen van de soort Prunus armeniaca L.: Gönci magyar kajszi, Magyar kajszi C 235, Mandulakajszi, Bergeron, Ceglédi Piroska, Ceglédi bíborkajszi, Ceglédi arany, Ceglédi óriás en Pannónia. Voorts moeten ook alle abrikozenrassen worden toegevoegd die in het productiegebied worden geteeld en waarvan de belangrijkste fysische, chemische en organoleptische eigenschappen overeenstemmen met de kenmerken die de kwaliteit van de hierboven opgesomde abrikozenrassen bepalen.”

Dankzij plantenveredeling zijn het voorbije decennium ziektebestendige rassen aan de teelten toegevoegd. Het is verantwoord om van die rassen diegene toe te voegen die de in het productdossier omschreven fysische, chemische en organoleptische eigenschappen vertonen. Uit de resultaten van de laboratoriumanalyses van de nieuwe rassen blijkt ook dat het specifieke microklimaat van het productiegebied de smaak en geur van de „Gönci kajszibarack”/„Gönci kajszi” garandeert. De meeste rassen die hier worden geteeld, garanderen een betere kwaliteit wat betreft het suikergehalte en de zuurgraad dan dezelfde rassen die op andere landbouwgronden in Hongarije worden geteeld.

Punt 2.1 van het huidige productdossier (Belangrijkste fysische, chemische en organoleptische eigenschappen) en punt 3.2 van het enig document

De onderstaande tweede alinea:

„De grootte wordt bepaald met een in de handel gebruikelijke sorteerplaat. Het gemiddelde gewicht van de vrucht in gram komt ongeveer overeen met de diameter in mm.”

wordt als volgt gewijzigd:

„De grootte wordt bepaald door de maximale diameter dwars op de lengteas te meten.”

De tweede zin van deze alinea wordt geschrapt. Deze wijziging werd voorgesteld omdat de verschillen in grootte en gewicht tussen rassen binnen eenzelfde grootteklasse aanzienlijk kunnen zijn.

De aldus gewijzigde zin in het productdossier en de volgende zin van het productdossier (alinea 4): „Het suikergehalte wordt samen met een aanduiding van het rijpheidspercentage bepaald, en de smaakstoffen worden tijdens het organoleptisch onderzoek bepaald, rekening houdend met de verschillen in zuurgraad per ras (0,9-2,2% vol.).” worden toegevoegd aan punt 4.2 van de samenvatting, alsook aan punt 3.2 van het vervangende enig document, dat er aangevuld dus als volgt uitziet:

„De grootte wordt bepaald door de maximale diameter dwars op de lengteas te meten.

Het suikergehalte wordt samen met een aanduiding van het rijpheidspercentage bepaald, en de smaakstoffen worden tijdens het organoleptisch onderzoek bepaald, rekening houdend met de verschillen in zuurgraad per ras (0,9-2,2% vol.).”

Punt 2.2 van het huidige productdossier (Belangrijkste vereisten waaraan het product moet voldoen) en punt 3.5 van het enig document

De onderstaande tweede alinea:

„De kwaliteitsklassen stemmen overeen met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 851/2000, zoals gewijzigd, maar de onderstaande striktere vereisten zijn toegestaan”:

wordt als volgt gewijzigd:

„De kwaliteitsklassen zijn als volgt:”

Deze wijziging is bedoeld om de verwijzing naar de ingetrokken verordening uit het productdossier te schrappen.

Punt 2.2 van het productdossier bevat voornamelijk vereisten met betrekking tot de verpakking; daarom werd het, zoals gewenst door de aanvrager, in punt 3.5 van het enig document ingevoegd (alinea's 2 tot 5). Deze vereisten werden niet expliciet vermeld in de samenvatting, maar stonden al in het productdossier.

Punt 4 van het huidige productdossier (Elementen waaruit blijkt dat het product uit het geografische gebied afkomstig is)

De volgende alinea's:

„Het systeem voor de controle van de kwaliteit beslaat het gehele teelt- en behandelingsproces van de abrikozen en garandeert de identificatie, traceerbaarheid, eindcontrole en productveiligheid van de vruchten. De telers plaatsen de met de hand geplukte abrikozen in plastic of houten kratten die enerzijds van een etiket met de specifieke vermelding van de oorsprong van de vruchten (de naam van de gemeente waar ze wordt geteeld) en anderzijds – onderaan – van een identificatienummer zijn voorzien.

De wet verplicht de telers met het oog op de bescherming van de oorsprongsbenaming een register bij te houden dat de nodige bewijzen met betrekking tot de teelt bevat. In dat register moeten zijn vermeld:

  • de naam en de identificatie van de teler;

  • de productielocatie, het registratienummer van de grond, de identificatiecode van het abrikozenras/perceel, het aantal dragende en nog niet dragende bomen;

  • de naam en de oorsprong van het abrikozenras (gestaafd met een certificaat van oorsprong van de jonge boom);

  • het identificatienummer van het sproeiboek;

  • het identificatienummer van het oogstregister, de oogstdatum, de hoeveelheid in het desbetreffende jaar per abrikozenras/perceel geoogste vruchten.

Het sproeiboek wordt gehouden op de bij wet voorgeschreven wijze en bevat de volgende gegevens:

  • de tijdens de teelt gebruikte chemicaliën;

  • de gebruikte hoeveelheden (uitgesplitst naar toepassingsdatum);

  • de toegepaste gewasbeschermingsmethoden en de toepassingsdata, enz.

Het oogstregister wordt tijdens de oogst bijgehouden en hierin worden het aantal dragende bomen per abrikozenras/perceel, de oogstdatum en de dagelijks geoogste hoeveelheden geregistreerd.”

worden als volgt gewijzigd:

„Met het oog op de identificatie van de productielocatie stelt de telersorganisatie (Gyümölcsért Termelői Értékesítő Szervezet) een lijst van telers en leveranciers van „Gönci kajszibarack”/„Gönci kajszi” op waarin de productielocaties van de telers/leden worden geïdentificeerd. De telers of de verkooporganisatie moeten beschikken over een opvolgingssysteem waarmee de cyclus van het product kan worden gevolgd, gaande van de teelt tot de verkoop.

De goederen worden geïdentificeerd bij de ontvangst ervan, wanneer de teler wordt geïdentificeerd; op dat ogenblik moet deze laatste het sproeiboek van het betrokken product overleggen. De markering en traceerbaarheid van het product worden gegarandeerd door het lotnummer dat wordt aangebracht op het etiket met streepjescode; dit lotnummer wordt tijdens het volledige productieproces vermeld, gaande van de teelt over de ontvangst, de opslag, de sortering naar grootte, de verpakking en het vervoer, tot en met de verkoop. Het lotnummer moet tijdens elke productiefase in het productieregister worden genoteerd. Het lotnummer van het te vervoeren eindproduct moet altijd op de leveringsbon worden vermeld.”

Het punt dat in het productdossier betrekking heeft op het bewijs van oorsprong, wordt gewijzigd omdat de oorsprong tegenwoordig kan worden gegarandeerd via moderne geïnformatiseerde traceersystemen. Het gebruikte systeem garandeert de traceerbaarheid van begin tot eind, vanaf de productielocatie tot bij de consument.

Punt 5.1 van het huidige productdossier [Vereisten en criteria met betrekking tot teelt (en onderhoud)] Rubriek Zaden en planten

De volgende (tweede) zin:

„Ook moeten de edele rassen, om apoplexie (schimmelziekte) te vermijden, worden geënt op onderstammen die tegen deze ziekte bestand zijn (bijvoorbeeld zaailingen van wilde abrikozen, zaailingen van Myrobolan-pruimen, onderstammen van pruimen enz.).”

wordt als volgt gewijzigd:

„Ook moeten, om apoplexie (schimmelziekte) te vermijden, edele rassen die minder voor deze ziekte gevoelig zijn, worden geënt op onderstammen (bijvoorbeeld onderstammen van wilde abrikozen, perziken of pruimen).”

Om ervoor te zorgen dat de aanplantingen leefbaar blijven, is het raadzaam om de abrikozenonderstammen aan de actuele reproductietechnieken aan te passen.

Punt 5.1 van het huidige productdossier [Vereisten en criteria met betrekking tot teelt (en onderhoud)] Rubriek Grootte

De volgende (eerste) zin:

„De optimale teeltoppervlakte voor abrikozenbomen is 7 x 4 meter; hun kruin kan de vorm aannemen van een zuil met gegroepeerde takken, een vaas of een ton.”

wordt als volgt gewijzigd:

„De optimale teeltoppervlakte voor abrikozenbomen is 7 x 4,6 meter, 7 x 4,5 meter of 7 x 3,5 meter naargelang van het type aanplanting; hun kruin kan de vorm aannemen van een zuil met gegroepeerde takken, een vaas of een ton.”

Met het oog op een grotere efficiëntie is men in het hele productiegebied beginnen werken met een beplantingdichtheid op basis van de meer intensieve teelttechnieken: 7 m x 4,6 m, 7 m x 4,5 m of 7 m x 3,5 m. De kwaliteit van het product wordt niet beïnvloed door de beplantingsdichtheid.

Punt 5.1 van het huidige productdossier [Vereisten en criteria met betrekking tot teelt (en onderhoud)] Toevoeging van voedingsstoffen en bemesting

De onderstaande tweede alinea:

„Het is raadzaam om bij voorkeur al bij de aanplanting of voordat de bomen vruchten dragen, de juiste omstandigheden voor het beheer van de voedingsstoffen te creëren. Tijdens de jaren waarin de bomen vruchten dragen, vereisen de aanplantingen grote hoeveelheden voedingsstoffen; daarom moeten de kluiten regelmatig worden gebroken om ervoor te zorgen dat de gronden de nodige voedingsstoffen kunnen leveren. Door te werken met een combinatie van chemische en organische meststoffen kan het beste teeltrendement worden gerealiseerd.”

wordt als volgt gewijzigd (er wordt één zin toegevoegd):

„Het is raadzaam om bij voorkeur al bij de aanplanting of voordat de bomen vruchten dragen, de juiste omstandigheden voor het beheer van de voedingsstoffen te creëren. Tijdens de jaren waarin de bomen vruchten dragen, vereisen de aanplantingen grote hoeveelheden voedingsstoffen; daarom moeten de kluiten regelmatig worden gebroken om ervoor te zorgen dat de gronden de nodige voedingsstoffen kunnen leveren. Door te werken met een combinatie van chemische en organische meststoffen kan het beste teeltrendement worden gerealiseerd. Rekening houdend met de resultaten van het bodemonderzoek en/of de analyse van de bladeren kan het bemestingspercentage op een ecologisch rationele manier worden bepaald.”

Punt 5.1 van het huidige productdossier [Vereisten en criteria met betrekking tot teelt (en onderhoud)] Rubriek Behoefte aan water, irrigatie

De volgende (eerste) zin:

„Het grootste deel van de aanplantingen van abrikozenbomen krijgt voldoende water via natuurlijke neerslag.”

wordt als volgt gewijzigd:

„Een toenemend deel van de aanplantingen van abrikozenbomen krijgt voldoende water via natuurlijke neerslag en via het aangebrachte irrigatiesysteem.”

De goede praktijken inzake bemesting en besproeiing zijn gewijzigd om het milieu te beschermen en de duurzaamheid te verzekeren.

Punt 5.2 van het huidige productdossier (Oogst)

De volgende (eerste) zin:

„De pluk start midden juni en is eind augustus afgelopen.”

wordt als volgt gewijzigd:

„De pluk start midden juni en is eind augustus afgelopen (kan tot september worden verlengd in geval van extreme weersomstandigheden).”

Deze wijziging is bedoeld om de tekst aan de actuele praktijken aan te passen.

Het laatste streepje van de rubriek „Tijdens de oogst na te leven voorschriften”:

  • „– verder moet ook worden voorzien in oogstladders voor de pluk van de vruchten en moet erop worden toegezien dat de geplukte vruchten elkaar niet pletten [in Verordening (EG) nr. 851/2000 van de Commissie, zoals gewijzigd, worden de kwaliteitsnormen voor abrikozen gepreciseerd.]”

wordt als volgt gewijzigd:

  • „– verder moet ook worden voorzien in oogstladders voor de pluk van de vruchten en moet erop worden toegezien dat de geplukte vruchten elkaar niet pletten”.

Deze wijziging is bedoeld om de verwijzing naar de ingetrokken verordening uit het productdossier te schrappen.

De tweede zin van de alinea die volgt op de rubriek „Tijdens de oogst na te leven voorschriften”:

„Op basis van het etiket op het krat en het identificatienummer op de bodem kan precies worden bepaald uit welk geografisch gebied en uit welke aanplanting de in de koelruimten opgeslagen vruchten vandaan komen.”

wordt als volgt gewijzigd:

„Op basis van de gegevens in het intern opvolgingssysteem kan precies worden bepaald uit welk geografisch gebied en uit welke aanplanting de in de koelruimten opgeslagen vruchten vandaan komen.”

Deze wijziging is bedoeld om de tekst in overeenstemming te brengen met de wijzigingen die werden aangebracht in punt 4 van het productdossier (Elementen waaruit blijkt dat het product uit het geografische gebied afkomstig is).

Punt 5.3 van het huidige productdossier (Opslag) en punt 3.5 van het enig document

De volgende (eerste) zin:

„Wanneer de opslagruimte met volle kratten is gevuld, worden de vruchten binnen enkele uren tot op een temperatuur van ongeveer 4 °C (opslagtemperatuur) gekoeld.”

wordt als volgt gewijzigd:

„Wanneer de opslagruimte met volle kratten is gevuld, worden de vruchten binnen enkele uren tot op een temperatuur van ongeveer 6 à 8 °C (opslagtemperatuur) gekoeld.”

De volgende (derde) zin:

“Zodra de vruchten geselecteerd en definitief verpakt zijn, worden ze in kratten, bij een temperatuur van 4 à 6 °C in een koelruimte opgeslagen gedurende maximaal 30 dagen, naargelang van het moment van levering.”

wordt als volgt gewijzigd:

“Zodra de vruchten gesorteerd en definitief verpakt zijn, worden ze in kratten bij een temperatuur van 1 à 6 °C in een koelruimte opgeslagen gedurende maximaal 30 dagen, naargelang van het moment van verzending.”

De koeltemperatuur is gewijzigd in overeenstemming met de huidige technologische vereisten.

Zoals door de aanvrager gewenst, is deze zin in punt 3.5 van het enig document ingevoegd, waar hij alinea 6 is geworden; deze zin werd niet specifiek vermeld in de samenvatting, maar kwam al in het productdossier voor.

Punt 5.4 van het huidige productdossier (Sortering naar grootte en verpakking) en punt 3.5 van het enig document

De volgende (eerste) alinea:

“Bij de sortering naar grootte wordt gebruik gemaakt van een sorteerplaat voor manuele sortering. De grootte van een vrucht wordt bepaald door de maximale middellijn van de dwarsdoorsnede, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 851/2000, zoals gewijzigd. De sortering naar grootte is verplicht.”

wordt als volgt gewijzigd:

“Bij de sortering naar grootte wordt gebruikgemaakt van een sorteerplaat voor manuele sortering of van een mechanische sorteermachine. De grootte van de abrikozen wordt bepaald door de maximale diameter, gemeten dwars op de lengteas. De sortering naar grootte is verplicht.”

Deze wijziging is bedoeld om de tekst aan de huidige praktijken aan te passen en om de verwijzing naar de ingetrokken verordening uit het productdossier te schrappen. Deze alinea is uit de samenvatting geschrapt en komt ook niet voor in het enig document dat de samenvatting vervangt.

De volgende (tweede) alinea is geschrapt:

“De verpakking en de presentatie van de “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” zijn eveneens in overeenstemming met de vereisten van Verordening (EG) nr. 851/2000, zoals gewijzigd, en de extra toe te voegen vermeldingen zijn opgenomen in punt 8 van het productdossier.”

Deze wijziging is bedoeld om de verwijzing naar de ingetrokken verordening uit het productdossier te schrappen.

De onderstaande tweede zin van de (derde) alinea:

“Hoe het product wordt gepresenteerd, wordt bepaald door de vereisten van de koper: gaande van een plastic bakje van 1 kg tot een krat van 10 kg. In bulk is het product verpakt in een krat van 10 kg, de zogenaamde M10, die internationaal wordt aanvaard.”

wordt als volgt gewijzigd:

“Hoe het product wordt gepresenteerd, wordt bepaald door de vereisten van de koper: het gewicht per verpakkingseenheid ligt tussen 0,3 kg en 10 kg.”

De aanpassingen aan het punt “Sortering naar grootte en verpakking” werden aangebracht om te beantwoorden aan de gebruiken op de markt en aan de behoeften van de consument.

Zoals door de aanvrager gewenst, is de derde alinea (die begint met “De vruchten van de klasse “Extra””) van dit punt van het productdossier in punt 3.5 van het enig document opgenomen (als alinea 7); ook de vierde alinea (die begint met ““De Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” is een vrucht die gevoelig is voor mechanische beschadiging”) van dit punt van het productdossier is in punt 3.5 van het enig document opgenomen (als alinea 1). Deze vereisten werden niet specifiek vermeld in de samenvatting, maar stonden al in het productdossier.

Punt 5.5 van het huidige productdossier (Vervoer)

De onderstaande (tweede) zin van de tweede alinea:

“De rijpheidsniveaus worden hoofdzakelijk op basis van de kleur gedefinieerd, maar ook sensorisch onderzoek, waarbij bijvoorbeeld de smaak wordt omschreven en de stevigheid van het vlees wordt bepaald, kan interessant zijn.”

wordt als volgt gewijzigd:

“De rijpheidsniveaus worden hoofdzakelijk op basis van de kleur gedefinieerd, maar ook sensorisch onderzoek en laboratoriumtests, waarbij bijvoorbeeld de smaak wordt omschreven en de stevigheid van het vlees, het drogestofgehalte en de zuurgraad worden bepaald, kunnen interessant zijn.”

Deze wijziging is bedoeld om de tekst aan de actuele praktijken aan te passen.

De laatste zin van de alinea:

“Op de voor vervoer bestemde pallets mogen uitsluitend vruchten van hetzelfde ras, van dezelfde kwaliteit en in dezelfde verpakking (hoeveelheid) worden geplaatst, met de markeringen van de oorsprongsbescherming.”

wordt als volgt gewijzigd:

“Met het oog op de traceerbaarheid mogen op de voor vervoer bestemde pallets uitsluitend rassen worden geplaatst met hetzelfde uitzicht, dezelfde kwaliteit en dezelfde verpakking (dezelfde hoeveelheden).”

Deze wijziging is bedoeld om de formulering te preciseren en de onnauwkeurige vermelding “markeringen van de oorsprongsbescherming” te schrappen.

Punt 6 van het huidige productdossier (Verband tussen het product en het geografische gebied)

De onderstaande tweede alinea:

“De Hongaarse abrikozenrassen (“magyar kajszi”) die zowat 300 à 350 jaar geleden geleidelijk moeten zijn ontstaan, werden en worden nog steeds haast uitsluitend in deze regio geteeld. Het meest opmerkelijke ras, “Gönci magyar kajszi”, dat sinds 1960 als volwaardig ras wordt erkend, is in de 20e eeuw uitgegroeid tot het overheersende ras in het productiegebied. De voorbije decennia werden de typische rassen die in de regio werden aangeboden, in eerste instantie aangevuld met meer recente Hongaarse abrikozenrassen, die afkomstig zijn van enerzijds betere plaatselijke Hongaarse rassen en anderzijds nieuwe Hongaarse hybriderassen, in een 25-tal varianten.”

wordt als volgt gewijzigd:

“De Hongaarse groep van abrikozenrassen (“magyar kajszi”) wordt sinds zowat 300 à 350 jaar in grote hoeveelheden in deze regio geteeld. Het meest opmerkelijke ras, “Gönci magyar kajszi”, dat sinds 1960 als volwaardig ras wordt erkend, is in de 20e eeuw uitgegroeid tot het overheersende ras in het productiegebied. De voorbije decennia werden de typische rassen die in de regio werden aangeboden, in eerste instantie aangevuld met meer recente Hongaarse, aan de omgeving aangepaste abrikozenrassen die afkomstig zijn van enerzijds betere plaatselijke Hongaarse rassen en anderzijds nieuwe Hongaarse hybriderassen, in een 40-tal varianten.”

De in punt 2 van het productdossier bedoelde mogelijkheid om nieuwe rassen toe te voegen rechtvaardigt deze wijziging.

Punt 7 van het huidige productdossier (Controlestructuur)

Overeenkomstig de huidige voorschriften is de naam van de openbare controle-instantie gewijzigd in die van het bevoegde toezichthoudende orgaan.

Punt 8 van het huidige productdossier (Etikettering)

De volgende (tweede) zin:

“Een dergelijk etiket moet op iedere verpakking worden aangebracht; facultatief mag ook de naam van de gemeente waar de abrikozen vandaan komen op het etiket worden vermeld.

Bijvoorbeeld:

“Gönci kajszibarack”

Oltalom alatt álló földrajzi jelzés

Fajta: Gönci magyar kajszi

Termőhely: Abaújvár”

wordt als volgt gewijzigd:

“Deze gegevens moeten op elke afzonderlijke verpakking worden aangebracht.”

Het voorbeeld na de zin wordt geschrapt.

De verwijzing naar de gemeenten waar de abrikozen worden geteeld, wordt geschrapt. De teeltomstandigheden voor de abrikozen “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” zijn in de hele regio Gönc dezelfde en leveren een product op dat er identiek uitziet en dezelfde intrinsieke parameters heeft. De vermelding van de gemeenten op de verpakkingen levert de consument geen extra informatie.

Overige: controlesysteem

Het oorspronkelijke productdossier bevatte geen specificaties met betrekking tot het controlesysteem. Aangezien het beheer van de gegevens over het beschermde product en de bescherming van de oorsprong van het product bijzonder belangrijk zijn, werd een nieuw controlesysteem ingevoerd.

“Minimumvereisten inzake controle van de essentiële kenmerken en van de productiemethode van het product:

Essentieel kenmerk

Minimumvereisten

Vereisten en frequentie van de controles

Productielocatie

Geteeld in het productiegebied

Jaarlijkse controle van de lijst van leveranciers van “Gönci kajszibarack” die wordt bijgehouden door de organisatie Gyümölcsért Termelői Értékesítő

Teelt

Naleving van de teeltomstandigheden

Minstens één controle ter plaatse per jaar; als er een bedrijfsregister is, wordt dit minstens eenmaal per jaar geverifieerd.

Gewasbescherming

Naleving van de technologieën die worden gepromoot door de organisatie Gyümölcsért Termelői Értékesítő

Controle van de sproeiboeken vóór de verzending. Bemonstering via willekeurige steekproeven met het oog op analyse van de residuen

Pluk

Traceerbaarheid verzekeren

Jaarlijkse controle van de lijst van leveranciers van “Gönci kajszibarack” die wordt bijgehouden door de organisatie Gyümölcsért Termelői Értékesítő

Jaarlijkse controle van de documenten inzake de ontvangst van de goederen

Voorbereiding van het product

Traceerbaarheid verzekeren

Jaarlijkse controle dat er een productieregister wordt bijgehouden”

ENIG DOCUMENT

“GÖNCI KAJSZIBARACK”/“GÖNCI KAJSZI”

EU-nr.: PGI-HU-0388-AM01 – 11.4.2017

BOB ( ) BGA (X)

1. Naam/Namen

“Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi”

2. Lidstaat of derde land

Hongarije

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.6: Groenten en fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De beschermde geografische aanduiding (BGA) “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” mag worden gebruikt voor de volgende rassen van de soort Prunus armeniaca L.: Gönci magyar kajszi, Magyar kajszi C 235, Mandulakajszi, Bergeron, Ceglédi Piroska, Ceglédi bíborkajszi, Ceglédi arany, Ceglédi óriás en Pannónia. Voorts moeten ook alle abrikozenrassen worden toegevoegd die in het productiegebied worden geteeld en waarvan de belangrijkste fysische, chemische en organoleptische eigenschappen overeenstemmen met de kenmerken die de kwaliteit van de hierboven opgesomde abrikozenrassen bepalen.

Hun unieke karakter en hun nationale en internationale faam danken de “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” aan een combinatie van gunstige klimaatomstandigheden in het gebied, aan het behoud van tradities op het vlak van bomen- en fruitteelt en aan een strikte toepassing van productie-, oogst-, opslag- en vervoertechnologieën.

Belangrijkste fysische, chemische en organoleptische eigenschappen:

De BGA “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” mag slechts worden gebruikt voor abrikozenrassen die aan de volgende criteria voldoen en die, wat de bovengenoemde rassen betreft, de hiernavolgende uiterlijke en innerlijke kenmerken vertonen.

Gönci magyar kajszi

Vorm

:

bolvormig

Grootte

:

middelmatig groot, minimale diameter 40 mm

Kleur van de schil

:

helder oranje; helderrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

goudgeel, zachtvezelig, succulent en zacht wanneer de vrucht rijp is

Smaak, zuurgraad

:

licht zurig, geurig

Magyar kajszi c.235

Vorm

:

bolvormig

Grootte

:

middelmatig groot, minimale diameter 40 mm

Kleur van de schil

:

helder oranje

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

geel, vezelig, middelmatig vast

Smaak, zuurgraad

:

licht zurig, geurig

Mandulakajszi

Vorm

:

eivormig, amandelvormig, duidelijk afgevlakt aan de zijden

Grootte

:

groot, minimale diameter 50 mm

Kleur van de schil

:

licht oranje; karmozijnrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

licht oranje, middelmatig vast, compact, succulent

Smaak, zuurgraad

:

licht zurig, zeer geurig

Bergeron

Vorm

:

licht uitgerekt, kegelvormige bol, eivormig

Grootte

:

middelmatig groot, minimale diameter 40 mm

Kleur van de schil

:

oranje; karmozijnrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

glanzend oranje, vezelig, vast

Smaak, zuurgraad

:

hoger dan gemiddeld zuurgehalte (1,4%)

Pannónia

Vorm

:

regelmatige of licht eivormige bol

Grootte

:

middelmatig groot, minimale diameter 40 mm

Kleur van de schil

:

licht oranje; rozig aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

licht oranje, vezelig, vast

Smaak, zuurgraad

:

zuur, geurig

Ceglédi Piroska

Vorm

:

bolvormig

Grootte

:

middelmatig groot, minimale diameter 40 mm

Kleur van de schil

:

oranje; helderrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

oranje, vast

Smaak, zuurgraad

:

licht zurig

Ceglédi bíborkajszi

Vorm

:

groot, kegelvormig, eivormig; lichtjes afgevlakt aan de zijden

Grootte

:

middelmatig groot, minimale diameter 40 mm

Kleur van de schil

:

donker oranje; donker karmozijnrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

donker oranje, sappig

Smaak, zuurgraad

:

zoet, geurig

Ceglédi arany

Vorm

:

bolvormig

Grootte

:

groot, minimale diameter 50 mm

Kleur van de schil

:

goudgeel; karmozijnrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

oranje, vast, succulent

Smaak, zuurgraad

:

licht zurig

Ceglédi óriás

Vorm

:

licht uitgerekt, eivormig; lichtjes afgevlakt aan de zijden

Grootte

:

groot, minimale diameter 50 mm

Kleur van de schil

:

licht oranje; helderrood aan de zijde die naar de zon is gericht

Kleur en kwaliteit van het vruchtvlees

:

oranje, matig succulent, zacht

Smaak, zuurgraad

:

zoetzuur, geurig

De grootte wordt bepaald door de maximale diameter dwars op de lengteas te meten.

Het suikergehalte wordt samen met een aanduiding van het rijpheidspercentage bepaald, en de smaakstoffen worden tijdens het organoleptisch onderzoek bepaald, rekening houdend met de verschillen in zuurgraad per ras (0,9-2,2% vol.).

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle fasen van de productie vinden plaats in het afgebakende geografische gebied.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” is een vrucht die gevoelig is voor mechanische beschadiging; de abrikozen onverpakt vervoeren zal derhalve de organoleptische, fysische en chemische kenmerken van de vruchten aanzienlijk beïnvloeden, zodanig zelfs dat verpakken in een later stadium er onmogelijk door wordt. Bijgevolg moet, om de kwaliteit van de vruchten te garanderen en – vermits het geen verwerkt landbouwproduct is – om de plaats van oorsprong, de traceerbaarheid en de eindcontrole te garanderen, de verpakking in het omschreven geografische teeltgebied plaatsvinden.

Alle verpakkingseenheden van voor verbruik bestemde vruchten waarvan is gecertificeerd dat zij van oorsprong zijn uit het binnen het geografische gebied afgebakende productiegebied, moeten homogeen zijn, m.a.w. de vruchten moeten dezelfde oorsprong hebben en van hetzelfde ras zijn, dezelfde kwaliteit hebben en (behalve in bulk verpakte/geleverde loten) van dezelfde grootte zijn; de minimale diameter is 30 mm, en 35 mm voor de kwaliteit “Extra”.

Per verpakkingseenheid zijn toleranties in kwaliteit en grootte toegestaan voor producten die niet voldoen aan de eisen van de vermelde klasse.

De kwaliteitsklassen zijn als volgt:

  • Klasse “Extra”: 2,5% van het totale aantal of gewicht mag bestaan uit abrikozen die niet beantwoorden aan de eisen van deze klasse, maar wel aan die van klasse I, bij uitzondering met inbegrip van de toleranties van deze klasse.

  • Klasse I: 5% van het totale aantal of gewicht mag bestaan uit abrikozen die niet beantwoorden aan de eisen van deze klasse, maar wel aan die van klasse II, bij uitzondering met inbegrip van de toleranties van deze klasse.

Alle vruchten moeten intact en gezond zijn, moeten met zorg geplukt zijn, voldoende ontwikkeld en gerijpt zijn, alsook zuiver en praktisch vrij van zichtbare vreemde stoffen zijn; ze mogen niet aangetast zijn door rot of andere wijzigingen waardoor ze ongeschikt worden voor consumptie, ze moeten daarenboven zo goed als vrij zijn van parasieten, beschadiging door parasieten, abnormale uitwendige vochtigheid en elke vreemde geur en/of smaak.

Zodra de vruchten gesorteerd en definitief verpakt zijn, worden ze in kratten bij een temperatuur van 1 à 6 °C in een koelruimte opgeslagen gedurende maximaal 30 dagen, naargelang van het moment van verzending.

De vruchten van de klasse “Extra” mogen alleen in kleine verpakkingseenheden op de markt worden gebracht; deze verpakkingseenheden omvatten één of meer lagen die van elkaar gescheiden zijn, waarbij de vruchten in rijen zijn gelegd. De producten van klasse I mogen daarentegen ook in bulk worden verkocht. Hoe het product wordt gepresenteerd, wordt bepaald door de vereisten van de koper: het gewicht per verpakkingseenheid ligt tussen 0,3 kg en 10 kg.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Behalve de bij wet voorgeschreven gegevens, moeten op het etiket de volgende gegevens worden aangebracht:

  • de naam: “Gönci kajszibarack” of “Gönci kajszi”;

  • de vermelding “beschermde geografische aanduiding” of (BGA) en het overeenkomstige logo van de Unie.

Deze gegevens moeten op elke afzonderlijke verpakking worden aangebracht.

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De beschermde geografische aanduiding mag uitsluitend worden gebruikt voor abrikozen van oorsprong uit (die worden geteeld in) het administratieve gebied van de volgende gemeenten die deel uitmaken van het district Borsod-Abaúj-Zemplén:

Subregio Abaúj-Hegyköz: Abaújszántó, Abaújvár, Arka, Boldogkőváralja, Gönc, Göncruszka, Hejce, Hernádcéce, Hidasnémeti, Korlát, Tornyosnémeti, Vizsoly, Zsujta;

Subregio Encs: Abaújkér, Alsógagy, Baktakék, Beret, Detek, Encs, Fancsal, Forró, Fulókércs, Garadna, Ináncs;

Subregio Szerencs: Bekecs, Golop, Legyesbénye, Megyaszó, Monok, Rátka, Szerencs, Tállya;

Subregio Szikszó: Alsóvadász, Felsővadász, Hernádkércs, Homrogd, Léh, Nagykinizs, Selyeb, Szentistvánbaksa, Szikszó.

5. Verband met het geografische gebied

De “Gönci kajszibarack”/“Gönci kajszi” is een typisch product van het meest noordelijk gelegen fruitteeltgebied van Hongarije. Deze abrikozen worden geteeld op de flanken van de heuvels, op de terrassen en in de vlakten van de regio Hegyalja langs de Hernád en in de gebieden Szerencs en Cserehát, op een hoogte van 150 à 300 m boven de zeespiegel.

De Hongaarse groep van abrikozenrassen (“magyar kajszi”) wordt sinds zowat 300 à 350 jaar in grote hoeveelheden in deze regio geteeld. Het meest opmerkelijke ras, “Gönci magyar kajszi”, dat sinds 1960 als volwaardig ras wordt erkend, is in de 20e eeuw uitgegroeid tot het overheersende ras in het productiegebied. De voorbije decennia werden de typische rassen die in de regio werden aangeboden, in eerste instantie aangevuld met meer recente Hongaarse, aan de omgeving aangepaste abrikozenrassen die afkomstig zijn van enerzijds betere plaatselijke Hongaarse rassen en anderzijds nieuwe Hongaarse hybriderassen, in een 40-tal varianten.

De speciale kenmerken van de teelt in de regio Gönc kunnen als volgt worden samengevat:

  • Eenzelfde ras van abrikozen rijpt in deze regio gemiddeld 6 à 10 dagen later dan in de regio Kecskemét; hierdoor zijn de abrikozen in het binnenland langer in de handel verkrijgbaar en kan ook de periode waarin ze kunnen worden verwerkt, worden verlengd;

  • Het koelere, gematigde klimaat – dat voor de latere rijping verantwoordelijk is – heeft een gunstige invloed op de smaakkwaliteit van de abrikozen: de verfrissende zuren en de smaakstoffen desintegreren trager tijdens het rijpen; er is minder “afvlakking”. “De kwaliteit van de abrikozen die in het gebied rond Gönc worden geteeld, is uitstekend. Ze rijpen hier later […] en de rijptijd is ook langer door de verschillende blootstelling van de hellingen.” (Brózik, Jenser et al., 1970);

  • In deze Hongaarse regio is de koude in de winter het gelijkmatigst en de lente doet hier, in vergelijking met alle gebieden die voor de abrikozenteelt geschikt zijn, het laatst haar intrede. Derhalve is de grootste bedreiging voor de abrikozenteelt, namelijk beschadiging van de knoppen door vorst wanneer de knoppen zich door de eerste warmtegolven aan het einde van de winter hebben geopend of schade aan de knoppen, bloesems dan wel vruchten door voorjaarsvorst aan het begin van de vegetatieperiode, in deze regio minder eminent.

De naam “kajszi Baraczk” (abrikoos) dook voor het eerst op in 1667, in een boek van János Lippay (Posoni kert (Pozsony Garden), vol. 3, “Gyümölcsös kert” (boomgaard), Wenen 1667), maar het was een uitbraak van phylloxera in 1880 – die tot de verwoesting van wijngaarden leidde – die een nieuwe impuls gaf aan de fruitteelt in de heuvelachtige gebieden. De vernietigde wijngaarden werden op vele plaatsen, en ook in de regio Gönc, door fruitbomen vervangen.

In de tweede helft van de 19e eeuw werd een aantal sociale organisaties in het leven geroepen om de fruitteelt aan te moedigen. Dankzij de samenwerking tussen deze organisaties kaapten de vruchten van het district Zemplén een gouden medaille weg op de wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs. Uit diverse nationale verslagen en statistieken blijkt dat de regio rond Gönc aanvankelijk tot zowat 1850 befaamd was om haar kersen. János Korponay vermeldde als eerste in 1871 dat Gönc en het gebied daar omheen befaamd waren om de abrikozen, waarvan er destijds “behoorlijke hoeveelheden” werden geteeld. De echte opleving van de abrikozenproductie liet echter tot 1880-1890 op zich wachten.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

http://elelmiszerlanc.kormany.hu/download/5/f6/c1000/17.pdf

Naar boven