Besluit van 7 februari 2019, nr. 2019000232 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Oude IJsselstreek krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan N317 rotonde Bontebrug).

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ingevolge de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan worden onteigend voor de uitvoering van een inpassingsplan.

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

Provinciale staten van Gelderland (hierna verzoeker) hebben Ons bij besluit van 11 april 2018, nummer PS2018-106 verzocht, om ten name van de provincie Gelderland over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van een onroerende zaak in de gemeente Oude IJsselstreek, begrepen in het onteigeningsplan N317 rotonde Bontebrug. De onroerende zaak is nodig voor de uitvoering van het inpassingsplan N317 rotonde Bontebrug.

Gedeputeerde staten van Gelderland hebben bij brief van 19 april 2018, zaaknummer 2011-011934 het verzoek aan Ons ter besluitvorming voorgedragen.

Planologische grondslag

De onroerende zaak die in het onteigeningsplan is begrepen, is gelegen in het provinciaal inpassingsplan N317 rotonde Bontebrug, verder te noemen: het inpassingsplan. Het inpassingsplan is op 6 april 2016 vastgesteld door provinciale staten van Gelderland en is vanaf 28 september 2016 onherroepelijk.

Aan de onroerende zaak is de bestemming Verkeer en de dubbelbestemming Waarde – Archeologische verwachting dal Oude IJssel en Aa-strang toegekend.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 9 augustus 2018 tot en met 19 september 2018 in de gemeente Oude IJsselstreek en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft de burgemeester van Oude IJsselstreek van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken op 1 augustus 2018 openbaar kennis gegeven in Oude IJsselstreek Vizier. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Onze Minister) heeft van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 8 augustus 2018, nr. 43301.

Verder heeft Onze Minister het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

Het inpassingsplan voorziet in de aanleg van een rotonde, de aanpassing van fietspaden en de aanleg van een parallelweg ter plaatse van de huidige T-aansluiting N317-Ulftseweg / Dinxperloseweg en Oversluis te Oude IJsselstreek. Deze aansluiting heeft thans onvoldoende capaciteit om de verschillende verkeerstromen snel en veilig af te wikkelen. Daarnaast bestaat er in de huidige situatie voor fietsers een onveilige situatie om bij de aansluiting over te steken.

Door de aanleg van een rotonde (rotonde Bontebrug) wordt een veilige en vloeiende doorstroming van het verkeer ook in de toekomst gegarandeerd. Daarnaast wordt door de aanleg van de rotonde de verkeersveiligheid voor auto’s en fietsers ter plaatse verbeterd. Dit laatste onder meer door de aanleg van een nieuwe fietsverbinding. Met het te realiseren fietspad wordt een ontbrekende schakel in de fietsontsluiting ter plaatse ingevuld.

In de door de verzoeker om onteigening gewenste wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het inpassingsplan met de daarbij behorende planregels, toelichting en verbeelding, als ook door de zakelijke beschrijving behorende bij het onteigeningsplan. Nader inzicht wordt tevens verkregen door de ‘Situatietekening N317 rotonde Bontebrug’.

De kosten voor de reconstructie komen voor rekening van de provincie Gelderland en de gemeente Oude IJsselstreek gezamenlijk.

Om de werken en werkzaamheden ter uitvoering van het inpassingsplan tijdig te kunnen realiseren, wenst de provincie Gelderland de eigendom, vrij van lasten en rechten, te verkrijgen van de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaak.

De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaak minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot (volledige) overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, hebben provinciale staten van Gelderland tot het onteigeningsverzoek besloten, om de tijdige verwezenlijking van het inpassingsplan zeker te stellen.

Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat de planning erop gericht is om het werk uiterlijk in het tweede kwartaal van 2020 te hebben voltooid. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit.

Zienswijzen

Binnen de termijn dat het ontwerp koninklijk besluit ter inzage heeft gelegen is daarover een zienswijze naar voren gebracht door:

  • 1. De heer T.J. Mulders en mevrouw P.H.M. Bollman, eigenaren van de onroerende zaak met grondplannummer 01.01, verder te noemen: reclamanten.

Overeenkomstig artikel 78, vierde lid, van de onteigeningswet heeft Onze Minister reclamanten in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in een op 11 oktober 2018 te Gendringen gehouden hoorzitting. Reclamanten hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Overwegingen naar aanleiding van de zienswijzen

Wij hebben hetgeen reclamanten in hun zienswijzen naar voren brengen samengevat in de hierna volgende passages. Daarbij hebben wij tevens Onze overwegingen bij de zienswijze weergegeven.

De zienswijze van reclamanten

1.1

Reclamanten verwijzen naar het inpassingplan en de door hen tegen dit plan gevoerde beroepsprocedure bij de Raad van State. Reclamanten zijn van mening dat de uitvoeringsbesluiten naar aanleiding van het inpassingsplan niet voldoen c.q. niet kunnen voldoen aan het algemene beleid van de provincie Gelderland van ‘Duurzaam Veilig’. De conclusie van reclamanten is dat het inpassingsplan, gelet op het algemene beleid dat de provincie Gelderland voert in het kader van ‘Duurzaam Veilig’ en de daaraan gekoppelde criteria, niet kan worden uitgevoerd. Reclamanten concluderen ook tot afwijzing van het onteigeningsverzoek omdat op een deel van de te onteigenen onroerende zaak de bestemming Archeologische verwachting dal Oude IJssel en AA-strang rust.

Onderdeel van de zienswijze is een rapport van een externe deskundige dat rechthebbenden hebben laten opstellen. Dit rapport gaat in op de CROW-richtlijnen en over de wijze waarop een rotonde ontworpen zou moeten worden om aan het beleid van ‘Duurzaam Veilig’ te voldoen.

Ad 1.1

De zienswijze van reclamanten over het inpassingsplan in relatie tot het beleid van de provincie Gelderland in het kader van ‘Duurzaam Veilig’ is planologisch van aard. De planologische aspecten kunnen in het kader van de administratieve onteigeningsprocedure niet zelfstandig worden beoordeeld, maar konden in de procedure op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aan de orde gesteld worden. Reclamanten hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door beroep aan te tekenen tegen het besluit van 6 april 2016 van provinciale staten van Gelderland tot vaststelling van het inpassingplan. In haar uitspraak van 28 september 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep van reclamanten ongegrond verklaard.

Reclamanten hebben in de hoorzitting overigens aangegeven geen bezwaar te hebben tegen realisering van de rotonde c.q. tegen het door verzoeker voorgestelde ruimtegebruik, als vastgelegd in het inpassingsplan. Reclamanten richten zich tegen de gevaren die door de voorgestane vorm van uitvoering zullen ontstaan, met name het feit dat bromfietsen op het fietspad – dat ook vlak voor hun woning is gesitueerd – zullen rijden. Deze onteigeningsprocedure heeft naar Ons oordeel echter geen betrekking op uitvoeringsaspecten zoals de wijze van verkeersregeling, maar op het door verzoeker verwerven van de grond die nodig is voor de aanleg van de rotonde. De thans in de onteigening begrepen onroerende zaak is noodzakelijk voor de aanleg van de rotonde. Daarbij merken Wij op dat de vraag of de wijze waarop verzoeker de bestemming Verkeer wenst te realiseren in overeenstemming is met het beleid van ‘Duurzaam Veilig’ Ons niet ter beoordeling staat. Dit geldt eveneens voor de door verzoeker te nemen verkeersbesluiten.

Reclamanten geven aan dat het inpassingsplan niet kan worden gerealiseerd in verband met het voorgaande onderdeel van de zienswijze, en voegen daaraan toe dat zij deze mening zijn toegedaan mede gelet op het feit dat de te onteigenen onroerende zaak voor een deel de bestemming Archeologische verwachting dal Oude IJssel en Aa-strang heeft. Dit onderdeel van het bezwaar wordt echter door reclamanten niet nader onderbouwd, zodat Wij daar niet verder op in zullen gaan. Ambtshalve zien Wij overigens geen reden dat genoemde bestemming de realisatie van het inpassingsplan in de weg staat. Gelet op het vorenstaande geeft de zienswijze van reclamanten Ons geen aanleiding om het verzoek tot aanwijzing ter onteigening geheel of gedeeltelijk af te wijzen

Overige overwegingen

Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaak bij de uitvoering van het inpassingsplan niet kan worden gemist.

Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht dat de provincie Gelderland de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaak verkrijgt.

Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van de provincie Gelderland tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet toewijzen.

BESLISSING

Gelet op de onteigeningswet,

op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 november 2018, nr. RWS-2018/45384, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

gelezen het besluit van provinciale staten van Gelderland van 11 april 2018, nummer PS2018-106;

gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van Gelderland van 19 april 2018, zaaknummer 2011-011934;

de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 23 januari 2019, no. W04.18.0370/I;

gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 februari 2019, nr. RWS-2019/3431, Rijkswaterstaat Corporate Dienst.

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Voor de uitvoering van het inpassingsplan N317 rotonde Bontebrug van de provincie Gelderland ten name van die provincie ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaak, aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet in de gemeente Oude IJsselstreek en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die is vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Wassenaar, 7 februari 2019

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

LIJST VAN DE TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN

ONTEIGENINGSPLAN: N317 ROTONDE BONTEBRUG

VERZOEKENDE INSTANTIE: PROVINCIE GELDERLAND

 

Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Gendringen

Grondplan

nr.

Te onteigenen

grootte

Als

Ter grootte

van

Sectie

en nr.

Ten name van

ha

a

ca

ha

a

ca

01.01

00

03

15

Wonen terrein (grasland)

00

20

85

C 2637

Elk ½ Eigendom:

Theodorus Johannes Mulders, Ulft;

Maria Paulina Helena Mathilda Bollmann, Ulft.

Naar boven